ECLI:NL:RBAMS:2023:8176

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
9475998 EL 21-244
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in effectenleasezaak tussen eiser en Dexia Nederland B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 7 december 2023 een vonnis gewezen in een effectenleasezaak tussen de eiser, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk van Leaseproces, en de gedaagde, Dexia Nederland B.V., vertegenwoordigd door USG Legal Professionals. De procedure volgde op een tussenvonnis van 20 april 2023, waarin de eiser was gevraagd om nadere informatie te verstrekken over de door Dexia overgenomen aandelen. De eiser heeft in een akte van 12 oktober 2023 aangegeven dat zij niet meer in het bezit is van de aandelen en dat het niet is gelukt om bewijs van de verkoop van de aandelen te overleggen.

De kantonrechter heeft in het vonnis geoordeeld dat, nu de eiser geen bewijsstukken van de verkoop van de aandelen heeft overgelegd, niet op voldoende verifieerbare wijze kan worden vastgesteld tot welk bedrag Dexia zich op verrekening kan beroepen. Dit leidt ertoe dat de werkelijke verkoopopbrengst geacht moet worden gelijk te zijn aan het door Dexia verschuldigde bedrag aan restschuld, zodat na verrekening voor Dexia niets te betalen resteert. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser om de overeenkomsten met bepaalde nummers te vernietigen, toewijsbaar geacht.

Dexia is veroordeeld om aan de eiser te betalen wat zij op grond van de overeenkomsten verschuldigd is, inclusief wettelijke rente vanaf het moment dat Dexia in verzuim was. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de eiser toegewezen, die zijn begroot op € 1.128,21. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Privaatrecht
zaak- en rolnummer: 9475998 EL 21-244
vonnis van: 7 december 2023
Vonnis van de kantonrechter:
i n z a k e
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
nader te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. G. van Dijk (Leaseproces),
t e g e n
de besloten vennootschap DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
nader te noemen: Dexia,
gemachtigde: USG Legal Professionals.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 april 2023;
  • de akte van 12 oktober 2023 van [eiser] ;
  • de antwoordakte van 9 november 2023 van Dexia.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Verwezen wordt naar het eerder op 20 april 2023 gewezen tussenvonnis. De kantonrechter blijft bij hetgeen daarin is overwogen.
2.2.
Bij tussenvonnis van 20 april 2023 is [eiser] in de gelegenheid gesteld om bij akte nadere informatie te verschaffen over de door [naam] van Dexia overgenomen aandelen. Bij akte van 12 oktober 2023 heeft [eiser] kenbaar gemaakt dat zij niet meer in het bezit is van de aandelen en dat het haar niet is gelukt om het bewijs van de verkoop van de aandelen door [naam] en de daaruit voortvloeiende opbrengst te achterhalen.
2.3.
De kantonrechter verwijst naar hetgeen reeds is overwogen in het tussenvonnis van 20 april 2023 onder rov. 2.20.1. Ingevolge het arrest van het hof Amsterdam van 19 juni 2018 ECLI:NL:GHAMS:2018:2031) kan thans, nu [eiser] geen bewijsstukken van de verkoop van de aandelen in het geding heeft gebracht, niet op voldoende verifieerbare wijze worden vastgesteld tot welk bedrag Dexia zich op verrekening kan beroepen. Dat [eiser] niet weet wanneer en tegen welke prijs de aandelen zijn verkocht komt voor haar rekening en risico. Dit leidt ertoe dat de werkelijke verkoopopbrengst geacht moet worden (maximaal) gelijk te zijn aan het door Dexia verschuldigde bedrag aan restschuld zodat na verrekening voor Dexia niets te betalen resteert.
2.4.
Het voorgaande, in samenhang bezien met hetgeen reeds is overwogen in de tussenvonnissen van 28 april 2022 en 20 april 2023, betekent dat de gevorderde verklaring voor recht dat de overeenkomsten met nummer [nummer 2] , [nummer 1] en [nummer 3] zijn vernietigd, toewijsbaar is.
2.5.
Dexia dient aan [eiser] ter zake van de overeenkomst met nummer [nummer 1] te betalen al hetgeen [naam] ter zake van deze overeenkomst aan Dexia heeft betaald (inleg en restschuld), verminderd met al hetgeen [naam] ter zake van deze overeenkomst van Dexia heeft ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden, overige uitkeringen, opbrengsten en eventueel een reeds ontvangen (gedeeltelijke) schadevergoeding (exclusief wettelijke rente). De betreffende bedragen blijken uit de door Dexia overgelegde financiële gegevens van de onderhavige overeenkomst waarvan de juistheid als zodanig niet is weersproken.
2.6.
Dexia dient aan [eiser] ter zake van de overeenkomsten met nummer [nummer 2] en [nummer 3] te betalen al hetgeen [naam] ter zake van deze overeenkomsten aan inleg aan Dexia heeft betaald, verminderd met al hetgeen [naam] ter zake van deze overeenkomsten van Dexia heeft ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden, overige uitkeringen, opbrengsten en eventueel een reeds ontvangen (gedeeltelijke) schadevergoeding (exclusief wettelijke rente). De betreffende bedragen blijken uit de door Dexia overgelegde financiële gegevens van de onderhavige overeenkomst waarvan de juistheid als zodanig niet is weersproken.
Wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten, overig en proceskosten
2.7.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim was, zijnde vanaf een termijn van vier weken na de vernietigingsbrief, waarna er immers redelijkerwijs vanuit mocht worden gegaan dat Dexia niet in de vernietiging berustte, zijnde 21 februari 2006.
2.8.
De gevorderde wettelijke rente ter zake van de overeenkomsten is toewijsbaar als volgt.
2.8.1.
Dexia is vanaf bovengenoemde ingangsdatum wettelijke rente verschuldigd over het saldo van hetgeen aan Dexia is betaald minus hetgeen van Dexia is ontvangen.
2.8.2.
Telkens indien na bovengenoemde ingangsdatum door Dexia een bedrag (exclusief wettelijke rente) is betaald ter zake van deze overeenkomsten, is vanaf de datum van die betaling de wettelijke rente verschuldigd over hetgeen na aftrek van dat bedrag (exclusief wettelijke rente) nog door Dexia verschuldigd is.
2.8.3.
De wettelijke rente is verschuldigd tot aan de datum van de voldoening van al hetgeen Dexia op grond van de hiervoor onder rov. 2.5. en 2.6. bedoelde berekeningswijze verschuldigd is.
2.8.4.
Voor zover Dexia in het verleden reeds wettelijke rente heeft voldaan kan deze in mindering worden gebracht op het totale bedrag aan wettelijke rente dat Dexia op grond van het voorgaande verschuldigd is.
2.9.
Nadat aan dit vonnis is voldaan zullen partijen geen verplichtingen meer jegens elkaar hebben uit de onderhavige rechtsverhouding.
2.10.
Dexia zal worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten (inclusief nakosten) die in verband met bovenstaande vorderingen zijn gemaakt aan de zijde van [eiser] . De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
  • dagvaarding € 119,21
  • griffierecht € 85,00
  • salaris gemachtigde € 792,00 (2 x 1 en 2 x 0,5 x tarief € 264,00)
  • nakosten
Totaal € 1.128,21
2.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verklaart voor recht dat de overeenkomsten met nummer [nummer 2] , [nummer 1] en [nummer 3] zijn vernietigd,
3.2.
veroordeelt Dexia om aan [eiser] ter zake de overeenkomsten te betalen hetgeen Dexia op grond van de hiervoor in rov. 2.5. en 2.6. bedoelde berekening verschuldigd is,
3.3.
veroordeelt Dexia om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente die Dexia verschuldigd is ter zake de hiervoor genoemde overeenkomsten op grond van hetgeen hiervoor is overwogen in rov. 2.7. en 2.8.,
3.4.
veroordeelt Dexia in de kosten van deze procedure aan de zijde van [eiser] gevallen en tot op heden begroot op € 1.128,21, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Dexia niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis
daarna wordt betekend, dan moet Dexia ook de kosten van betekening betalen,
3.5.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.