Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9, OLW: ne bis in idem
ne bis in idem-beginsel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder e, OLW.
Chambre Tribunal de Grande Instance de Marseille(Frankrijk) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar. Die straf heeft hij al uitgezeten. Het betrof deels dezelfde feiten, als die aan het arrest waarvan nu de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, ten grondslag liggen.
first instance judge’ in Caglieri zich over deze kwestie heeft gebogen, en heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een schending van het
ne bis in idem-beginsel. Het feit dat dit door een rechter in eerste aanleg is geoordeeld, terwijl hoger beroep is ingesteld tegen het vonnis, overtuigt niet. Het is dan ook niet duidelijk hoe het Hof van Cagliari er in hoger beroep mee omgegaan is. Bovendien heeft de rechtbank zelfstandige bevoegdheid om te oordelen of de overlevering wordt verzocht voor dezelfde feiten als waar al eerder over geoordeeld is.
‘two distinctive associative organizations’
.Deze redenering overtuigt niet. In onderhavige zaak kan niet worden vastgesteld dat het eerdere feitencomplex niet onlosmakelijk verbonden is met het feitencomplex zoals genoemd in het EAB. De raadsman verwijst hierbij naar een uitspraak van 19 september 2023 waar dit wel werd geoordeeld. [5]
ne bis in idem-beginsel.
ne bis in idem-beginsel.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Parket bij het Gerechtshof van Cagliari (Italië).
[opgeëiste persoon] .
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf en schorst de gevangenhouding onmiddellijk tot het moment van die tenuitvoerlegging. Dit bevel is apart opgemaakt.