ECLI:NL:RBAMS:2023:8495

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
13/253968-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Belgisch Europees Aanhoudingsbevel met aandacht voor detentieomstandigheden

Op 27 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat door de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen is uitgevaardigd. De zaak betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 2 oktober 2023 is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië, is beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en informatica criminaliteit, feiten die onder de lijst van bijlage 1 van de Overleveringswet vallen. De rechtbank heeft de detentieomstandigheden in de gevangenis van Turnhout, België, onderzocht, waarbij zorgen zijn geuit over de leefomstandigheden en de mogelijkheid van onmenselijke behandeling.

Tijdens de zittingen op 29 november en 13 december 2023 is de opgeëiste persoon bijgestaan door zijn raadsman en een tolk. De rechtbank heeft de gevangenhouding bevolen en de termijn voor uitspraak verlengd. De verdediging heeft zorgen geuit over de detentieomstandigheden in Turnhout, vooral na recente stakingen van het personeel. De officier van justitie heeft echter aangegeven dat de detentiegaranties voldoen aan de eisen en dat de opgeëiste persoon in overeenstemming met de fundamentele rechten zal worden behandeld.

De rechtbank heeft de garanties van de Belgische autoriteiten beoordeeld en geconcludeerd dat het algemene gevaar van onmenselijke detentieomstandigheden is weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, met inachtneming van de detentiegaranties die zijn gegeven door België.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/253968-23
Datum uitspraak: 27 december 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 6 oktober 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 2 oktober 2023 door de
Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout(België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1994
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [woonplaats]
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting van 29 november 2023
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 29 november 2023, in aanwezigheid van mr. G.M. Kolman, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. M. Broere, advocaat te Roosendaal en door een tolk in de Roemeense taal. Het onderzoek is ter zitting geschorst om de verdediging in de gelegenheid te stellen nader onderzoek te doen naar de detentieomstandigheden in de gevangenis van Turnhout, waar de opgeëiste persoon zal worden geplaatst.
De rechtbank heeft de gevangenhouding bevolen met gelijktijdige schorsing onder de voorwaarden die reeds aan de schorsing waren verbonden.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Zitting van 13 december 2023
De behandeling van het EAB is met toestemming van partijen hervat in de stand van het onderzoek ter zitting van 29 november 2023, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. M. Broere en door een tolk in de Roemeense taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een op 1 oktober 2023 afgeleverd afzonderlijk bevel tot aanhouding bij verstek door de Onderzoeksrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout (België). Referentie OR K. Helsen 2023/134.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Belgisch recht strafbare feiten. omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als zogenoemde lijstfeiten, die in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staan vermeld. De feiten vallen op deze lijst onder de nummer 1 en 11, te weten:
1. deelneming aan een criminele organisatie
11. informatica criminaliteit
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van België een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden

Standpunt raadsman
Het lijkt regelmatig mis te gaan in de gevangenis van Turnhout. Op 22 september 2023 heeft een 48-uurs staking van het personeel plaatsgevonden die werd gevolgd door een 24-uurs staking van het personeel. De gedetineerden kwamen als gevolg van deze stakingen in opstand. De Belgische strafadvocaat Kris Luyckx is in de zaak gedoken en kwam er achter dat alle medeverdachten van de opgeëiste persoon in de gevangenis van Turnhout zijn geplaatst. Om hier opheldering over te verkrijgen heeft Luyckx contact opgenomen met de Belgische officier van justitie maar die heeft tot op heden niet gereageerd. De opgeëiste persoon maakt zich grote zorgen of de gevangenis van Turnhout wel in staat is de (hierna vermelde) garantie na te leven.
Ook vraagt hij zich af of hij wel kan blijven in de gevangenis van Turnhout als bekend wordt dat de medeverdachten daar gedetineerd zitten. Het vermoeden is dat de opgeëiste persoon snel zal worden doorgeplaatst. De raadsman verzoekt om aanhouding van de behandeling van de zaak om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen te informeren bij de Belgische autoriteiten of de gevangenis van Turnhout wel in staat is om de afgegeven detentiegarantie na te leven.
Standpunt officier van justitie
De afgegeven detentiegarantie voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Er is weliswaar door de rechtbank een algemeen gevaar vastgesteld maar dit gevaar wordt voldoende ondervangen door een individuele detentiegarantie. Dat betekent dat in het geval de opgeëiste persoon zou worden overgeplaatst naar een andere gevangenis, zijn in de detentiegarantie opgenomen rechten blijven gewaarborgd. Gelet hierop ziet de officier van justitie geen aanleiding de behandeling van de zaak aan te houden voor het inwinnen van nadere informatie.
Oordeel van de rechtbank
Bij uitspraak van 14 december 2022 heeft de rechtbank in een andere zaak geoordeeld dat voor alle detentie-instellingen in België een algemeen gevaar bestaat dat gedetineerden in België worden onderworpen aan een onmenselijke of vernederende behandeling, gelet op de detentieomstandigheden in België, en dat daarom de tot dan toe verstrekte algemene detentiegarantie niet meer voldoet (ECLI:NL:RBAMS:2022:7536).
Bij brief van 24 oktober 2023 van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele rechten en Vrijheden, Dienst internationale samenwerking in strafzaken - Centrale autoriteit is de volgende garantie gegeven:
“1. In welke detentie-instelling zal de opgeëiste persoon gedetineerd worden?
[opgeëiste persoon] zal worden opgesloten in de gevangenis van Turnhout.

2. Welke waarborgen worden gegarandeerd inzake de detentieomstandigheden in de detentie-instelling?

België garandeert dat de opgeëiste persoon na overlevering zal worden opgesloten in een instelling en op een wijze die in overeenstemming is met de fundamentele rechten en in het bijzonder relevante internationale standaarden (o.a. CPT standaarden) met in begrip van voldoende individuele leefruimte, afgescheiden sanitair en dagactiviteiten buiten de cel.

In deze zaak garandeert België de volgende waarborgen inzake de detentieomstandigheden waar [opgeëiste persoon] aan zal worden onderworpen na overlevering:
- De opgeëiste persoon zal niet worden opgesloten in een cel met minder dan 3m2 individuele levensruimte. Dit geldt zowel indien de opgeëiste persoon in een eenpersoons- als in een meerpersoonscel zou worden opgesloten.
- De gemiddelde minimum leefruimte van elke cel is 9 m2 inclusief vast meubilair.
o De sanitair blokken omvatten een wasbak en een toilet dat is afgescheiden van de rest van de cel door een muur of scherm
o Het vast meubilair omvat onder andere een tafel, kast, bed en bureau.
- De opgeëiste persoon zal een bed ter beschikking hebben en zal bijgevolg niet op grond hoeven te slapen.
- Er worden verschillende dagactiviteiten buiten de cel voorzien. Deze activiteiten omvatten in ieder geval regelmatige wandelingen in een open koer en familiebezoeken alsook toegang tot gemeenschappelijke ruimtes. Aanvullende activiteiten zoals sport en arbeid zijn onderhevig aan aanzienlijke wachtlijsten.

3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden

Als algemene regel, voorziet de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden in algemene rechten en plichten voor gedetineerden, o.a. het recht op dagelijkse persoonlijke hygiëne, het recht op toegang tot gezondheidszorg en -bescherming evenredig aan dewelke wordt voorzien buiten de gevangenismuren. In dit verband, is een penitentiaire gezondheidsraad opgericht bij wet die adviseert bij het verbeteren van de kwaliteit de gezondheidszorg binnen de gevangenismuren. De medische zorg binnen de gevangenismuren is van gelijke kwaliteit als de medische zorg die wordt verstrekt buiten de gevangenismuren.”

Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover zij beschikt, gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in voorgaande garantie. [4]
De rechtbank is, gelet op deze garantie van de Belgische autoriteiten, van oordeel dat het vastgestelde algemene reële gevaar van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden hiermee voor de opgeëiste persoon is weggenomen.
Het algemene gevaar dat de rechtbank heeft aangenomen, wordt door deze garantie namelijk uitgesloten ten aanzien van de opgeëiste persoon, nu hij zal worden geplaatst in een instelling op een wijze die in overeenstemming is met de fundamentele rechten en in het bijzonder met relevante internationale standaarden (o.a. CPT standaarden). Hetgeen de raadsman ter zitting heeft aangevoerd, maakt dit niet anders.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. H.J. Bos en B. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 27 december 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW. (of eerste, derde en vierde lid OLW)
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.HvJ EU van 25 juli 2018, zaak ML, ECLI:EU:C:2018:589