ECLI:NL:RBAMS:2023:8730
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot verschoning in een strafzaak wegens mogelijke partijdigheid van de rechter
Op 26 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de wrakingskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning ingediend door mr. W.M.C. van den Berg, strafrechter bij de rechtbank Amsterdam. Dit verzoek was ingediend in het kader van de strafzaken met parketnummers 13.650157.15 en 13.728018.15, die aan de rechter waren toegewezen. Het verzoek tot verschoning was gebaseerd op de stelling dat de rechter eerder betrokken was geweest bij de zaak of de partijen, wat de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zou kunnen brengen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering, dat de procedure voor verschoning regelt. De rechtbank oordeelde dat er gegronde redenen waren om te vrezen dat de rechter niet onpartijdig kon oordelen, gezien het feit dat de rechter op 1 september 2020 al een beschikking had gegeven in deze zaak met betrekking tot een bedreigde getuige. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek tot verschoning moest worden toegewezen.
De rechtbank heeft vervolgens besloten dat de behandeling van de strafzaken met de genoemde parketnummers zal worden voortgezet door een andere rechter. De beslissing is genomen door de voorzitter, mr. P.B. Martens, en de leden mr. N.C.H. Blankevoort en mr. A.W.J. Ros, in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.