2.5.1.In de verklaring van [eiser] staat vermeld:
“(…) a. (…) Bij het afsluiten van de overeenkomsten was ik 44 jaar oud. Gehuwd met [naam] . Ik was werkzaam als kantoormedewerker in Cacaofabriek in Koog aan de Zaan. Mijn vrouw was werkzaam als pedicure. Samen met haar heb ik drie kinderen gekregen. De oudste was toen 14, de middelste was toen 13 en de jongste 10 jaar oud.
b. (…) Bij ons thuis is een tussenpersoon langs geweest van een bureau uit Zaandam. Mijn vrouw was wel thuis en heeft ook kort kennisgemaakt, maar heeft verder niet deelgenomen aan de gesprekken. Met de tussenpersoon heb ik gesproken dat ik de wens had om te sparen voor later. Bijvoorbeeld eventuele studiekosten voor de kinderen of bijvoorbeeld voor het kopen van een koopwoning. Mijn vrouw wist dat ik geld opzij zou zetten voor later, maar niet dat ik iets met aandelen zou gaan doen of daar een lening voor zou afsluiten.
c. (…) De inleg betaalde ik vanaf de ING-rekening Daar kwam mijn salaris op binnen. Feitelijk was deze rekening een en/of rekening.
d. (…) Mijn vrouw wist pas voor het eerst van de overeenkomsten bij Dexia in aanloop naar onze scheiding. Wij zijn gescheiden in 2003, dat is ook het jaar dat mijn vader overleed. Mijn vrouw wist toen alleen nog maar dat ik wat spaarpotjes had bij Dexia. Ik zou er twee houden en zij één. Voor mijn vrouw was het toen nog niet duidelijk dat het iets anders was dan sparen met een goede rente. Dat het een lening betrof heeft zij later begrepen van haar boekhouder. Die adviseerde om met die overeenkomsten te stoppen.
e. (…) Naast de ING-rekening voor ons huishouden had míjn vrouw ook een eigen rekening bij de ING voor inkomsten als pedicure. Mijn vrouw had denk ik ook een bankpas van de gezamenlijke ING-rekening. Zij deed haar uitgaven veelal met contant geld, voor de boodschappen enzo. Haar rekening gebruikte zij voor de kosten van haar praktijk.
f. (…) Mijn salaris kwam op de gezamenlijke ING-rekening en haar salaris of verdiensten uit werk als pedicure ging naar haar eigen rekening.
g. (…) De financiële administratie verzorgde ik. Grotendeels handmatig, maar ook al een en ander via de computer. Ik regelde alle betalingen. Daarmee bedoel ik de vaste lasten. Mijn vrouw hield zich alleen bezig met de financiën van haar eigen bedrijf.
h. (…) Zoals ik zei regelde ik alle betalingen en overboekingen. Mijn vrouw regelde de boodschappen. Mijn vrouw kon zelf geld pinnen voor haar uitgeven, maar meestal gebruikte zij contant geld van de praktijk.
i. (…) Ik opende de bankafschriften van de gezamenlijke rekening. Ik stopte na het openen de afschriften in een ordner en stond in de kast. Mijn vrouw zou daar gewoon bij kunnen, maar dat had haar interesse helemaal niet. Financieel hadden wij toen niets te klagen.
j. (…) De belastingaangifte regelde ik samen met een kennis die ook werkzaam was als administrateur. Ik ging daar met de stukken heen om dat te regelen. Mijn vrouw hoefde niet te tekenen voor zover ik mij kan herinneren. Voor haar bedrijf had zij een boekhoudbureau.
k. (…) Na de scheiding in 2003 heb ik zonder problemen een hypotheek afgesloten. Pas een paar jaar terug bleek dat ik geregistreerd stond omdat ik geen creditkaart kon krijgen.
l. (…) Nee, alleen mijn pensioen via de werkgever. De werkgever had een eigen pensioenfonds.
m. (…) Grotere uitgaven hadden wij wel overleg over. Meubels of duurdere dingen voor de kinderen, dan hadden wij daar wel overleg over. (…)”.
2.5.2.In de verklaring van [naam] staat vermeld:
“(…) a. (…) In november 1999 was ik 40 jaar oud. Samen met mijn
(toenmalige) man [eiser] heb ik drie kinderen gekregen. Oudste dochter was toen 14, een zoon van 1986 dus 13 en de jongste zoon van 1989, dus die was 10. Ik was werkzaam als pedicure in een bejaardentehuis en aan huis.
b. (…) Ik weet dat er iemand bij ons thuis is geweest. Ik kan mij herinneren dat het een vrouw was en ik heb koffie ingeschonken. Verder heb ik niet deelgenomen aan het gesprek. Mijn man regelde de financiën. Ik weet alleen dat hij geld opzij wilde zetten om te sparen voor eventuele studie voor de kinderen. Ik wist niet beter dan dat er werd gespaard. Van aandelen of Dexia wist ik echt niets.
c. (…) Dat wist ik niet. Er was een spaarpotje wel voor de kinderen, maar het kan ook van mijn man zijn salaris zijn betaald. Ik wist toen echt heel weinig van de financiën.
d. (…) Dat is rond de scheiding geweest. Wij hadden een advocate die zowel met mij als met mijn man sprak over de financiële afwikkeling. Toen bleken er drie polissen te zijn bij Dexia. Ik dacht toen nog dat die spaarpotjes waren. In de scheiding is afgesproken dat ik één polis op mijn naam zou zetten. Niet wetende dat het een risicovol product was. Ik was eerst nog
boos, want ik kon toen de polis niet eens op mijn naam zetten want Dexia vond mij niet kredietwaardig genoeg. Pas later hoorde ik dat het een lening was en niet sparen, daar wees mijn accountant mij op. [eiser] heb ik toen verteld dat ik er niets meer mee te maken
wil hebben. Dat speelde dus allemaal na onze scheiding in 2003.
e. (…) Wat ik mij kan herinneren is dat wij een rekening hadden bij de ING-bank. Dat was een rekening op beide namen, maar daar had ik geen bankpas van in die tijd. Ik meen
dat wij een rekening bij de Rabobank hebben gehad. Die is alleen ergens in die tijd door [eiser] opgezegd. In 1994 was ik geslaagd voor mijn pedicure diploma en toen heb ik ook een eigen rekening gekregen bij de ING waar mijn verdiensten op werden overgemaakt. Ik gebruikte vooral contant geld, dat kreeg ik van [eiser] of ik kreeg de pas mee om mee te pinnen.
f. (…) Salaris van mijn man kwam binnen op de ING-rekening waar mijn man alle vaste lasten ook van betaalde. Van die rekening kreeg ik ook mijn huishoudgeld. Mijn inkomsten stortte ik op mijn eigen ING-rekening. Ik spaarde op die rekening om mijn man de gemaakte studiekosten terug te betalen. Daarnaast spaarde ik voor mijn motorrijbewijs.
g. (…) [eiser] regelde de financiën. Ik had wel mijn eigen kasboekje, maar dat was alleen voor mijn pedicure gebeuren. Alle betalingen regelde mijn man. Als ik boodschappen deed van het huishoudgeld dan schreef ik dat op zodat mijn man dat kon inzien.
h. (…) Alleen contante betalingen in winkels of boodschappen deed ik. Mijn man regelde alles wat moest worden overgeboekt en de betalingen van de vaste lasten.
i. (…) [eiser] opende de bankafschriften en bewaarde die in mapjes van de bank. Ik keek daar nooit in. Toen wij uit elkaar gingen wist ik niet eens hoeveel mijn man verdiende. Ik had
werkelijk geen idee. Mijn eigen bankafschriften beheerde ik zelf.
j. (…) Mijn man regelde de belastingaangifte en had daar hulp bij van een broer van een goede vriend. Mijn man nam de stukken mee naar die accountant. Ik keek de aangiftes nooit in.
k. (…) Nee.
l. (…) Nee, toen had ik niets. Ik heb nu wel een lijfrentepolis, maar dat is pas jaren later na de scheiding geweest.
m. (…) Vakanties hadden wij wel overleg over. Mijn man regelde de financiën dan verder. (…)”.