Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 maart 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 26 maart 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK) behandeld. Eiser, die stelt dat hij door pijn in zijn rug en benen niet meer dan 100 meter kan lopen, heeft zijn aanvraag voor een GPK ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag op 14 juli 2022 afgewezen, en na bezwaar is deze afwijzing bevestigd op 4 mei 2023.
De rechtbank beoordeelt of het college terecht heeft besloten om de aanvraag af te wijzen. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet in staat is om meer dan 100 meter te lopen, en dat hij om deze reden recht heeft op een GPK. De rechtbank stelt vast dat het college het medisch advies van de GGD heeft betrokken bij de beoordeling van de aanvraag. Dit advies concludeert dat eiser in redelijkheid in staat is om meer dan 100 meter zelfstandig te lopen, ondanks de pijn die hij ervaart.
De rechtbank oordeelt dat het college zorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen reden is om aan de juistheid van het GGD-advies te twijfelen. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een GPK, zoals gesteld in de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen GPK ontvangt en geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of proceskosten.