In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 13 december 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV behandeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), welke door het UWV was toegewezen met een vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 39,53% per 23 juni 2021. Eiseres was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat haar beperkingen zwaarder waren dan door het UWV aangenomen. De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres 39,53% arbeidsongeschikt is, waarbij de focus ligt op de medische situatie van eiseres op de datum in geding.
De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts B&B zorgvuldig is uitgevoerd. De verzekeringsarts heeft alle relevante klachten van eiseres in de beoordeling betrokken en er zijn geen ernstige lichamelijke of mentale afwijkingen vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de expertiserapporten die door eiseres zijn ingediend, niet de waarde hebben die zij daaraan toekent. De rechtbank volgt de motivering van de verzekeringsarts B&B en concludeert dat de medische belastbaarheid van eiseres op 23 juni 2021 overtuigend is gemotiveerd.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres per 23 juni 2021 voor 39,53% arbeidsongeschikt is en wijst het beroep van eiseres ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente wordt afgewezen, evenals de vergoeding van proceskosten en griffierecht. De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de afweging van de ingebrachte expertises.