In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 17 april 2024, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding dat volgde op een tussenvonnis van 22 februari 2024. De eiser, slachtoffer van cryptofraude, heeft Kyrrex Ltd aangeklaagd om de NAW-gegevens van de gebruiker(s) van een account waar zijn cryptovaluta zich bevinden, te verstrekken. De eiser heeft op 20 maart 2024 Kyrrex opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 16 april 2024, maar Kyrrex is niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is verzonden en dat er voldoende waarborgen zijn dat Kyrrex op de hoogte was van de procedure.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eiser niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. Kyrrex is veroordeeld om binnen 24 uur na kennisgeving van het vonnis de volledige NAW-gegevens van de gebruiker(s) van het account te verstrekken. Tevens is Kyrrex bevolen om de bevriezing van het account te continueren en is er een dwangsom opgelegd van € 500.000,- bij niet-naleving van de veroordelingen. De kosten van het geding zijn eveneens voor rekening van Kyrrex. Deze uitspraak benadrukt de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in zaken die verband houden met cryptovaluta en de bescherming van slachtoffers van fraude.