ECLI:NL:RBAMS:2023:6218

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
C/13/737995 / KG ZA 23-739
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in kort geding over bevriezing van cryptovaluta in verband met vermeende oplichting

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 augustus 2023 een tussenvonnis gewezen in een kort geding tussen een eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Hupkes, en de vennootschap Huobi Global Limited, gevestigd op de Seychellen. De eiser heeft verzocht om een voorlopige voorziening, namelijk een ordemaatregel, om een wallet waarin cryptovaluta zijn opgeslagen te bevriezen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een vermeende oplichting waarbij de eiser aanzienlijke bedragen heeft verloren aan een criminele organisatie die via een nepadvertentie opereerde.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij slachtoffer is van fraude en dat er een spoedeisend belang is bij de gevraagde maatregel. De rechter heeft de bevoegdheid om ex parte een ordemaatregel te treffen, wat betekent dat de gedaagde, Huobi Global, niet voorafgaand aan de beslissing is gehoord. De voorzieningenrechter heeft de gedaagde bevolen om binnen twee dagen na kennisgeving de wallet te bevriezen en heeft tevens een dwangsom opgelegd voor eventuele overtredingen van dit bevel.

De verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden tijdens de mondelinge behandeling van het kort geding, die in november 2023 is gepland. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de ordemaatregel in ieder geval van kracht blijft totdat er een eindvonnis in het kort geding is gewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/737995 / KG ZA 23-739 EAM/MV
tussenvonnis in kort geding van 28 augustus 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. M.A. Hupkes te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar het recht van de Seychellen
HUOBI GLOBAL LIMITED,
gevestigd te Mont Fleuri, Mahé (Seychellen),
gedaagde.
Partijen zullen hierna [eiser] en Huobi Global worden genoemd.

1.De procedure

Op 14 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter een brief ontvangen van de advocaat van [eiser] , gedateerd 9 augustus 2023, met daarbij gevoegd een conceptdagvaarding voor een tegen Huobi Global aanhangig te maken kort geding. Zowel in de brief als in de conceptdagvaarding heeft [eiser] verzocht om hangende het kort geding een voorlopige voorziening (een ordemaatregel) te treffen op de voet van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

2.De beoordeling

2.1.
Strikt genomen gaat artikel 233 Rv over het treffen van een voorlopige voorziening tijdens een aanhangige bodemprocedure. Gezien het eigen en flexibele karakter kan ook tijdens een aanhangig kort geding om een voorlopige voorziening (een ordemaatregel voor de duur van het kort geding) worden verzocht. In artikel 254 Rv is immers bepaald dat in alle spoedeisende zaken waarin gelet op de belangen van partijen een onmiddellijke voorziening is vereist, de voorzieningenrechter bevoegd is deze te geven. Bij de redactie van de te verlenen voorziening heeft de voorzieningenrechter een grote mate van vrijheid, binnen het raamwerk van de vordering.
2.2.
[eiser] vordert bij wijze van ordemaatregel om
ex parte, dus zonder Huobi Global te horen, een zogenoemd
walletadres (zie ook hierna) te bevriezen en te bepalen dat de verdere behandeling van deze voorziening wordt voortgezet op de mondelinge behandeling van dit kort geding, waar de hoofdvordering wordt behandeld. Uitgangspunt is dat hoor en wederhoor wordt toegepast voordat een beslissing wordt gegeven. Dat fundamentele recht kan alleen wijken indien dat nodig is voor een adequate rechtsbescherming in een specifieke zaak. Dat kan het geval zijn indien een ordemaatregel nodig is om te voorkomen dat wat in kort geding wordt gevorderd anders geheel of gedeeltelijk illusoir zou worden.
2.3.
[eiser] heeft zijn verzoek om een ordemaatregel te treffen als volgt onderbouwd. Hij heeft belangstelling voor cryptovaluta en heeft een portefeuille opgebouwd. Ook raakte hij geïnteresseerd in
staking, het tijdelijk vastzetten van cryptovaluta in een
blockchain, tegen vergoeding van een vaak relatief hoge rente. Hij is via een (naar achteraf bleek) nepadvertentie in contact gekomen met een buitenlandse partij die als tussenpersoon
stakingaanbood. Die buitenlandse partij, met de website www.global-coin.pro, zei als tussenpersoon op te treden voor Blockchain Acces UK Ltd. Achter die website ging echter een geraffineerde oplichting schuil, maar [eiser] kon dat op dat moment niet weten. Hij heeft via die website meerdere
staking-contracten gesloten op grond waarvan hij eigen geld, geld van zijn vader en geld van diens BV heeft overgemaakt. In totaal is een bedrag van
€ 1.531.398,50 overgemaakt. In oktober 2022 drong tot [eiser] door dat hij slachtoffer was van oplichting. Hij heeft zich gewend tot de FIOD die eerder vergelijkbare fraudezaken heeft onderzocht. De FIOD heeft vastgesteld dat de criminele organisatie de van [eiser] gestolen cryptovaluta uiteindelijk terecht heeft doen komen in een
walletbij Huobi Global en dat die
wallet“vaker betrokken is geweest bij crypto investering scams”. Huobi Global biedt de service aan om ontvangen cryptovaluta te verkopen en de opbrengst daarvan te laten bijschrijven op een ‘gewone’ bankrekening. [eiser] heeft kunnen vaststellen dat de waarde van de
walletschommelt tussen de 800.000 en de twee miljoen Amerikaanse dollar. Dit bedrag is naar alle waarschijnlijkheid het ‘werkkapitaal’ van de criminele organisatie. In de algemene voorwaarden die Huobi Global hanteert is opgenomen dat Huobi Global bij vermoeden van fraude een
walletkan bevriezen. Bij brief van 7 november 2022 heeft [eiser] Huobi Global verzocht de
wallette bevriezen en heeft hij verzocht om de NAW-gegevens van de eigenaar. Bij e-mail van 9 november 2022 heeft Huobi Global bericht dat zij de NAW-gegevens alleen verschaft indien zij wordt gedekt door een “autoriteit”. Zij suggereert hiermee dat zij de gegevens afgeeft indien sprake is van een rechterlijk bevel. In het aanhangig te maken kort geding vordert [eiser] dan ook de NAW-gegevens van de eigenaar van de desbetreffende
wallet. De e-mail van 9 november 2022 maakt echter niet duidelijk of de
walletwel of niet wordt bevroren. Dit maakt dat [eiser] recht heeft op en belang bij een ordemaatregel die ertoe strekt de
walletzo snel mogelijk te bevriezen. Hij wil zijn verhaalsmogelijkheden veiligstellen voor het geval hij in kort geding de NAW-gegevens heeft verkregen en hij (in een bodemprocedure) de desbetreffende personen aansprakelijk heeft gesteld. Van de bevriezing moet een verrassingseffect uitgaan omdat het beoogde effect van een bevel anders gemakkelijk kan worden ontlopen. De bevriezing zou in ieder geval moeten duren totdat in het kort geding een eindvonnis is gewezen. Op de mondelinge behandeling van dit kort geding kan Huobi Global verweer voeren of desgewenst verstek laten gaan, dit alles aldus [eiser] .
2.4.
Op grond van artikel 6 sub e Rv heeft de voorzieningenrechter rechtsmacht en acht hij zich bevoegd om van het verzoek van [eiser] kennis te nemen. Het verzoek is gestoeld op een (beweerde) onrechtmatige daad en het schadebrengende feit heeft zich in Nederland voorgedaan, in die zin dat de schade in Nederland (waar [eiser] woont) is ingetreden.
2.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiser] aan de hand van de conceptdagvaarding en de daarbij behorende producties voorshands voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het slachtoffer is geworden van fraude. Eveneens heeft hij voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een spoedeisend belang heeft bij de verzochte ordemaatregel en dat die ordemaatregel in dit geval
ex partemoet worden gegeven, omdat die anders te gemakkelijk kan worden ontlopen. Een parallel kan worden getrokken met het leggen van conservatoir beslag waarvoor de voorzieningenrechter het verlof in de regel ook
ex parteverleent, indien het bestaan van de vordering summierlijk deugdelijk wordt geacht. Dit alles maakt dat voldoende aanleiding bestaat de ordemaatregel te verlenen zoals verzocht.
2.6.
[eiser] heeft verzocht om een kortgedingzitting te plannen op een termijn van zes maanden omdat hij in de gelegenheid moet zijn Huobi Global voor dit kort geding op te roepen. Omdat Huobi Global is gevestigd op de Seychellen zal het geruime tijd duren alvorens de dagvaarding conform alle voorschriften kan worden betekend, als het betekeningscertificaat al retour komt, aldus [eiser] . Omdat een ordemaatregel echter naar zijn aard niet (te) lang mag duren, wordt het volgende tijdspad vastgesteld. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de voorzieningenrechter in spoedeisende gevallen in kort geding verstek kan verlenen tegen een in het buitenland gevestigde gedaagde wanneer nog niet is gebleken dat de betekeningsvoorschriften in acht zijn genomen, indien zoveel mogelijk is gewaarborgd dat de dagvaarding degene voor wie die is bestemd daadwerkelijk heeft bereikt en wel zo tijdig dat hij nog de mogelijkheid heeft gehad verweer te voeren. Indien [eiser] de dagvaarding stuurt naar het e-mailadres van Huobi Global, en wel zo tijdig dat zij nog verweer kan voeren, kan verstek worden verleend indien Huobi Global ervoor kiest om niet op de mondelinge behandeling te verschijnen. Bepaald wordt dat de mondelinge behandeling in november 2023 zal moeten plaatsvinden, waarbij de datum zal worden bepaald na opgave van de verhinderdata door de advocaat van [eiser] via het e-mailadres kortgedingciviel.rb-ams@rechtspraak.nl. Indien die datum is verkregen dient [eiser] de dagvaarding zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 8 september 2023 per e-mail aan Huobi Global te verzenden. De ordemaatregel zal in ieder geval duren totdat in het kort geding eindvonnis is gewezen. Verdere behandeling van de ordemaatregel zal plaatsvinden op de mondelinge behandeling van dit kort geding. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
2.7.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als na te melden.

3.3. De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
beveelt Huobi Global voor de duur van dit kort geding om - binnen twee dagen nadat [eiser] dit tussenvonnis en de Engelse vertaling daarvan ter kennis van Huobi Global heeft gebracht door toezending aan e-mailadres [e-mailadres] -
walletadres [wallet adres] te bevriezen, althans de rechten om transacties te verrichten van de persoon of entiteit op wiens naam de
walletstaat te schorsen,
3.2.
beveelt Huobi Global om binnen drie weken na de hiervoor bedoelde kennisgeving per e-mail aan de advocaat van [eiser] bekend te maken op welke dag en tijdstip de onder 3.1 bedoelde bevriezing c.q. schorsing van rechten is ingegaan en welke soort en kwantiteit cryptovaluta door de voorziening zijn getroffen;
3.3.
veroordeelt Huobi Global tot betaling van een dwangsom van € 500.000,- voor iedere overtreding van de onder 3.1 en 3.2 genoemde bevelen, te vermeerderen met een dwangsom van € 100.000,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, een en ander met maximum van € 2.000.000,-,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
bepaalt dat de verdere behandeling van deze ordemaatregelen wordt voortgezet ter zitting van de hoofdvordering in dit kort geding op de wijze zoals beschreven onder 2.6 van dit vonnis,
3.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MV