Op 4 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Rechtbank voor Strafzaken Nr. 2 te Manresa, Spanje. De officier van justitie had op 13 november 2023 verzocht om de behandeling van het EAB, dat strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Libië, die momenteel gedetineerd is. De zitting vond plaats op 21 december 2023, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd, ondanks het verweer van de raadsman dat de overlevering in strijd zou zijn met artikel 22 van de Overleveringswet (OLW) vanwege een overschrijding van de 60-dagen termijn. De rechtbank oordeelde dat de OLW niet uitsluit dat de beslistermijn met terugwerkende kracht kan worden verlengd. De identiteit van de opgeëiste persoon werd bevestigd, en het EAB vermeldde een vonnis van de Spaanse rechtbank van 12 juli 2016, waarin een vrijheidsstraf van 18 maanden was opgelegd.
De rechtbank concludeerde dat het EAB voldeed aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering. De raadsman had ook aangevoerd dat de overlevering om humanitaire redenen geweigerd moest worden, omdat de opgeëiste persoon een asielprocedure in Nederland had lopen. De rechtbank oordeelde echter dat dit geen grond voor weigering opleverde. Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering toegestaan, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 januari 2024.