Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Apple Inc.,
Rechtbank Amsterdam
Op 20 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een rolbeslissing genomen in de WAMCA-procedure met betrekking tot vermeende inbreuken op de mededinging door Apple. De stichting Right to Consumer Justice (RCJ) had verzocht om tussentijds hoger beroep open te stellen tegen een eerder tussenvonnis van 16 augustus 2023, waarin de rechtbank oordeelde dat zij geen rechtsmacht had om kennis te nemen van de vorderingen van ontwikkelaars. RCJ stelde dat het openstellen van tussentijds hoger beroep efficiënter zou zijn dan wachten op de beantwoording van prejudiciële vragen door het HvJEU, omdat dit zou kunnen leiden tot vertraging van de procedure. Apple c.s. verzet zich tegen dit verzoek, evenals de stichting App Stores Claims (ASC), die voorwaardelijk verzet aantekende.
De rechtbank heeft het verzoek van RCJ om tussentijds hoger beroep niet verleend, omdat de eindbeslissing over de rechtsmacht pas kan worden genomen na beantwoording van de prejudiciële vragen. De rechtbank achtte het onwenselijk om tussentijds hoger beroep open te stellen over een deel van de rechtsmacht, omdat dit kan leiden tot een gefragmenteerde behandeling van de rechtsmacht in hoger beroep.
ASC verzocht om voortzetting van de procedure, maar de rechtbank wees ook dit verzoek af. De rechtbank oordeelde dat de procedure geschorst dient te worden zolang er prejudiciële vragen aan het HvJEU zijn gesteld, omdat deze vragen van invloed zijn op de rechtsmacht en verdere beslissingen in de procedure. De rechtbank heeft beide verzoeken van RCJ en ASC afgewezen en benadrukt dat de rechtsmacht eerst volledig moet worden vastgesteld voordat verdere stappen kunnen worden ondernomen.