Beoordeling
8. Partijen twisten over de vraag of MSN onder de werkingssfeerbepaling van de cao valt. Wanneer dat het geval is, is MSN gehouden de bepalingen van de cao na te leven voor de periode dat die bepalingen algemeen verbindend zijn verklaard.
9. Daarin is ook het belang van FNV bij de gevraagde verklaring voor recht gelegen. MSN betwist dat belang met de stelling dat zij zich bereid heeft verklaard de cao toe te passen, maar FNV bestrijdt dit terecht door erop te wijzen dat de belangen van werknemers van MSN beter zijn beschermd wanneer de (algemeen verbindend verklaarde) cao op basis van de werkingssfeer van toepassing is dan op basis van een vaststellingsovereenkomst tussen FNV en MSN. Daarbij kan FNV bij verplichtstelling van de cao naleving tot vijf jaar terug vorderen, dat kan leiden tot aanzienlijke loonvorderingen. Weliswaar heeft MSN over een aantal jaren nabetalingen gedaan, maar niet is komen vast te staan dat zij daarmee volledig aan de cao heeft voldaan over de gevorderde periodes. Conclusie is dat FNV voldoende belang heeft bij de gevraagde verklaring voor recht.
10. Die verklaring voor recht is slechts toewijsbaar wanneer MSN onder de werkingssfeerbepaling valt. Die vraag moet worden beantwoord aan de hand van de zogenaamde cao-norm, die inhoudt dat aan een bepaling in een cao een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven, waarbij in beginsel de bewoordingen van de bepalingen, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao, van doorslaggevende betekenis zijn. Indien bedoelingen van cao-partijen uit de bepalingen of een eventuele schriftelijke toelichting daarop kenbaar zijn voor alle individuele werknemers en/of werkgevers die niet bij de totstandkoming van de cao zijn betrokken, kan daaraan naar objectieve maatstaven ook betekenis worden toegekend. Verder kan bij de uitleg acht worden geslagen op de elders in de cao gehanteerde formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, mogelijke tekstinterpretaties kunnen leiden.
11. MSN betwist dat haar activiteiten vallen onder de werkingssfeer van de cao, omdat zij slechts eigen vervoer verricht. Dat is ook de reden dat MSN geen vergunning voor het vervoer nodig heeft en er geen vergoeding voor ontvangt. Zowel de containers die zij ophaalt als het afval dat zij vervoert, dat vanaf het moment dat het wordt overgedragen eigendom is van MSN, vervoert MSN voor eigen rekening. De conclusie is volgens MSN daarom dat zij noch onder het eerste noch onder het tweede deel van de werkingssfeerbepaling van artikel 2 lid 1 sub a van de cao valt.
12. De vraag of de cao van toepassing is, moet worden beoordeeld aan de hand van de werkingssfeerbepaling in de cao zelf (artikel 2) en de hiervoor aangehaalde cao-norm. Artikel 2 lid 1 sub a van de cao is een en/of-bepaling, zodat wanneer komt vast te staan dat MSN valt onder de beschrijving voor of na ‘of’, zij onder de hoofdregel van de werkingssfeerbepaling valt. In zoverre is het verweer dat het goederenvervoer van de (volle) containers en het afval moet worden gezien als “eigen vervoer” en niet als (vergunning plichtig) beroepsgoederenvervoer over de weg voor derden, niet relevant. In tegenstelling tot wat MSN stelt, maakt de cao geen onderscheid tussen beroepsgoederenvervoer en eigen vervoer. Volgens het tweede gedeelte van artikel 2 lid 1 sub a van de cao moet het gaan om “tegen vergoeding geheel of ten dele vervoer verrichten anders dan van personen, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen”. MSN verricht (over de weg) vervoer anders dan van personen, aangezien zij containers en afval transporteert. Voorts staat voldoende vast dat zij dat tegen vergoeding doet. Uit de voorbeeldofferte die FNV in het geding heeft gebracht volgt dat de aanbieding die MSN aan klanten doet, mede is gebaseerd op de locatie van het bedrijf dat gebruik wil maken van de diensten van MSN. Daaruit blijkt derhalve dat locatie een factor is voor de prijs, waaruit volgt dat vervoer in de prijs is verdisconteerd. Verder is in artikel 2.1 van de algemene voorwaarden van MSN bepaald dat haar tarieven zijn gebaseerd op de ‘huidige kosten van transport en verwerking’ en in artikel 2.3 dat MSN gerechtigd is om ieder jaar haar prijzen aan te passen conform de kostenontwikkelingen voor het binnenlands vervoer zoals bepaald door de NEA (de Nederlandse Emissie Autoriteit). Ten slotte is in artikel 2.4 bepaald dat MSN haar prijzen mag wijzigen, onder andere wanneer de brandstofkosten stijgen of wanneer de locatie waar de be- of verwerking plaatsvindt, wijzigt. Dat zijn allemaal sterke aanwijzingen dat in de prijs die MSN berekent aan haar klanten, transportkosten zijn verwerkt. Daarbij heeft FNV ter zitting, aan de hand van een cijfermatig en door MSN verder niet bestreden voorbeeld, voldoende aannemelijk gemaakt dat de tarieven die MSN hanteert ook een vergoeding inhouden voor het afvoeren van het afval.
13. De conclusie is dan ook dat voldoende vaststaat dat de klant die gebruik maakt van de diensten van MSN (ook) een vergoeding aan MSN betaalt voor het vervoer van het afval. Dat dat anders zou zijn is overigens ook moeilijk voorstelbaar, nu de corebusiness van MSN het ophalen (en (laten) verwerken) van afval is. Op welke manier en met welke reden het afvoeren van het afval, en dus het transport ervan, daar tussenuit zou vallen en niet voor rekening van de klant zou komen, heeft MSN verder niet uitgelegd. Dat MSN aan klanten geen separate vergoeding in rekening brengt voor het vervoer, is voor de werkingssfeer van de cao voorts niet noodzakelijk. Ook als de vergoeding voor vervoer is verdisconteerd in de prijs die MSN voor het geheel van haar dienstverlening aan haar opdrachtgevers in rekening brengt, is sprake van vervoer tegen vergoeding en dus niet van eigen vervoer (zie ook ECLI:NL:GHSHE:2023:3081). 14. Dat is bedongen dat de aangeboden afvalstoffen na ontvangst en acceptatie ervan ‘worden beschouwd als afvalstoffen waarvan de klant afstand heeft gedaan’, zoals in artikel 5.16 van de algemene voorwaarden is bepaald, is gezien het voorgaande niet relevant. Die omstandigheid maakt niet dat MSN eigen vervoer verricht, nog los van de conclusie dat dat geen onderscheidend criterium is in de werkingssfeerbepaling. Het spreekt voor zich dat MSN de betreffende bepaling heeft opgenomen in haar algemene voorwaarden, nu zij wil voorkomen dat zij in een situatie terechtkomt waarbij een klant teruggave vraagt van eerder aangeboden afval. Van doorslaggevend belang bij de bepaling of een werkgever onder de werkingssfeer van de cao valt is of de werkgever voor zichzelf vervoert of ten behoeve van een derde. Zonder klanten had MSN geen producten om te vervoeren, wat logischerwijs meebrengt dat het vervoer van de producten (in dit geval afval) afkomstig van klanten geen eigen vervoer is.
15. De activiteiten van MSN vallen gezien het voorgaande onder de hoofdregel van de werkingssfeerbepaling van de cao, ook als zij geen vergunning zou behoeven voor het door haar verrichte vervoer. Het verweer dat MSN ter zitting nog heeft gevoerd over de komma achter het woord ‘personen’ wordt niet gevolgd, alleen al omdat de bewuste komma er nu eenmaal staat en onvoldoende toelichting is gegeven dat die er niet had moeten staan. Evenmin wordt MSN gevolgd in haar stelling dat de transportkosten onderdeel zijn van de huurovereenkomst (van de container) en het vervoer ervan slechts van ondersteunende aard is. Niet de verhuur van een verzamelmiddel maar het ophalen en afvoeren van het afval (eventueel met behulp van een gehuurd inzamelmiddel) vormt de kern van de activiteiten van MSN. Bovendien heeft MSN een en ander ook cijfermatig niet toegelicht, door bijvoorbeeld, gestaafd met jaarcijfers, inzicht te geven in de verhouding tussen de kosten dan wel opbrengsten van de verhuur van de inzamelmiddelen ten opzichte van de kosten voor het vervoer en de verwerking van het ingezamelde afval.
16. MSN doet niet expliciet een beroep op één van de uitzonderingen van artikel 2 lid 2 sub a van de cao, maar refereert er in haar conclusie van antwoord wel aan. Nu echter verder niet is aangevoerd dat MSN een eigen of eigenbedrijfstak-cao moet toepassen dan wel over een eigen vastgelegd arbeidsvoorwaardenpakket beschikt, kan alleen al daarom niet worden uitgegaan van een uitzonderingspositie van MSN.
17. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat het Pensioenfonds Vervoer in maart 2013 heeft laten weten dat MSN niet onder de verplichtstelling viel en SPNG in april 2018 juist heeft vastgesteld dat MSN wel onder de verplichtstelling van het Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel viel. Hoewel voorstelbaar is dat dit verwarring kan opleveren bij MSN, kunnen deze omstandigheden op zichzelf er niet toe leiden dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om de vordering van FNV toe te kennen ook over de periode vóór 25 mei 2022. MSN had daarvoor meer moeten aanvoeren, zoals reëel te verwachten problemen voor haar financiële positie wanneer de cao met terugwerkende kracht van toepassing wordt geacht. Dat heeft zij niet gedaan. Voor cao’s geldt immers dat die moeten worden nageleefd ook voor een periode uit het verleden. De achterliggende gedachte van een cao is uniformering van arbeidsvoorwaarden, die – bij een algemeen verbindend verklaring – door iedere werkgever die onder de cao valt, moeten worden nageleefd. Anders zouden werkgevers in een (voordeligere) concurrentiepositie kunnen komen te verkeren.
18. Dat betekent dat MSN als onderneming onder de werkingssfeer van de cao valt en dat de gevraagde verklaring voor recht toewijsbaar is. Als gevolg daarvan wordt MSN eveneens veroordeeld tot naleving met terugwerkende kracht van de algemeen verbindend verklaarde cao over de periodes als gevorderd van 17 augustus 2017 tot en met 31 december 2019, 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020 en 29 september 2021 tot en met 31 december 2022. Ook wordt MSN veroordeeld om aan te tonen dat de cao in deze periodes correct is nageleefd, onder overlegging van deugdelijke berekeningen en salarisspecificaties, en tot uitbetaling van de loontegoeden die door de correcte naleving zijn ontstaan. De dwangsom zal daarbij worden gematigd en gemaximeerd als na te melden en is niet toewijsbaar voor zover het betaling van bedragen betreft.
19. FNV heeft voorts schadevergoeding gevorderd op grond van artikel 3 Wet AVV. Volgens FNV lijdt zij door het niet-naleven van de cao schade, waaronder reputatieschade en verlies aan werfkracht. Daarnaast hebben FNV en VNB vele uren aan de kwestie besteed. MSN heeft hiertegen aangevoerd dat niet is aangetoond dat zij handelt in strijd met de algemeen verbindend verklaarde bepalingen in de cao en dat FNV daartoe juist een vordering heeft ingesteld.
20. Nu de vordering van FNV dat MSN de cao moet naleven toewijsbaar is en MSN voorts niet heeft bestreden dat zij (ook over het verleden) de cao niet (steeds) heeft toegepast – onder meer op het gebied van loon, loon bij ziekte, atv-dagen en extra verlof voor oudere werknemers – is het verweer van MSN ongegrond. Cijfermatig heeft zij de vordering niet betwist. Daarmee is de schadevergoeding, door FNV beperkt tot een bedrag van € 25.000,-, toewijsbaar, evenals de rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding.
21. MSN wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten in conventie belast.
in voorwaardelijke reconventie
22. Nu de voorwaarde voor het instellen van de vordering in reconventie is vervuld, wordt daaraan toegekomen.
22. FNV heeft tegen de vordering in reconventie terecht aangevoerd dat slechts sprake is van een verzoek dat niet op redelijke grond is gedaan, als FNV misbruik zou maken van haar bevoegdheid. Dat is hier niet aan de orde. FNV heeft voldoende toegelicht dat zij eerst nadat zij van controleurs signalen ontving dat de cao niet werd nageleefd, gebruik heeft gemaakt van haar controlebevoegdheden op grond van artikel 78 van de cao. Toen MSN vervolgens betwistte dat de cao van toepassing was op haar onderneming, was het voldoende duidelijk dat zij deze niet naleefde en moest en mocht FNV overgaan tot haar sommatie van 19 december 2022 op grond van artikel 3 Wet AVV. Als MSN deze sommatie tevens heeft opgevat als een uitvoering van de controlebevoegdheid op grond van artikel 78 van de cao, en als al zou komen vast te staan dat FNV daarin voor teveel werknemers gegevens heeft opgevraagd en/of dat zij die gegevens binnen een termijn van 12 maanden opnieuw heeft opgevraagd, maakt dat nog niet dat het verzoek is gedaan op een niet redelijke grond. De gevorderde schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.
22. MSN wordt als de in het ongelijk gestelde partij ook met de proceskosten in (voorwaardelijke) reconventie belast, die gelet op de samenhang met de conventie worden gesteld op nihil.