In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 7 december 2023 een vonnis gewezen in een effectenleasezaak tussen de eiser, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk van Leaseproces, en de gedaagde, Dexia Nederland B.V., vertegenwoordigd door USG Legal Professionals. De procedure volgde op een tussenvonnis van 20 april 2023, waarin de eiser was gevraagd om nadere informatie te verstrekken over de door Dexia overgenomen aandelen. De eiser heeft in een akte van 12 oktober 2023 aangegeven dat zij niet meer in het bezit is van de aandelen en dat het niet is gelukt om bewijs van de verkoop van de aandelen te overleggen.
De kantonrechter heeft in het vonnis geoordeeld dat, nu de eiser geen bewijsstukken van de verkoop van de aandelen heeft overgelegd, niet op voldoende verifieerbare wijze kan worden vastgesteld tot welk bedrag Dexia zich op verrekening kan beroepen. Dit leidt ertoe dat de werkelijke verkoopopbrengst geacht moet worden gelijk te zijn aan het door Dexia verschuldigde bedrag aan restschuld, zodat na verrekening voor Dexia niets te betalen resteert. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser om de overeenkomsten met bepaalde nummers te vernietigen, toewijsbaar geacht.
Dexia is veroordeeld om aan de eiser te betalen wat zij op grond van de overeenkomsten verschuldigd is, inclusief wettelijke rente vanaf het moment dat Dexia in verzuim was. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de eiser toegewezen, die zijn begroot op € 1.128,21. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.