Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft eiseres Boarnstream Yachts B.V. een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die een motorjacht van Boarnstream hebben gekocht. De vordering van Boarnstream betreft de opheffing van een conservatoir beslag dat door gedaagden is gelegd op de bankrekeningen van Boarnstream. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 maart 2024 heeft Boarnstream haar vorderingen toegelicht, terwijl gedaagden verweer hebben gevoerd. De voorzieningenrechter heeft op 14 maart 2024 een beslissing genomen, waarbij het beslag werd herbegroot en gedaagden werd opgedragen het beslag op te heffen na het stellen van een bankgarantie. De rechter heeft vastgesteld dat de belangenafweging in het voordeel van Boarnstream uitvalt, omdat het beslag ernstige gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van Boarnstream. De rechter heeft ook opgemerkt dat de vordering van gedaagden niet summierlijk ondeugdelijk is, maar dat er voldoende redenen zijn om het beslag te herbegroten. De vordering van Boarnstream is toegewezen, met de bepaling dat gedaagden het beslag moeten opheffen tegen verstrekking van een bankgarantie van € 175.000,00.