In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 december 2023 uitspraak gedaan over een vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was ingediend door de officier van justitie. Het EAB, uitgevaardigd door het Miskolc Regional Court in Hongarije op 27 maart 2023, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Hongarije in 1993, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak op 28 november 2023 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsvrouw en een tolk.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de overlevering geweigerd moet worden op grond van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW), omdat de verzetgarantie niet onvoorwaardelijk zou zijn. De officier van justitie heeft echter gesteld dat de verzetgarantie wel degelijk onvoorwaardelijk is en dat de overlevering kan worden toegestaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn die zich tegen de overlevering verzetten.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de opgeëiste persoon voldoende is geïnformeerd over zijn rechten en dat de informatie die is verstrekt door de Hongaarse autoriteiten voldoet aan de eisen van de OLW. De rechtbank heeft de verweren van de raadsvrouw verworpen en besloten de overlevering toe te staan, waarbij zij heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met mr. M. van Mourik als voorzitter, en is openbaar uitgesproken.