ECLI:NL:RBAMS:2023:8740
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verschoning in strafzaak wegens mogelijke partijdigheid van de rechter
Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de wrakingskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning ingediend door mr. M. van Mourik, de strafrechter die belast was met de behandeling van een strafzaak onder parketnummer 96/005688-23. De rechter voelde zich niet in staat om onbevooroordeeld deze zaak te behandelen, omdat zij de vader van de verdachte kent, die haar vroegere buurman is. Dit leidde tot de vrees dat haar onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen.
De rechtbank heeft op basis van de artikelen 517 en 518 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) geoordeeld dat er geobjectiveerde vrees bestaat voor een gebrek aan onpartijdigheid. De behandeling van een verschoningsverzoek hoeft niet ter terechtzitting plaats te vinden, wat in dit geval is toegepast. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning toegewezen en bepaald dat de behandeling van de strafzaak zal worden voortgezet door een andere rechter.
De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling en is op dezelfde dag aan de betrokken partijen, waaronder de raadsman van de verdachte en de officier van justitie, meegedeeld. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de uitspraak definitief is.