ECLI:NL:RBAMS:2024:2281

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
C/13/742841 / HA RK 23-374
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopig getuigenverhoor en verzoek om inzage in documenten in civiele procedure tussen industriële reinigingsbedrijf en energieproducent

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 april 2024 een tussenbeschikking gegeven in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap STORM INDUSTRIEDIENSTEN B.V. (hierna: Storm) en VATTENFALL POWER GENERATION NETHERLANDS B.V. (hierna: Vattenfall). Storm heeft de rechtbank verzocht om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen en om inzage in bepaalde documenten op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toegewezen, omdat dit verzoek voldoende onderbouwd was en er geen verweer tegen is gevoerd. Storm wil hiermee haar positie in een mogelijke bodemprocedure versterken en aanvullend bewijs verzamelen voor haar vordering tegen Vattenfall.

Daarnaast heeft Storm verzocht om inzage in documenten die verband houden met de rechtsbetrekking tussen Storm en Vattenfall, waaronder offertes en een vaststellingsovereenkomst met de curator van een failliete onderaannemer. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Storm geen rechtmatig belang heeft bij inzage in deze documenten, omdat zij niet als partij kan worden aangemerkt in de vaststellingsovereenkomst en de onderbouwing van onrechtmatig handelen door Vattenfall onvoldoende is. De rechtbank heeft de verzoeken tot inzage in de documenten afgewezen, met uitzondering van het voorlopig getuigenverhoor, dat zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Amsterdam. Vattenfall is veroordeeld in de proceskosten van Storm, die zijn begroot op € 2.082,00.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer / rekestnummer: C/13/742841 / HA RK 23-374
Beschikking van 18 april 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STORM INDUSTRIEDIENSTEN B.V.,
gevestigd te Rhoon,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Storm,
advocaat: mr. J.A.J. Werner te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VATTENFALL POWER GENERATION NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verwerende partij,
hierna te noemen: Vattenfall,
advocaat: mr. M.H. Gardien te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van Storm met producties, ingediend op 29 november 2023, met producties,
  • de tussenbeschikking van 21 december 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • het verweerschrift van Vattenfall met producties,
  • de brief van 5 maart 2024 van mr. Gardien met een aanvullende productie,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 6 maart 2024,
  • de brief van 21 maart 2024 van mr. Schoenmaker met opmerkingen over het proces-verbaal,
  • de brief van 21 maart 2024 van mr. Werner met opmerkingen over het proces-verbaal.

2.De feiten

2.1.
Storm houdt zich bezig met (gespecialiseerde) industriële reiniging. Vattenfall houdt zich bezig met de productie van elektriciteit.
2.2.
In juni 2016 hebben Storm en Vattenfall een raamovereenkomst gesloten met betrekking tot het uitvoeren van industriële reinigingswerkzaamheden door Storm op locaties van Vattenfall.
2.3.
In februari 2019 heeft Storm op verzoek van Vattenfall een offerte uitgebracht voor reinigingswerkzaamheden voor “stookolietanks E & G” en bijbehorend leidingwerk conform de uitgangspunten van de raamovereenkomst.
2.4.
Bij brief van 12 juni 2019 stuurde Vattenfall aan Schotte een offerte aanvraag voor de amovering van de stookolie-installatie Hemweg, waarin staat:

Industrieel reinigen
Met betrekking tot industrieel reinigen is de firma Storm (…) de huisleverancier van Vattenfall. Leverancier dient t.b.v. industrieel reinigen in ieder geval bij de firma Storm (…) een offerte aan te vragen. Het staat Leverancier vrij om, indien gewenst, bij andere marktpartijen eveneens een offerte aan te vragen. (…) Vattenfall heeft een raamovereenkomt met (…) Storm (…) en de Vattenfall tarieven zullen voor uw Vattenfall gelieerde werkzaamheden van toepassing zijn. (…)
2.5.
In de offerte van Schotte aan Vattenfall van 23 juli 2019 staat:

(…) Totaal prijs offerte € 475.000,00 (…)
Verduidelijking cleaning:
(…)
Het tijdelijk opslaan, transport en verwerking van het restproduct/spoelwater/residu is niet begrepen in de aanbieding. (…)
2.6.
Op 6 augustus 2019 hebben Vattenfall en Schotte een overeenkomst van opdracht gesloten waarin staat:

(…) Nettoprijs in EUR 475.000,00 (…)
Prijsstelling
(…) De industriële reinigingswerkzaamheden zullen op basis van nacalculatie worden verrekend. Hiertoe zijn door Schotte i.o.m. Vattenfall indicatief de hoeveelheden aangegeven en door leverancier indicatieve prijzen afgegeven. (…)
2.7.
Op enig moment is er in het kader van de industriële reinigingswerkzaamheden discussie ontstaan over (de omvang van) het meerwerk en de kosten daarvan. In februari 2020 hebben Vattenfall, Schotte en Storm hierover gesprekken met elkaar gevoerd.
2.8.
Op 24 februari 2020 heeft Vattenfall op verzoek van Storm het door Vattenfall aan Storm op 19 februari 2020 gepresenteerde overzicht gemaild van “de financiële afwikkeling”. In het overzicht wordt een bedrag van € 338.778,73 genoemd.
2.9.
Op 3 maart 2020 is Schotte failliet verklaard.
2.10.
Bij brief van 25 juni 2020 heeft Vattenfall aan Storm geschreven:

(…) Overigens heeft Vattenfall tot op heden geen onderbouwde en door Vattenfall te controleren factuur van Schotte ontvangen met betrekking tot de werkzaamheden met betrekking tot de opslag, transport en verwerking van het residu. (…)
2.11.
Op 9 juni 2021 hebben de curator van Schotte en Vattenfall overeenstemming bereikt over hetgeen Vattenfall nog verschuldigd zou zijn aan Schotte. Dit is schriftelijk vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. In het faillissementsverslag van 29 juni 2021 staat hierover:

(…) Verslag 6:
Het overleg over de afrekening van (onder meer) het meerwerk met de opdrachtgever is in de afgelopen periode afgerond. De opdrachtgever en de curator hebben een regeling bereikt, waarbij door de opdrachtgever ter finale voldoening van alle door gefailleerde en haar onderaannemers verrichte werkzaamheden een bedrag ad € 262.682,70 is voldaan. (…)
2.12.
De facturen van Storm voor in totaal € 865.942,30 voor de uitgevoerde reinigingswerkzaamheden op het terrein van Vattenfall zijn niet voldaan.

3.Het verzoek

3.1.
Storm verzoekt de rechtbank om op grond van artikel 186 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Zij legt aan dit verzoek ten grondslag dat zij overweegt een procedure te starten tegen Vattenfall om betaling van facturen te vorderen. Aan de hand van het voorlopig getuigenverhoor wil zij haar positie in een eventuele bodemprocedure inschatten en aanvullend bewijs verzamelen om haar vordering te onderbouwen.
3.2.
Daarnaast verzoekt Storm de rechtbank om Vattenfall op grond van artikel 843a Rv te veroordelen om een afschrift te verstrekken van, dan wel inzage te geven in:
I. de offerte van Schotte aan Vattenfall met betrekking tot de werkzaamheden voor Vattenfall in het kader van de sloop van de Hemwegcentrale,
II. de door Vattenfall aan Schotte verstrekte opdracht met betrekking tot de werkzaamheden voor Vattenfall in het kader van de sloop van de Hemwegcentrale,
III. de tussen Vattenfall en (de curator van) Schotte gesloten vaststellingsovereenkomst omtrent de vorderingen van Schotte op Vattenfall, en
IV. de door Schotte aan Vattenfall gerichte facturen voor de door Schotte en Storm verrichte werkzaamheden in het kader van de sloop van de Hemwegcentrale.
3.3.
Storm legt daaraan ten grondslag dat Vattenfall – al dan niet indirect via Schotte – opdrachten heeft verstrekt aan Storm die vallen onder het bereik van de raamovereenkomst, dan wel dat Vattenfall onrechtmatig gehandeld heeft ten opzichte van Storm. Volgens Storm zal zij bij afschrift van bovengenoemde bescheiden de aard, de grondslag en mogelijk ook de omvang van de vorderingen op Vattenfall kunnen aantonen.
3.4.
Vattenfall refereert zich ten aanzien van het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor aan het oordeel van de rechtbank. Vattenfall voert verweer tegen het verzoek op grond van artikel 843a Rv, voor zover het verzoek ziet op afschrift dan wel inzage van de vaststellingsovereenkomst met (de curator van) Schotte.

4.De beoordeling

Voorlopig getuigenverhoor
4.1.
Storm verzoekt de rechtbank om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen op grond van artikel 186 Rv. Storm wenst 12 getuigen te horen. Tegen het verzoek als zodanig is geen verweer gevoerd. Het verzoek is voldoende onderbouwd en voldoet aan de eisen voor toewijzing. De rechtbank wijst het verzoek daarom toe.
Verzoek tot afschrift dan wel inzage
4.2.
Verder heeft Storm de rechtbank verzocht om afschrift dan wel inzage van de onder 3.2 genoemde stukken. Vattenfall heeft deze gegevens, met uitzondering van de tussen Vattenfall en (de curator van) Schotte gesloten vaststellingsovereenkomst, bij verweerschrift overgelegd. Bij die stand van zaken heeft Storm geen rechtmatig belang bij inzage dan wel afschrift van deze stukken, zodat onbesproken kan blijven of met betrekking tot deze stukken aan de overige vereisten van artikel 843a Rv is voldaan. Dit betekent dat de vorderingen genoemd onder 3.2 sub I, II en IV zullen worden afgewezen.
4.3.
Vattenfall heeft verweer gevoerd tegen het verzoek tot afschrift dan wel inzage van de vaststellingsovereenkomst. Volgens Vattenfall heeft Storm geen concreet en direct belang bij inzage in de vaststellingsovereenkomst, omdat het slechts zou gaan om een vermoeden van Storm dat de vaststellingsovereenkomst relevant zou kunnen zijn. Bovendien is er geen sprake van een rechtsbetrekking waarin Storm partij is. Daarnaast beschikt Storm inmiddels over alle benodigde informatie, zodat niet wordt voldaan aan de relevantie-eis.
Toetsingskader
4.4.
Artikel 843a lid 1 Rv bepaalt dat hij, die daarbij een rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft.
4.5.
De rechtbank zal het verzoek van Storm beoordelen aan de hand van dit toetsingskader. Niet in geschil is dat het stuk waarvan Storm inzage verlangt voldoende bepaalbaar is. Voor toewijzing van het verzoek moet Storm daarnaast een rechtmatig belang hebben en Storm moet partij zijn bij de rechtsbetrekking.
Rechtsbetrekking
4.6.
Storm stelt dat de rechtsbetrekking voortvloeit uit een contractuele relatie met Vattenfall (of Schotte) dan wel dat er een rechtsbetrekking bestaat op grond van onrechtmatig handelen door Vattenfall. Volgens Vattenfall ontbreekt de rechtsbetrekking, omdat Storm geen partij is bij de vaststellingsovereenkomst. Een vordering op grond van onrechtmatige daad is niet onderbouwd, aldus Vattenfall.
4.7.
De rechtbank overweegt dat de vordering betrekking dient te hebben op bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarbij degene die de bescheiden vordert partij is. Ook een verbintenis uit de wet wordt aangemerkt als een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv. De rechtbank stelt in dit kader voorop dat het bestaan van de rechtsbetrekking waarop de vordering ziet voldoende aannemelijk moet zijn (ECLI:NL:HR:2020:1251).
4.8.
De rechtbank oordeelt dat Storm het bestaan van de rechtsbetrekking op grond van een overeenkomst onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Storm heeft een raamovereenkomst gesloten met Vattenfall op grond waarvan Storm (mede door derden) kon worden ingeschakeld voor reinigingswerkzaamheden op het terrein van Vattenfall. De raamovereenkomst voorziet uitdrukkelijk in de situatie waarbij een derde (in dit geval Schotte) Storm inhuurt als onderaannemer. In dat geval is er sprake van een rechtsbetrekking met Schotte en niet met Vattenfall.
4.9.
Dat Vattenfall ook rechtstreeks opdrachten aan Storm heeft gegeven, zoals Storm stelt, staat eveneens onvoldoende vast. De e-mail van Vattenfall, gericht aan Schotte, ter attentie van een medewerker van Storm naar een e-mail adres van Storm is daarvoor niet genoeg. De mogelijkheid dat er sprake is van een vergissing, zoals Vattenfall betoogt, is op zich een plausibele verklaring.
4.10.
Storm stelt dat het hiervoor onder 2.8 vermelde overzicht een rechtstreeks schikkingsaanbod van Vattenfall aan Storm bevatte dat door Storm van de hand is gewezen omdat het te laag was. Toen Schotte kort daarop failliet ging, wilde Vattenfall ineens niet meer met Storm in gesprek. Vattenfall ontkent dat zij een rechtstreeks aanbod aan Storm heeft gedaan. Wel heeft zij getracht tussen Storm en Schotte te bemiddelen toen zij onenigheid kregen over de kosten van meerwerk. De rechtbank oordeelt dat gezien de gemotiveerde betwisting door Vattenfall onvoldoende vaststaat dat Vattenfall een betalingstoezegging aan Storm heeft gedaan op grond waarvan kan worden geoordeeld dat er sprake is van enige rechtsbetrekking.
4.11.
Storm stelt dat uit de door Vattenfall overgelegde stukken blijkt dat een deel van de opdrachten aan Storm buiten de schikking met de curator zijn gehouden. Er zijn meer werkzaamheden door Storm verricht dan blijkt uit de overgelegde facturen en dit ondersteunt haar standpunt dat er zelfstandig door Vattenfall aan Storm opdrachten zijn verstrekt, aldus Storm.
Het is de rechtbank onvoldoende duidelijk geworden op welke werkzaamheden de door Vattenfall overgelegde facturen zien en niet valt uit te sluiten dat er door Storm werkzaamheden zijn verricht die niet door Schotte aan Vattenfall zijn gefactureerd. Ook is niet uit te sluiten dat (een deel van) die werkzaamheden niet vallen onder de met de curator gesloten vaststellingsovereenkomst. Dit is echter onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van een rechtsbetrekking op grond waarvan Storm aanspraak kan maken op afschrift van of inzage in de vaststellingsovereenkomst. De door Storm aangedragen omstandigheden zijn onvoldoende om aan te nemen dat er een directe overeenkomst is tussen Storm en Vattenfall. Dat Schotte werk van Storm mogelijk niet heeft gefactureerd aan Vattenfall, betekent immers niet zonder meer dat Storm ter zake van dat werk een vordering op Vattenfall heeft.
4.12.
Storm heeft haar stelling dat Vattenfall ten opzichte van haar onrechtmatig heeft gehandeld onvoldoende onderbouwd.
4.13.
Het voorgaande betekent dat het verzoek tot afschrift dan wel inzage van de vaststellingsovereenkomst zal worden afgewezen. De vraag of Storm een redelijk belang heeft bij zijn verzoek behoeft daarom geen verdere bespreking. Storm krijgt de gelegenheid tot het horen van getuigen, onder meer om te achterhalen wat zich exact heeft afgespeeld rondom het faillissement van Schotte en de door Vattenfall met de curator gesloten vaststellingsovereenkomst. Storm heeft aangegeven ook de curator te willen horen, zodat zij ook langs die weg kennis kan vergaren over de inhoud van de vaststellingsovereenkomst.
Proceskosten
4.14.
Vattenfall heeft met succes verweer gevoerd ten aanzien het verzoek tot inzage in de vaststellingsovereenkomst. Daarnaast geldt evenwel dat Vattenfall pas bij verweerschrift inzage heeft verschaft in de overige bescheiden, terwijl zij eerder inzage had kunnen verschaffen. Vattenfall zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De rechtbank begroot de proceskosten van Storm op:
- griffierecht: € 676,00
- salaris advocaat : € 1.228 (2 punten × tarief II € 614,00)
-
nakosten: € 178,00
totaal: € 2.082,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
beveelt een voorlopig getuigenverhoor,
5.2.
benoemt een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank tot rechter-commissaris,
5.3.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Amsterdam aan Parnassusweg 280 op een nader te bepalen zittingsdag,
5.4.
bepaalt dat de zaak wordt aangehouden tot
2 mei 2024om partijen in de gelegenheid te stellen hun verhinderdata en die van de op te roepen getuigen voor de maanden
juni tot en met augustus 2024door te geven aan de griffier van deze rechtbank (t.a.v. rekestenadministratie van de Afdeling privaatrecht, team Handelszaken), waarna een datum voor verhoor zal worden bepaald,
5.5.
veroordeelt Vattenfall in de proceskosten van € 2.082,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Vattenfall niet tijdig aan de beschikking voldoet en de beschikking vervolgens wordt betekend, dan moet Vattenfall € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
5.6.
wijst de overige verzoeken af,
5.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. Voetelink, bijgestaan door mr. L.M.F. van Dijck, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 april 2024.