Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 april 2024 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker
de burgemeester van de gemeente Amsterdam, verweerder
Inleiding
Overwegingen
zeg [rapper] geen stress als ik die man zie dan ik schiet die hele clip leeg” [1] . Op grond van de bestuurlijke rapportage van de politie van 6 maart 2024 stelt verweerder dat online uitingen binnen dit conflict een katalysator zijn voor geweld. Het is aannemelijk dat de wanordelijkheden (onder meer) worden aangejaagd door berichtgeving op social media en dat er daarom ernstige vrees bestaat dat ook de berichtgeving van verzoeker op onder andere Snapchat en Instagram tot verdere verstoring van de openbare orde en ernstige wanordelijkheden kan leiden. Verweerder meent dat zij daarom genoodzaakt is, gelet ook op de positieve verplichting die zij heeft op grond van artikel 2, eerste lid, van het EVRM [2] , preventief maatregelen te nemen om het leven en de veiligheid van verzoeker en andere personen te beschermen. Volgens verweerder kan er geen lichter middel worden ingezet omdat de meer subsidiaire maatregelen reeds zijn uitgeput en onvoldoende effect sorteren. De maatregel is geschikt omdat uit de bestuurlijke rapportage aannemelijk is geworden dat de online uitingen van verzoeker als prominent lid van [rapgroep 1] een wijdverbreid effect hebben in het conflict, mede door het grote aantal volgers en het gegeven dat de berichten van verzoeker verder worden verspreid.