Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 maart 2024 in de zaak tussen
[eiser] ), eiser
Inleiding
re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende heeft geacht.
Totstandkoming van het besluit
Wettelijk kader
re-integratieverplichtingen van een werkgever tijdens ziekte van zijn werknemer. Uit het negende lid van dit artikel volgt dat, indien een werkgever zonder deugdelijke grond onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, verweerder het tijdvak gedurende welke een werknemer recht heeft op doorbetaling van zijn loon met ten hoogste 52 weken verlengt. Dit wordt een loonsanctie genoemd.
re-integratie-inspanningen onvoldoende vindt, maar tot het oordeel komt dat de werkgever daarvoor een deugdelijke grond heeft. Van werkgever en werknemer worden geen
re-integratie-inspanningen verlangd wanneer de werknemer geen mogelijkheden heeft tot het verrichten van arbeid in het eigen bedrijf of bij een andere werkgever.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 24 augustus 2022;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten en betaling van € 70,80 aan reis- en verblijfkosten aan eiser.
mr.I.G.A. Karregat, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2024.