Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Substituut Procureur des Konings bij het Parket van de Procureur des Konings Limburg, België (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
thans gedetineerd in [detentieadres],
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
1347/2022.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
- de betrokkene zal na de betekening van de beslissing uitdrukkelijk worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure, of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing en;
- de betrokkene zal geïnformeerd worden over de termijn waarover hij
5.Strafbaarheid; Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6 OLW
7.. Weigeringsgrond artikel 11 OLW: detentieomstandigheden België
1. In welke detentie-instelling zal de opgeëiste persoon gedetineerd worden?
De opgeëiste persoon zal niet worden opgesloten in een cel met minder dan 3 m 2 individuele levensruimte.
De gemiddelde minimum leefruimte van elke cel is 9 m 2 inclusief vast meubilair.
De sanitair blokken omvatten een wasbak en een toilet dat is afgescheiden van de rest van de cel door een muur of scherm;
Het vast meubilair omvat onder andere een tafel, kast, bed en bureau.
De opgeëiste persoon zal een bed ter beschikking hebben en zal bijgevolg niet op grond hoeven te slapen.
Er worden verschillend dagactiviteiten buiten de cel voorzien. Deze activiteiten omvatten in ieder geval regelmatige wandelingen in een open koer en familiebezoeken alsook toegang tot gemeenschappelijke ruimtes. Aanvullende activiteiten zoals sport en arbeid zijn onderhevig aan aanzienlijke wachtlijsten.
3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Procureur des Konings van het Parket van de Procureur des Konings Limburg (België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.