Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
bevel tot aanhouding bij verstek in fine uitlevering van 30 november 2023.
Wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van verdovende middelen, Koninklijk besluit van 06.09.2017 houdende de regeling van verdovende middelen en psychotrope stoffen. In onderdeel c) is tevens vermeld dat op het feit een maximumstraf staat van 10 tot 15 jaar terwijl ook – in lijn met de omschrijving van het feitencomplex – het lijstfeit “illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen” is aangekruist, zodat een onderzoek naar de strafbaarheid van het feit naar Nederlands recht achterwege moet blijven. Van twijfel over de vraag voor welk strafbaar feit de overlevering wordt verzocht, is dan ook geen sprake. De rechtbank verwerpt het verweer.
4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Detentieomstandigheden in België
1.In welke detentie-instelling zal de opgeëiste persoon gedetineerd worden?
3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank eerste Aanleg Limburg, afdeling Tongeren, België, voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.