Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Tarnów, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak
the District Court in Tarnówvan 6 maart 2019, sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 12, onder b, OLW. De weigeringsgrond is daarom hierop niet van toepassing. Ten aanzien van de procedure in hoger beroep, die geleid heeft tot het arrest van
the Regional Court in Tarnówvan 11 juli 2019 (II K 1278/18), heeft de rechtbank in voormelde tussenuitspraak aanvullende vragen gesteld.
[opgeëiste persoon](zijnde de dochter van onder meer [naam]), waarbij hetzelfde referentienummer en uitvaardigingsdatum als het EAB zijn vermeld. Bovendien bevat de aanvullende informatie antwoorden op de door het IRC gestelde vragen.
the Regional Courtin Tarnow van 11 juli 2019 (II K 1278/18) is aan de opgeëiste persoon een voorwaardelijke gevangenisstraf van 11 maanden opgelegd. Bij beslissing van 3 december 2020 van
the District Court in Tarnów(XI Ko 2358/20
)is de voorwaardelijk opgelegde straf wegens schending van de voorwaarden omgezet in een onvoorwaardelijke straf. De rechtbank overweegt hierover dat sprake is van een situatie zoals in het arrest Ardic van het Hof van Justitie van de Europese Unie [4] , zodat de beslissing van 3 december 2020 niet onder de reikwijdte van artikel 12 OLW valt. Nu de reden voor de beslissing tot omzetting van de voorwaardelijke straf niet is gelegen in een veroordeling voor een nieuw strafbaar feit, hoeft de rechtbank geen andere beslissing aan artikel 12 OLW te toetsen dan het hiervoor genoemde vonnis van 6 maart 2019 en het arrest van 11 juli 2019.
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Tarnów, Polen, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.