ECLI:NL:RBAMS:2024:2245

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 maart 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
10810528
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van meerwerk in verbouwingscontract

In deze zaak heeft eiser, handelend onder de naam [handelsnaam], een vordering ingesteld tegen gedaagde 1, de vennootschap onder firma [gedaagde 1], en gedaagde 2 en 3, die vennoten zijn van [gedaagde 1]. Eiser heeft de bakkerswinkel van gedaagde 1 verbouwd en heringericht, maar gedaagde 1 heeft een deel van de facturen niet betaald. Gedaagde 1 stelt dat hij de overeengekomen geldsom heeft betaald en dat er geen sprake is van meerwerk. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser wel degelijk meerwerk heeft verricht en dat gedaagde 1 uit zichzelf had moeten begrijpen dat dit extra kosten met zich mee zou brengen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde 1 nog een bedrag van € 6.890,95 aan eiser moet betalen, omdat de werkzaamheden aan de groepenkast niet bij de overeengekomen prijs waren inbegrepen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat gedaagde 1 hoofdelijk aansprakelijk is voor de schulden van de vennootschap onder firma. Eiser heeft daarnaast aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, die door de kantonrechter zijn toegewezen. Het vonnis is uitgesproken op 22 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10810528 \ CV EXPL 23-14893
Vonnis van 22 maart 2024
in de zaak van
[eiser], handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen

1.de vennootschap onder firma [gedaagde 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde 1] ,
gemachtigde: mr. H. Yildirim.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 januari 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte met producties van [eiser] van 15 februari 2024,
- de mondelinge behandeling van 28 februari 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De beoordeling

De kern van de zaak
2.1.
[eiser] heeft de bakkerswinkel van [gedaagde 1] verbouwd en heringericht. [gedaagde 1] heeft een deel van de facturen niet betaald. [gedaagde 1] is van mening dat hij de overeengekomen geldsom heeft betaald en dat er buiten de overeengekomen werkzaamheden geen sprake is geweest van meerwerk door [eiser] , althans dat [eiser] hem niet tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging. De kantonrechter stelt vast dat [eiser] wel meerwerk heeft verricht en is van oordeel dat [gedaagde 1] uit zichzelf had moeten begrijpen dat een deel van dit meerwerk extra kosten mee zou brengen. [gedaagde 1] moet daarom nog een bedrag van € 6.890,95 aan [eiser] betalen.
2.2.
De gedaagde partijen onder 2 en 3 zijn de vennoten van [gedaagde 1] . Zij zijn daarom hoofdelijk aansprakelijk voor al haar schulden.
Wat is er gebeurd?
2.3.
[eiser] heeft in opdracht van [gedaagde 1] de winkelruimte verbouwd en het interieur daarvan heringericht. [eiser] heeft voor de werkzaamheden op 13 april 2022 een offerte uitgebracht, die [gedaagde 1] heeft geaccepteerd. In de offerte staat – voor zover voor deze zaak van belang – het volgende:

Electra Installaties werkzaamheden:
18mter 200mmx120m Elektra plafonds kabel werkzaamheden nieuwe installaties totaal 12 aparte groepkabels. Alle kast, koelkasten, toonbanken en koffieapparaten alle benodigde elektra inbouw indeling elektra indeling volgens de tekening volgens
Stopcontacten schakelaar inbouw indeling volgens de tekening 25x stuk dubbel
onder de toonbank, oven en magnetron alle plafond tekening 6 apart groep elektra groep stopcontacten indeling op maat werkzaamheden volgens de tekening. 2x rookmelder. incl. incl. upt kabel en tv-kabel inbouw volgens de tekening
Stopcontact en schakelaar inbouw. Nieuwe leiding installaties werkzaamheden
Totaal plafonds en muren elektra centraal doosjes incl. materiaal totale afwerk plafond. Indeling, inbouw, stuk, stopcontact en schakelaars volgens de tekening.
Nieuwe witte kleur (Nico, Philips, jong of Riga merk) met verwijderen incl. montagewerkzaamheden€ 8.645,00[…]
Timmerwerkzaamheden:
Wanden en panelen lambriseren. Hardhout profiel basis platen constructie werk ondernemende platen. Alle wanden en kof geteld wengé, eiken of mahonie volgens de tekening en de keuze van de eigenaar en afmetingen.
Alle afwerk koof hoek incl. timmerwerkzaamheden, benodigd materiaal en personeel. Gipsplaten incl. montage en materiaal. € 8.675,00[…]
Totaal lijst prijs €34.630,00
Onder werkzaamheden exclusief materiaal en werkzaamheden!
Sloop excl. € 2.500,00-/Schelders excl. € 2.625,00-/Stukadoor excl. € 3.850,00-/Vloer werkzaamheden. € 3.600,00-/Totaal € 22.055,00+/
Elektra kast 4 bestand nieuve 6 apart 3.80 groep extra werkzaamheden 60/80 kast en 100/125 amper buiten elektra bedrag € 2.000,00+/Schelder materiaal levering excl. werkzaamheden € 1.000,00+/Totaalprijs € 25.055,00Relatie Korting € 500,00Totaal € 24.555,00Btw2l% € 5.156,55
Totaal incl. Btw € 29.711,55”
2.4.
[eiser] is rond 13 april 2022 begonnen met de werkzaamheden en heeft het werk zeven weken later opgeleverd. Daarvoor heeft [eiser] voor in totaal € 41.683,94 gefactureerd.
2.5.
[gedaagde 1] heeft daarvan € 30.232,72 aan [eiser] betaald.
Wat wil [eiser] ?
2.6.
[eiser] wil dat [gedaagde 1] het volledig gefactureerde bedrag betaalt en vordert – kort samengevat – veroordeling van [gedaagde 1] tot betaling van € 12.867,11, vermeerderd met de wettelijk rente en kosten. Deze vordering is als volgt opgebouwd:
- hoofdsom € 11.972,39
- buitengerechtelijke incassokosten
€ 894,72 +
- totaal € 12.867,11
[eiser] heeft meerwerk verricht en er zijn extra goederen geleverd
2.7.
[gedaagde 1] stelt dat [eiser] geen andere werkzaamheden heeft verricht of goederen heeft geleverd dan partijen zijn overeengekomen, zodat er geen reden is om meer te betalen dan de € 29.711,55 die partijen zijn overeengekomen. De kantonrechter is dit niet met [gedaagde 1] eens, want [eiser] heeft meer dan alleen de overeengekomen werkzaamheden verricht en goederen geleverd.
2.8.
[eiser] heeft ter onderbouwing van zijn vordering de drie facturen overgelegd die [gedaagde 1] niet heeft betaald. Op deze facturen staat een omschrijving van werkzaamheden die zijn verricht of goederen/materialen die aan [gedaagde 1] zijn geleverd. Ter zitting heeft [eiser] toegelicht dat dit werkzaamheden waren voor het aanpassen van de elektra nadat gebleken was dat de bestaande groepenkast niet geschikt was voor de gewenste aansluitingen. Daarnaast heeft [eiser] de door [gedaagde 1] uitgekozen tegels en keukenkasten geleverd en geplaatst.
2.9.
[gedaagde 1] heeft op zichzelf niet betwist dat deze werkzaamheden zijn uitgevoerd en dat de goederen zijn geleverd en geplaatst. Ter zitting heeft [gedaagde 1] niet kunnen aangeven waar in de offerte is vastgelegd dat het aanpassen van de groepenkast en het leveren en plaatsten van kasten en tegels bij de overeengekomen prijs van € 29.711,55 zijn inbegrepen. De kantonrechter stelt daarom vast dat de door [eiser] verrichte werkzaamheden aan de groepenkast en de door hem geleverde en geplaatste tegels en keukenkasten niet bij de door partijen overeengekomen geldsom van € 29.711,55 waren inbegrepen, zodat sprake is van meerwerk.
Niet vast is komen te staan dat [eiser] tijdig heeft gewaarschuwd voor extra kosten
2.10.
Dat sprake is van meerwerk verricht door [eiser] , betekent niet zonder meer dat [eiser] dit aan [gedaagde 1] kan doorberekenen. Op grond van artikel 7:755 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan de aannemer voor meerwerk alleen een verhoging van de prijs vorderen, wanneer hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging of de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen.
2.11.
De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van [eiser] dat hij [gedaagde 1] mondeling heeft gewezen op de meerkosten en [gedaagde 1] daarom gehouden is deze te vergoeden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] weliswaar toegelicht dat hij met [gedaagde 1] mondeling heeft besproken dat de werkzaamheden aan de groepenkast en het leveren en plaatsen van de tegels en keukenkasten extra waren, maar niet dat hij op financiële consequenties heeft gewezen. Dit is geen waarschuwing in de zin van artikel 7:755 BW.
[gedaagde 1] had niet uit zichzelf hoeven te begrijpen dat er extra kosten zouden worden gerekend voor het aanpassen van de elektra
2.12.
Voor zover [eiser] betoogt dat [gedaagde 1] had behoren te begrijpen dat de door hem gewenste aanpassingen aan de groepenkast noodzakelijk tot een prijsverhoging zouden leiden, zodat [eiser] hem niet voor die prijsverhogingen hoefde te waarschuwen, overweegt de kantonrechter als volgt.
2.13.
Deze regel van artikel 7:755 BW bepaalt dat geen waarschuwingsplicht bestaat indien de opdrachtgever de noodzaak van prijsverhoging uit zichzelf had moeten begrijpen. Daarbij is niet van belang of de opdrachtgever ook inzicht had in de omvang van de prijsverhoging of de te verwachten meerkosten. Het is aan de opdrachtgever om, nadat de aannemer hem heeft gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging of wanneer hij die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen, op eigen verzoek met de aannemer over de omvang van de prijsverhoging te praten en vervolgens te beslissen of hij de gewenste toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk wil opdragen. [1]
2.14.
[eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat na een bezoek van de energieleverancier is gebleken dat de bestaande groepenkast van [gedaagde 1] verouderd was, zodat hierin verschillende wijzigingen moest worden aangebracht. Dit heeft hij doorgegeven aan [gedaagde 1] . Daaruit hoefde [gedaagde 1] niet uit zichzelf te begrijpen dat de noodzakelijke aanpassingen aan de bestaande groepenkast meerkosten mee zouden brengen bovenop de overeengekomen prijs. Weliswaar staat in de offerte dat de werkzaamheden volgens ‘de tekening’ zouden worden uitgevoerd, maar [eiser] heeft de tekening van het elektriciteitsnetwerk pas onder ogen gekregen nadat de prijsafspraak al was gemaakt. Het is niet onbegrijpelijk dat [gedaagde 1] hieruit heeft afgeleid dat de kosten voor alle aanpassingen en vernieuwingen aan het elektriciteitsnetwerk inbegrepen waren. Dat betekent dat [eiser] deze kosten niet aan [gedaagde 1] kan doorberekenen.
2.15.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van [eiser] – voor zover deze is gebaseerd op werkzaamheden aan de groepenkast – worden afgewezen.
[gedaagde 1] had wel zelf moeten begrijpen dat voor het leveren en plaatsen van tegels en keukenkasten extra kosten zouden worden gerekend
2.16.
Dit is anders voor de tegels en kasten die zijn geleverd en voor het meerwerk bestaande uit het plaatsen, monteren en afwerken van de kasten en tegels. Daarover staat niets in de offerte. [eiser] heeft onbetwist gesteld dat [gedaagde 1] na aanvang van de werkzaamheden nog 70 m² aan tegels en verschillende keukenkasten heeft besteld en dat [eiser] deze heeft geleverd en geplaatst. Daarmee was voor iedereen duidelijk dat dit zou leiden tot een verhoging van de overeengekomen prijs. [eiser] had [gedaagde 1] dus niet hoeven waarschuwen voor de daaruit voortvloeiende prijsverhoging en mag deze kosten doorberekenen aan [gedaagde 1]
2.17.
[gedaagde 1] heeft de aanschafkosten van de tegels en kasten en het door hem gehanteerde tarief voor het plaatsen en afwerken op zichzelf niet betwist, zodat de kantonrechter zal uitgaan van de op de factuur aangegeven bedragen. De kantonrechter gaat daarbij voorbij aan het standpunt van [gedaagde 1] dat hij de geplaatste tegels zelf heeft gekocht en dat [eiser] deze heeft geplaatst. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft hij ter zitting een factuur laten zien van 16 juni 2022 voor de aanschaf van 12 tegels voor een bedrag van € 420,-. Vast staat dat [eiser] op 12 april is begonnen met de werkzaamheden en hij de opdracht uiterlijk zeven weken daarna, oftewel 31 mei 20022, heeft opgeleverd. In de factuur gaat het dus niet om dezelfde tegels die [eiser] heeft geplaatst.
De verschuldigde kosten voor het meerwerk
2.18.
De kantonrechter oordeelt daarom dat [gedaagde 1] de volgende door [eiser] gefactureerde bedragen, exclusief omzetbelasting, nog moet betalen. Dat geldt alleen voor zover uit de omschrijving op de factuur duidelijk volgt dat deze betrekking heeft op het leveren en plaatsen van de tegels of keukenkasten.
Factuur 022/001127

Keuken design kasten incl. materiaal kasten prijs 2000x820 incl. montage kraan
€ 1.250,00
Alle siliconen werk incl. materiaal 15x100mt totaal niet keukenkasten ook niet kost gebracht+ alle keuken gedeeld en alle tafel en kasten wande gedeeld 150mtr
€ 1.500,00
Kasten 50mt siliconen werkzaamheden incl. interieur grote kast 2000x1650 montage werkzaamheden met materiaal gemonteerd
€ 400,00
Factuur 0022/001123

60 m2 tegel werkzaamheden pur tegelzetter kost gein apart gein ex!
€ 1.500,00
33m2 tegel apart levering 80x80 25€ speciaal discount
€ 825,00
Tegel profiel 10e 2.70 lengt extra
€ 220,00
subtotaal
€ 5.695,00
21 procent omzetbelasting
€ 1.195,95
totaal
€ 6.890,95
2.19.
[eiser] heeft vermeerdering met de wettelijke rente gevorderd vanaf 6 oktober 2022. Omdat sprake is van een handelsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 6:119a BW, zal de vordering worden toegewezen zoals hierna in het dictum vermeld.
[gedaagde 1] moet € 40,00 buitengerechtelijke incassokosten betalen
2.20.
[eiser] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Nu niet gesteld is dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, is [gedaagde 1] in beginsel geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Wel is sprake van een handelsovereenkomst, waarbij de wettelijke betalingstermijn is verstreken, zodat € 40,00 toewijsbaar is.
[gedaagde 1] moet de proceskosten van [eiser] betalen
2.21.
[gedaagde 1] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten inclusief nakosten betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
218,39
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
totaal
1.724,39
2.22.
De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één betaalt, hoeft de ander dat bedrag niet meer te betalen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 6.890,95, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW met ingang van 6 oktober 2022 en een bedrag van € 40,00 voor incassokosten,
3.2.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk in de proceskosten van € 1.724,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde 1] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Bolkestein, rechter, bijgestaan door mr. C.M. Achekar, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2024.

Voetnoten

1.Zie Hoge Raad 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:989, r.o. 3.1.3.