Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Prosecutor’s Office, town of Montana(Bulgarije) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Vidin Regional Court, van 28 juni 2023, met referentie: 1109/2021;
Lom Regional Courtvan 14 maart 2019 met referentie 113/2019.
Lom Regional Courtin de uitspraak met referentie 113/2019 een voorwaardelijke straf van 4 maanden is opgelegd aan de opgeëiste persoon, met een proeftijd van 3 jaar. Ook blijkt uit die aanvullende informatie dat de tenuitvoerlegging thans wordt bevolen vanwege de veroordeling van de opgeëiste persoon tijdens zijn proeftijd voor een nieuw ‘triggerend’ feit, namelijk het feit waarvoor de opgeëiste persoon is veroordeeld in vonnis a) van het
Vidin Regional Courtvan 28 juni 2023 met referentie 1109/2021. Nu de opgeëiste persoon na overlevering beide vrijheidsstraffen zal moeten ondergaan, is van belang dat de rechtbank beschikt over alle informatie die de OLW vereist, ook ten aanzien van vonnis b). In het EAB is over dat vonnis niets opgenomen: zo is niet duidelijk voor welk feit (plaats, tijd en mate van betrokkenheid) de opgeëiste persoon door het
Lom Regional Courtis veroordeeld, of hij bij de procedure die tot het vonnis heeft geleid aanwezig is geweest en indien dat niet het geval is, of hij zijn verdedigingsrechten heeft kunnen uitoefenen.
Lom Regional Courtvan 14 maart 2019 met referentie 113/2019.
Vidin Regional Courtvan 28 juni 2023 (met referentie 1109/2021).
- In het EAB wordt aangegeven dat het vonnis aan de opgeëiste persoon na overlevering (“after surrender”) zal worden betekend en dat hij dan geïnformeerd zal worden over zijn recht op verzet of hoger beroep waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn en tijdens welke de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, die kan leiden tot herziening van de oorspronkelijke beslissing, en dat hij dan geïnformeerd zal worden over de termijn waarbinnen hij verzet of hoger beroep dient aan te tekenen. Eveneens is vermeld in het EAB dat de opgeëiste persoon niet in persoon is geïnformeerd omdat hij het land had verlaten tijdens de procedure. Onder deze omstandigheden kan hij – aldus het EAB - een beroep doen op art. 423 van de
- Zo ja, dient artikel 423 lid 5 aldus te worden uitgelegd dat de in de laatste zin van het eerste lid genoemde uitzondering niet van toepassing is op de situatie van de opgeëiste persoon en heeft hij aldus na overlevering aan Bulgarije een onvoorwaardelijke garantie heeft op een nieuw proces als hiervoor bedoeld?
- Geldt de in het eerste lid genoemde termijn van zes maanden, waarbinnen verzet kan worden aangetekend, voor de opgeëiste persoon en, zo ja, vanaf welk moment begint deze termijn te lopen? Zo nee, binnen welke termijn kan de opgeëiste persoon verzet aantekenen en vanaf welk moment begint die termijn te lopen?
4.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Prosecutor’s Office, town of Montana(Bulgarije) voor zover het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf van vier maanden die is opgelegd wegens vonnis b) van 14 maart 2019 van de
Lom Regional Court, met referentie 113/19.
SCHORSThet onderzoek tot de zitting van
12 december 2023 om 15.30 uurom de officier van justitie in de gelegenheid te stellen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit de vragen te stellen als hiervoor (onder 3.1) geformuleerd.