Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
2.De feiten en het verzoek
3.De beoordeling van het verzoek
“Dan wraak ik u. Ik had een oproep gekregen voor 10.15 uur. U heeft er gewoon lak aan.
Rechtbank Amsterdam
Op 2 november 2023 diende een wrakingsverzoek van vier verzoekers, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, tegen de kantonrechter mr. J.H.J. Evers. De verzoekers waren ontevreden over de gang van zaken tijdens de zitting, waarbij de rechter eerder begon met de behandeling van andere zaken dan de verzoekers verwachtten. De gemachtigde van de verzoekers, mr. Voorbach, heeft tijdens de zitting aangegeven dat hij de rechter wraakt en dat hij de wrakingsgronden per e-mail zou toesturen. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld op basis van de artikelen 8:15 en 8:16 van de Algemene Wet Bestuursrecht, die vereisen dat wrakingsgronden tijdig en volledig worden ingediend.
De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren gepresenteerd die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De verzoekers hadden niet voldaan aan de vereisten om alle gronden tegelijk en tijdig voor te leggen. De Wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet gemotiveerd was en daarom kennelijk niet-ontvankelijk. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd op 7 november 2023 openbaar uitgesproken, waarbij de rechtbank benadrukte dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.