Uitspraak
KRECHTBANK AMSTERDAM
1.1. De procedure
- het proces-verbaal van 15 februari 2024 met daarin opgenomen de gronden tot wraking met daaraan gehecht de aantekeningen van de griffier;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 6 maart 2024 op het verzoek tot wraking;
- de e-mails van mr. Weermeijer d.d. 6 maart 2024 met een verklaring van verzoeker en van een toehoorder.
De beslissing is bepaald op 15 maart 2024.
2.De feiten
“De kantonrechter stelt zichzelf voor en introduceert partijen en geeft weer hoe hij de standpunten van partijen heeft begrepen. De kantonrechter begrijpt de vordering en de inhoud van het geschil niet volledig en stelt daartoe vragen aan partijen. Mr. Weermeijer geeft aan vragen niet te willen beantwoorden en geeft aan dat hij de kantonrechter zal wraken als hij niet zelf kan vertellen wat hij wil, los van de gestelde vragen. De kantonrechter geeft aan dat het voor een goed begrip van de zaak noodzakelijk is een antwoord te krijgen op de gestelde vragen. Hierop wordt de kantonrechter door mr. Weermeijer gewraakt.”
3.Het verzoek en de gronden daarvan
4.De reactie van de rechter
5.5. De gronden van de beslissing
Op grond van het vorenstaande wordt beslist als volgt.