ECLI:NL:RBAMS:2023:7529

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/13/740375 / KG ZA 23-893 VVV/TF
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatig overheidshandelen en belangenafweging bij verkleining voetbalkooi in Amsterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Buurtleven Plein & Welzijn en de Gemeente Amsterdam. De stichting vorderde een verbod op de uitvoering van een besluit van de Gemeente om de voetbalkooi in het postzegelpark aan het Jeltje de Bosch Kemperpad te verkleinen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Gemeente in redelijkheid tot dit besluit heeft kunnen komen. De zaak draait om de belangenafweging tussen de speelruimte voor kinderen en de geluidsoverlast ervaren door omwonenden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Gemeente zorgvuldig heeft gehandeld door verschillende belangen te wegen en een geluidsdeskundige in te schakelen. De vorderingen van Buurtleven zijn afgewezen, en de stichting is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige besluitvorming door de Gemeente en de noodzaak om zowel de belangen van kinderen als die van omwonenden in overweging te nemen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/740375 / KG ZA 23-893 VVV/TF
Vonnis in kort geding van 28 november 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING BUURTLEVEN PLEIN & WELZIJN,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 2 november 2023,
advocaten mr. L. Meinen en mr. Q.L.C.M. Bongaerts te Amsterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. Berends te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Buurtleven en de Gemeente worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Ter zitting van 14 november 2023 heeft Buurtleven de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. De Gemeente heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend. Buurtleven heeft voorafgaand aan de zitting bij e-mail van 13 november 2023 bezwaar gemaakt tegen de op die dag door de Gemeente ingediende producties, omdat die volgens haar te laat zijn ingediend. De voorzieningenrechter heeft de producties toegelaten, nu die conform artikel 6.2 van het Landelijk procesreglement kort gedingen uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de zitting zijn ingediend.
Tot slot is vonnis bepaald op vandaag.
1.2.
Ter zitting waren, voor zover van belang, aanwezig:
aan de kant van Buurtleven: [naam voorzitter] (voorzitter), [naam secretaris] (secretaris/penningmeester), [naam bestuurder] (bestuurder) met mr. Meinen en mr. Bongaerts;
aan de kant van de Gemeente: [naam gebiedsmanager] (gebiedsmanager Oud West), [naam gebiedscoördinator] (gebiedscoördinator Oud West), [naam geluidsdeskundige] (geluidsdeskundige van Peutz B.V. (hierna: bureau Peutz) met mr. Berends.
Daarnaast waren ter zitting kinderen uit de Helmersbuurt te Amsterdam en medewerkers van het Jeugdjournaal aanwezig.

2.De feiten

2.1.
Buurtleven is opgericht om de belangen van bewoners van de Helmersbuurt te Amsterdam te behartigen en het samenleven in de buurt te bevorderen. In een uittreksel van de Kamer van Koophandel van 9 oktober 2023 met betrekking tot Buurtleven staan als haar “activiteiten” beschreven: “Lokaal welzijnswerk Bevorderen van buurt cohesie en samenleven”
2.2.
In deze zaak wordt de Gemeente vertegenwoordigd door het dagelijks bestuur van stadsdeel West.
2.3.
Aan het Jeltje de Bosch Kemperpad in de Helmersbuurt bevindt zich al 35 jaar een plein met speelvoorzieningen, waaronder een voetbalkooi. De Gemeente is eigenaar en beheerder van dit plein. In 2011 heeft de Gemeente dit plein aangemerkt als “postzegelpark Nicolaas Beetsstraat/Jeltje de Bosch Kemperpad”. Op 10 april 2013 heeft de Gemeente een definitief ontwerp uitgebracht voor de herinrichting van het postzegelpark, die in 2014 is gerealiseerd.
2.4.
Het postzegelpark bestaat onder andere uit een voetbalkooi, een zandbak en jeu-de-boulesbanen en groen. De voetbalkooi wordt met name in de lente en zomer na schooltijd gebruikt door kinderen in de leeftijdscategorie van 6 tot en met 11 jaar.
Het postzegelpark in zijn geheel biedt een veilige speelplaats voor kinderen en voorziet – kort gezegd – in beleidsopgaven voor stadsdeel West ten aanzien van de jeugd en veiligheid.
2.5.
Een (kleine) groep buurtbewoners, verenigd in bewonerscommissie DeBoschBiemond (hierna: de klagers) klaagt al een aantal jaar over geluidsoverlast vanuit de voetbalkooi. Zij wonen in de zogenoemde zusterflats aan het Jeltje de Bosch Kemperpad.
2.6.
Bij brieven van 7 augustus 2017, 21 september 2018 en 16 mei 2019 hebben deze klagers bij de Gemeente bezwaar gemaakt tegen geluidsoverlast vanuit de vernieuwde voetbalkooi, die volgens hen te groot is en te dicht op een woonblok staat en vaak wordt gebruikt.
2.7.
In een brief van 7 juni 2021 van de Gemeente aan de klagers, met als onderwerp:
Afwijzen verzoek om handhaving overlast voetbalkooi Jeltje de Bosch Kemperpadstaat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
Analyse van de registraties(…)
Naar aanleiding van uw handhavingsverzoek hebben wij de gepleegde interventies van de handhavers en de gemaakte SIA meldingen inzake overlast in en rondom de voetbalkooi in het Postzegelpark aan het Jeltje de Bosch Kemperpad van de periode 1 april 2020 tot en met 2 juni 2021 in kaart gebracht. Uit de analyse blijkt dat er in totaal 38 registraties zijn gedaan in deze periode, waarvan 37 met OK zijn beoordeeld en 1 met niet OK is beoordeeld. (…) De registratie die met niet OK is beoordeeld (van 29 mei 2021) betrof een groep personen die zijn aangetroffen op het moment van controle, maar de groep veroorzaakte geen overlast.”
2.8.
Eind 2018 is er tussen de Gemeente en klagers gesproken over een geluidsmeting. Uit een e-mailwisseling in januari 2019 volgt dat klagers betrokken wilden zijn bij het uitzetten van deze meting.
2.9.
Op 20 januari 2020 heeft de Gemeente buurtbewoners uitgenodigd om een online enquête in te vullen. Per brief van 17 juni 2020 heeft de Gemeente de uitslag van de enquête bekend gemaakt en meegedeeld dat de Gemeente opdracht heeft gegeven tot een geluidsonderzoek. Voorts is aangekondigd dat de Gemeente over de uitkomsten met de buurtbewoners in gesprek zal gaan. In de brief staat, voor zover van belang, het volgende:
“Uitkomsten enquête
Voor de enquête is een huis aan huis brief verspreid onder 1.538 adressen in de directe omgeving van het parkje. De vragenlijst is 259 keer ingevuld. Hoe dichter het woonadres bij het postzegelparkje, hoe vaker de vragenlijst is beantwoord.
(…)
Overlast
We hebben respondenten gevraagd of zij wel een overlast ervaren van anderen die het parkje gebruiken.
  • 63% van de respondenten ervaart nooit overlast
  • 24% van de respondenten ervaart soms overlast
  • 13% van de respondenten ervaart vaak overlast
Bewoners die vaak overlast ervaren wonen dicht bij het parkje.(…)
Oorzaken van overlast
De meest genoemde vorm van overlast is geluidsoverlast van het gebruik van het parkje.
Daarnaast worden hangjongeren genoemd, en overlast van (verjaardags)feestjes en buurtborrels. (…)
Bijkomende oorzaken
Volgens verschillende respondenten speelt het ontwerp van de gebouwen mee. Ze geven aan dat de woningen zo gebouwd zijn ‘dat het een klankkast is’, en er nauwelijks afscheiding is tussen de woningen en de voetbalkooi en het parkje.
(…)”
2.10.
In augustus 2020 heeft bureau Peutz uit Zoetermeer in opdracht van de Gemeente een geluidsonderzoek gedaan. In het rapport van 2 september 2020 staat dat onderzoek is verricht naar het geluid in de woonomgeving ten gevolge van stemgeluid en activiteiten in het postzegelpark en dat de aanleiding is de geluidshinder die wordt ondervonden door omwonenden vanwege stemgeluid en activiteiten in dit park, met in het bijzonder de voetbalkooi. Verder staat in het rapport dat het doel van het onderzoek is het vaststellen van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximale geluidniveau vanwege stemgeluid en activiteiten in het park op de gevels van de omliggende woningen. In het rapport wordt voorts beschreven dat voor het beoordelen van het geluidsniveau aansluiting wordt gezocht bij het Activiteitenbesluit milieubeheer (zie hierover ook het hierna genoemde rapport van 3 oktober 2022).
De conclusie van het geluidsonderzoek luidt als volgt:
“Uit het onderzoek blijkt dat het vastgestelde langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) op de gevels van de omliggende woningen in de maatgevende avondperiode ten hoogste 64 dB(A) bedraagt vanwege de voetbalkooi. Vanwege alle elementen tezamen bedraagt dit eveneens 64 dB(A). De voetbalkooi draagt op de meeste locaties rond het parkje maatgevend bij aan het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau.
Op basis van de in paragraaf 7.2 besproken geluidreducerende maatregelen (qua principe) kan worden geconcludeerd dat zeer beperkt geluidreducerende maatregelen mogelijk c.q. realistisch zijn. De combinatie van geluidreducerende maatregelen die vanuit akoestisch oogpunt de grootste slagingskans heeft, dient te worden gezocht in brongerichte en organisatorische maatregelen. Dat wil zeggen, regels stellen ten aanzien van het gedrag respectievelijk het gebruik van het parkje.
Uiteindelijk is het aan het bevoegd gezag om een afweging te maken tussen de belangen van de omwonenden en de gebruikers van het parkje. De hoge optredende geluidniveaus in vergelijking met gangbare geluidgrenswaarden voor bedrijven rechtvaardigen in beginsel een duidelijke beperking in de gebruiksduur dan wel in de gebruiksintensiteit van het parkje.”
2.11.
In het najaar 2021 zijn de bevindingen van het rapport van Peutz besproken op bewonersbijeenkomsten. De Gemeente heeft herinrichting van het postzegelpark, met verwijdering van de voetbalkooi als idee geopperd. In november 2021 heeft Buurtleven petitie van ruim 800 handtekeningen tot behoud van de voetbalkooi aan de Gemeente aangeboden.
2.12.
In een notitie van 21 december 2021 van bureau Peutz staat dat zij een aanvullende berekening heeft gemaakt, waarbij is uitgegaan van de door Buurtleven per e-mail van 17 december 2021 verstrekte gegevens over aantallen kinderen en de gebruiksduur van de elementen in het postzegelpark. Het gaat om minder kinderen en kortere gebruiksduur dan in de eerdere rapportage is gehanteerd. De berekende geluidsniveaus zijn naar beneden bijgesteld.
2.13.
In maart 2022 heeft het dagelijks bestuur Stadsdeel West een voorgenomen besluit over aanpassingen aan en rond het postzegelpark ter advies voorgelegd aan de stadsdeelcommissie. De portefeuillehouder heeft in een memo een aantal uitgangspunten geformuleerd waaraan aanpassingen moeten voldoen. Eén van die uitgangspunten is dat er een forse reductie van de ervaren (geluids)overlast moet zijn. Dit voorgenomen besluit is ook voorgelegd aan de buurtbewoners, die daarop massaal hebben gereageerd.
2.14.
In een memo van 1 maart 2022 aan de stadsdeelcommissie West waarin vragen worden beantwoord over het hiervoor genoemde voorgenomen besluit staat als antwoord op vraag 4, voor zover van belang, het volgende:
“Een juridische verkenning uit 2021 heeft duidelijk gemaakt dat voor
(stem)geluid vanuit de openbare ruimte geen wettelijke geluidsnormen gelden.
Een park of voetbalkooi in als in deze kwestie is geen inrichting in de zin van de
Wet Milieubeheer, waardoor geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit niet van
toepassing zijn. In jurisprudentie is wel te lezen dat geluid van een voetbalkooi
volgens de rechtbank onder de APV valt, dat de gemeente moest onderzoeken
hoe hard dat geluid dan was en dat zij geluidsnormen kán stellen.
Ook voor de tijd vanaf wanneer gevraagd wordt de voetbalkooi niet meer te
gebruiken (na 21.00 uur) en wat als zodanig op borden is aangegeven, is geen
formele grondslag. De APV voorziet hier niet in. Weliswaar wordt in algemene
zin door de politie 22.00 uur als aanvangstijd voor de “voor nachtrust bestemde
tijd” gehanteerd, maar ook dit is formeel niet verankerd. Bovendien is hantering
van deze tijd slecht toepasbaar in een stad als Amsterdam.”
2.15.
In 2022 heeft Peutz een tweede geluidsonderzoek verricht. Er zijn daarvoor twee meetpunten rond de voetbalkooi geplaatst. Eén meetpunt van 31 mei tot en met 22 juni 2022 en één meetpunt van 31 mei tot en met 18 juli 2022. In het rapport van 3 oktober 2022 heeft Peutz geschreven dat de Wet Milieubeheer niet van toepassing is, omdat geen sprake is van geluid veroorzaakt door de in artikel 1.1 lid van deze wet genoemde “inrichting” en er geen formeel toetsingskader is anders dan de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de Gemeente, die geen grenswaarden voor het geluid van sportkooien kent. Verder heeft Peutz geschreven dat in het kader van het beoordelen of sprake is van geluidshinder wel een kwantitatieve toetsing kan worden uitgevoerd op basis van richtwaarden die zijn afgeleid van de Handreiking industrielawaai en vergunningsverlening uit 1999 (Handreiking) of het Activiteitenbesluit milieubeheer. In het rapport is daarnaast jurisprudentie (ECLI:NL:RBNHO:2022:1764) aangehaald waarin voor het beoordelen van mogelijke geluidshinder vanwege een voetbalkooi op basis van voornoemde Handreiking een volgende beoordelingskader is gegeven:
  • 70 dB(A) voor de dagperiode
  • 65 dB(A) voor de avondperiode
  • 60 dB(A) voor de nachtperiode
In het rapport staat verder, voor zover van belang, het volgende:

Resumé
Ten aanzien van de beoordeling van het geluid ten gevolge van het gebruik van het
speelparkje kan samenvattend het volgende worden gesteld:
- vanuit formeel oogpunt gelden er geen geluidgrenswaarden;
- voor de beoordeling van geluidhinder kan er in voorliggende situatie op basis van jurisprudentie aansluiting worden gezocht bij de grenswaarden uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, te weten:
- maximale geluidniveau (Lmax): 70, 65 en 60 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode
- equivalente geluidniveau (LAeq): 55, 55 en 45 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode
- bepalend voor geluidhinder is met name het maximale geluidniveau en in mindere mate het equivalente geluidniveau
- in hoeverre sprake is van ontoelaatbare geluidhinder hangt af van de mate en frequentie van overschrijding van voornoemde grenswaarden voor het maximale geluidniveau. Een overschrijding van 10 dB in combinatie met een frequentie van meer dan 13 maal per uur wordt in jurisprudentie niet zonder meer als toelaatbare geluidhinder aangemerkt.”
In de conclusie van het rapport staat, voor zover van belang, het volgende:
“Vanuit formeel oogpunt gelden er geen geluidgrenswaarden. Ter beoordeling worden de geluidgrenswaarden uit de Handreiking gebruikt als richtwaarden en wordt tevens op basis van jurisprudentie gekeken naar de hoogte van de piekniveaus en het aantal piekniveaus dat optreedt gedurende een periode.
Uit de meetresultaten blijkt dat de richtwaarden voor het piekgeluidniveau van 70 dB(A) in de dagperiode en 65 dB(A) in de avondperiode ten gevolge van het gebruik van de voetbalkooi frequent met meer dan 10 dB worden overschreden. Bij de huidige meetresultaten is uitsluitend het hoogste piekniveau per minuut geteld. In werkelijkheid treden per minuut tijdens het voetbalspel ten gevolge van het juichen en schreeuwen van kinderen meerdere piekgeluiden op. Hierbij is zonder meer sprake van een frequentie van meer dan 13 maal per uur. Op basis van jurisprudentie kan hierbij aldus in redelijkheid worden gesteld worden dat het gebruik van de voetbalkooi aanleiding geeft tot ontoelaatbare geluidhinder bij de naastgelegen woningen.
Voor mogelijke maatregelen wordt verwezen naar het eerder verrichte onderzoek uit 2020 en waarvan de resultaten zijn beschreven in rapport 0 16443-3-RA-00l d.d. 2 september 2020.”
2.16.
Daarna is binnen de Gemeente opnieuw gesproken over eventuele aanpassingen, maar is afgezien van besluitvorming. In het najaar van 2022 heeft de nieuwe portefeuillehouder binnen het stadsdeelbestuur gesproken met betrokkenen.
2.17.
Intussen had ook een draagvlakonderzoek van Buurtleven plaatsgevonden waaruit naar voren kwam dat de meerderheid van de buurtbewoners de voetbalkooi in de huidige vorm wilden behouden. In een brief van 21 juni 2023 heeft Buurtleven de conclusies daarvan met de Gemeente gedeeld.
2.18.
In een memo van 20 juni 2023 is het voorstel voor aanpassingen opnieuw voorgelegd aan de stadsdeelcommissie om in de vergaderingen van 27 juni 2023 en op 11 juli 2023 te bespreken. In de memo is als een van de uitgangspunten geformuleerd, dat kinderen en jongeren op het plein moeten kunnen sporten en bewegen.
2.19.
Zowel de klagers als Buurtleven hebben uiteindelijk voorstellen gedaan met betrekking tot de voetbalkooi. Klagers wilden de voetbalkooi, die thans 10 bij 20 meter is, verkleinen naar 6 bij 12 meter. Buurtleven wilde (als er toch iets met de voetbalkooi moest gebeuren) de voetbalkooi verkleinen naar 7 bij 18 meter. In aanvulling op voornoemd voorstel zijn nog andere ideeën geopperd. Binnen de stadsdeelcommissie is uiteindelijk over de voorstellen gestemd en is het voorstel van D66 om eerst isolerende maatregelen te treffen voor de woningen van klagers verworpen en is met acht stemmen vóór en zes stemmen tegen het voorstel van Groenlinks (en diverse andere partijen) tot onder andere verkleining van de voetbalkooi aangenomen.
2.20.
In een besluit van 18 juli 2023 (hierna: het besluit) heeft de Gemeente besloten om diverse maatregelen te nemen over de inrichting van het postzegelpark, waaronder verkleining van de voetbalkooi. In het besluit staat dat een meerderheid van de stadsdeelcommissie (zie onder 2.19) zich kan vinden in het voorstel van het dagelijks bestuur en dat zij nog enkele aanvullende adviezen heeft ingediend die het dagelijks bestuur overneemt en/of verder verkent.
In het besluit staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…)
Kernboodschap
Al lange tijd wordt gesproken over mogelijke oplossingen rond de problematiek en overlast die door een groep omwonenden van het parkje aan het Jeltje de Bosch Kemperpad wordt ervaren. Na een langdurig traject, waarin belangen zorgvuldig zijn gewogen, ligt nu een pakket aan beoogde maatregelen voor. Deze zijn besproken en in meerderheid positief geadviseerd door de stadsdeelcommissie West.
(…)
Wettelijke grondslag
Op grond van de verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 (i.c. takenlijst bijlage 2, taak 2.1), is het dagelijks bestuur bevoegd besluiten te nemen over het inrichten van de openbare ruimte, groen, speelplekken, oevers en parken binnen de beleidskaders.
(…)
Onderbouwing besluit
Ad.1) in te stemmen met maatregelen tegen de geluidsoverlast in het parkje aan het Jeltje de Bosch Kemperpad
(…)
Binnen de gemeentelijke kaders zijn geen richtlijnen vastgelegd hoe groot of klein een trapveldje of voetbalkooi moet zijn. Wel wordt in het Strategisch Plan Sporten en Spelen beschreven dat speelruimte in de bestaande stad belangrijk is. Daarmee zegt het kader niet dat een voetbalveldje of kooi niet verkleind mag worden, maar wel dat een speelplek als zodanig zoveel mogelijk in stand moet worden gehouden. Daarom zal ook worden bekeken welke mogelijkheden er zijn om de m2 van de voetbalkooi die verwijderd worden elders in het parkje of de nabije omgeving te compenseren met een alternatieve speelmogelijkheid.
Het dagelijks bestuur heeft een aantal uitgangspunten geformuleerd waaraan de
voorgestelde aanpassingen moeten voldoen:
• De aanpassingen zien toe op het reduceren van de ervaren (geluids)overlast;
• De aanpassingen houden rekening met het behoud van het huidige karakter van het parkje;
• Kinderen en jongeren moeten op het pleintje kunnen sporten en bewegen;
• Het plein is een ontmoetingsplek voor bewoners, waar zij kunnen genieten van openbare ruimte en groen;
• De aanpassingen sluiten zoveel mogelijk aan bij de wensen en verwachtingen van de omwonenden en gebruikers, waarbij echter niet geldt dat de meeste stemmen tellen;
• De aanpassingen moeten binnen financiële kaders passen.
(…)
Daarbij zijn de voorstellen van zowel de bewonerscommissie als de belangengroep zoveel mogelijk gevolgd en daarin het midden gezocht. Een meerderheid van de stadsdeelcommissie heeft ingestemd met dit pakket aan maatregelen.
Het dagelijks bestuur stemt in met de volgende maatregelen:
• De huidige voetbalkooi van 10 x 20 meter wordt vervangen door een voetbalkooi van 7 X 14 meter, de ondergrond wordt uitgevoerd in geluiddempend materiaal, de ingang komt zo ver mogelijk van de woningen.
• De vrijkomende ruimte tussen de kooi en de woningen wordt vergroend.
• De gebruiksduur van de voetbalkooi wordt beperkt tot 20.00 uur en de kooi wordt afsluitbaar. We onderzoeken nog samen met de bewoners naar de beste manier om de kooi afsluitbaar te maken, waaronder een cijferslot.
• Verkennen of elders in het parkje of nabije omgeving speelvoorzieningen kunnen worden toegevoegd ter compensatie van het verkleinen van de kooi.
• Inzet van handhaving, straatcoaches en politie op basis van regulier werk en
meldingen.
• Beide voorstellen van de bewoners zien toe op kleine wijzigingen zoals verplaatsen of verwijderen van bankjes. Dit pakken we op in overleg met de bewoners.
(…)
Het dagelijks bestuur stemt in met het aanbieden van geluidsisolerende maatregelen in de vorm van zogenaamde suskasten aan betrokken bewoners van de woningen in de kop van de twee woonblokken die direct grenzen aan het parkje nabij de voetbalkooi.
Vervolgstappen:
Verdere planvorming, uitwerking en daadwerkelijke uitvoering zal enige voorbereidingstijd vragen en direct na het zomerreces (najaar 2023) worden opgestart. Hoewel tempo gewenst is, zal feitelijke uitvoering, gezien de omvang van fysieke ingrepen, op zijn vroegst pas eind dit jaar en begin volgend jaar plaats vinden. Zodra we een concrete planning hebben zal deze met de stadsdeelcommissie en omwonenden worden gecommuniceerd.
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat dit (herinrichtings)besluit van de openbare
ruimte een besluit is zonder zogenaamd rechtsgevolg en daar tegen geen bezwaar of
beroep open staat
Advies, afstemming en participatie
Dit besluit is na lange voorbereiding tot stand gekomen, middels participatie door
bewoners en input van diverse inhoudelijke afdelingen/directies. Meest recente
afstemming heeft plaats gevonden met de stadsdeelcommissie op 27 juni en 11 juli
(…)”
2.21.
Bij e-mail van 8 augustus 2023 heeft de door Buurtleven ingeschakelde kinderombudsman Amsterdam aan Buurtleven meegedeeld, dat zij aan de Gemeente een overzicht van een aantal opmerkingen heeft gestuurd over het besluit (en een daarop gerichte memo) en onder andere heeft gevraagd hoe de belangen van de kinderen overeenkomstig artikel 3 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) zijn meegewogen.
2.22.
Op 24 augustus 2023 heeft Buurtleven een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit.
2.23.
Bij brieven van 4 en 12 september 2023 heeft Buurtleven aan de Gemeente verzocht het Besluit te heroverwegen en een nieuw geluidsonderzoek te verrichten.
De Gemeente heeft op 26 oktober 2023 schriftelijk deze verzoeken van de hand gewezen.

3.Het geschil

3.1.
Buurtleven vordert – samengevat – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad om de Gemeente:
(i) op straffe van een dwangsom te verbieden om uitvoering te geven aan het Besluit, althans al gedane uitvoeringshandelingen met betrekking tot het Besluit ongedaan te maken;
(ii) te gebieden om
primair, met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur, al dan niet een nieuw besluit te nemen waaraan ten minste een breed geluidsonderzoek vooraf is gegaan en
subsidiaireen nieuw breed geluidsonderzoek te laten uitvoeren, een en ander met inachtneming van het geldende beleidskader en de voorwaarden die de voorzieningenrechter geraden acht.
Daarnaast vordert Buurtleven de Gemeente te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Buurtleven legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
Buurtleven stelt dat de Gemeente onrechtmatig handelt wanneer zij overgaat tot uitvoering van het Besluit. De Gemeente heeft namelijk het besluit ten onrechte genomen en meerdere beginselen van behoorlijk bestuur geschonden. Het gaat om het volgende:
1. Bij de voorbereiding van het Besluit is het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden. Het Besluit is namelijk met name gegrond op de bevindingen van het onderzoek van Peutz. Aan dit onderzoek is niet goed dat klagers invloed hadden op de uitvoering (de voortrekker van de klagers en een specifieke stadsdeelbestuurder kenden elkaar), de Gemeente zich eenzijdig richtte op stemgeluid en andere geluiden in de buurt uitsloot, het moment van de metingen invloed had op de metingen (er was een ‘coronaterras’ bij het café naast de voetbalkooi) en dat de Gemeente de conclusie van Peutz blindelings heeft overgenomen en voorbij is gegaan aan de voorbehouden van Peutz zelf. De link tussen de echte overlast en de voetbalkooi is onduidelijk gebleven. Peutz heeft bovendien een juridische analyse gemaakt terwijl dat niet haar taak was. Een hoge geluidsbelasting kan door veel verschillende geluidsbronnen komen. De vraag is hoe deze geluidsbronnen cumuleren. Dat is relevant voor de vraag of een verhoogde geluidsbelasting toelaatbaar is. Het klankkasteffect lijkt de voornaamste bron van overlast te zijn.
2. Er is sprake geweest van een onjuiste belangenafweging en in strijd met het evenredigheidsbeginsel gehandeld. Voorop staat dat beperking van samenspeelplekken van kinderen en jongeren in strijd is met artikel 3 en 31 IVRK en het eigen beleid van de Gemeente dat onder andere is neergelegd in het Strategisch Plan Sporten en spelen in de openbare ruimte 2021-2024. Uit artikel 3 IVRK volgt dat het belang van het kind evident voorop moet staan bij een belangenafweging die voorafgaat aan overheidsoptreden. In geval van conflicterende belangen is het in overeenstemming met het IVRK om het belang van het kind in de regel de doorslag te geven. Artikel 31 IVRK gaat over deelname aan spel en recreatieve bezigheden die passen bij de leeftijd van een kind.
Eén van de uitgangspunten van het Besluit is dat kinderen en jongeren op het pleintje moeten kunnen sporten en bewegen. In de belangenafweging dient dit belang te worden afgewogen tegen het belang dat enkele omwonenden hebben bij “het fors reduceren van de ervaren (geluids)overlast”. Het belang van de kinderen lijkt te zijn ondergesneeuwd. Dit terwijl het halveren van de voetbalkooi slechts tot reductie van maximaal 4 dB leidt. Dat is niet fors te noemen. Het belang van een beperkte (mogelijke) geluidsreductie moet worden afgezet tegen het feit dat halvering van de voetbalkooi tot aanzienlijke verslechtering leidt van de mogelijkheid voor kinderen om met elkaar buiten te spelen en te sporten. Het voornemen van de Gemeente om dit te compenseren zal niet voldoende zijn, omdat er waarschijnlijk slechts zogenaamde ‘solo-speelvoorzieningen’ voor in de plaats komen. Naast deze ondeugdelijke belangenafweging is het evenredigheidsbeginsel geschonden. Het Besluit is in verhouding tot het daarmee te dienen doel onevenredig nadeling voor de kinderen. Onnodige nadelige gevolgen moeten voorkomen worden. Er bestaan immers alternatieven die voor kinderen minder nadelige gevolgen hebben. Bijvoorbeeld isolerende maatregelen aan woningen en schuttingen van klagers. Dit levert forse geluidsreductie op. Verder zijn andere maatregelen mogelijk, zoals het aanbrengen van een dempende ondergrond in de kooi, sluiting van de voetbalkooi vanaf een bepaald tijdstip in de avond en het maken van doelen met touwen.
3. De Gemeente heeft bij de totstandkoming van het Besluit de schijn van partijdigheid niet vermeden. Gemeenteambtenaren hebben actief geadviseerd, klagers hebben directe invloed gehad op de geluidsmeting en de voortrekker van de klagers en een specifieke stadsdeelbestuurder kenden elkaar.
3.3.
Buurtleven stelt tot slot dat de overlast vanuit de voetbalkooi de afgelopen jaren slechts door een beperkt aantal klagers is gesignaleerd en buiten een beperkt aantal meldingen heeft de Gemeente ook zelf nauwelijks ervaren dat sprake is van overlast. Dit blijkt uit stukken die openbaar zijn gemaakt (de Woo-stukken).
3.4.
De Gemeente voert – samengevat – als verweer dat sprake is van een zorgvuldig genomen en juist Besluit, maar dat deze zaak alleen verliezers kent.
Er zijn in deze zaak twee groepen buurtbewoners die tegenover elkaar staan en er is altijd één groep ontevreden over de uitkomst van dit kort geding. De Gemeente heeft vele pogingen gedaan om de twee groepen nader tot elkaar te brengen door bewonersavonden te organiseren en voorstellen met hen te bespreken. Er is geen overeenstemming bereikt. De klagers hebben eerder voorgesteld de voetbalkooi te verkleinen naar 6 bij 12 meter, terwijl Buurtleven heeft voorgesteld om de voetbalkooi te verkleinen van 7 bij 18 meter. De Gemeente heeft op 18 juli 2023 de knoop doorgehakt en de middenweg tussen deze twee voorstellen gezocht. Mogelijk biedt een mediationtraject onder begeleiding van een externe mediator de mogelijkheid alsnog tot een gezamenlijk eindoplossing te komen. Maar de klagers hebben zich – in tegenstelling tot Buurtleven – niet bereid verklaard daaraan mee te werken.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ontvankelijkheid

4.1.
Aan haar vorderingen legt Buurtleven onrechtmatig overheidshandelen ten grondslag. Voor Buurtleven staat geen bestuursrechtelijke weg open om het Besluit te laten herzien of om te voorkomen dat uitvoering wordt gegeven aan het Besluit. Daarmee is de bevoegdheid van de civiele rechter gegeven.
4.2.
De Stichting heeft een collectieve actie ex artikel 3:305a BW ingesteld en beroept zich op het lichte ontvankelijkheidsregime van lid 6 van dat artikel.
De Gemeente refereert zich met betrekking tot de ontvankelijkheidsvraag aan het oordeel van de voorzieningenrechter. Hoewel Buurtleven alleen met een uittreksel van de Kamer van Koophandel inzage heeft gegeven in haar achtergrond, zal ervan uit worden gegaan dat het door haar gevorderde een ideëel doel omvat en daarmee geen financieel belang is gemoeid. De Stichting is dan ook ontvankelijk in haar vorderingen.
Spoedeisend belang
4.3.
Buurtleven heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen.
De uitwerking van het Besluit zal immers in het najaar 2023 wordt opgestart en als dit Besluit en de uitvoering daarvan als onrechtmatig wordt beoordeeld moet die uitwerking en een mogelijk al gemaakte planning tenminste worden opgeschort.
Is sprake van een onrechtmatige beslissing?
4.4.
Uitgangspunt bij de beoordeling is dat de Gemeente een ruime beoordelingsmarge (of in de woorden van de Gemeente: beleidsvrijheid) toekomt bij het inrichten van de openbare ruimte, die haar eigendom is. Het is aan de Gemeente om alle verschillende belangen die daarbij betrokken zijn tegen elkaar af te wegen. Bij de beoordeling van het handelen van de Gemeente dient de civiele rechter zich terughoudend op te stellen. Ingrijpen van de rechter is alleen geoorloofd als de Gemeente de betrokken belangen op zodanig onevenwichtige wijze heeft afgewogen dat zij in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot de door haar gemaakte beslissing.
4.5.
Dit betekent – kort gezegd – dat de rechter niet zelf kan beslissen of de voetbalkooi 10 bij 20 meter kan blijven, maar dat hij kijkt of de Gemeente de beslissing dat de voetbalkooi wordt verkleind naar 7 bij 14 meter had mogen nemen. Kon de Gemeente gelet op de belangen van Buurtleven en de klagers in alle redelijkheid dit Besluit nemen?
4.6.
Buurtleven zegt van niet omdat volgens haar bij het nemen van het Besluit er onvoldoende rekening is gehouden met het belang van kinderen om samen buiten te kunnen spelen. Ook vindt Buurtleven dat het Besluit tot verkleining van de voetbalkooi in verhouding met het daarmee beoogde doel kinderen in de buurt onevenredig zwaar treft (schending evenredigheidsbeginsel), en dat er minder ingrijpende oplossingen zijn. Ook zegt Buurtleven dat het rapport van de geluidsdeskundige onjuist is en klakkeloos door de Gemeente is overgenomen (schending van het zorgvuldigheidsbeginsel) en dat door de Gemeente de schijn van partijdigheid is gewekt, omdat zij vaak contact had met de klagers.
4.7.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het in deze zaak gaat om lastige besluitvorming. Aan de ene kant moet rekening worden gehouden met het belang van veel kinderen, die ook in een grote stad met spel en sport moeten kunnen opgroeien. Het is namelijk belangrijk dat kinderen veel buiten zijn, bewegen en andere kinderen ontmoeten in plaats van urenlang binnenzitten met hun Playstation. Verder is het recht op voorzieningen voor sport en spel in gemeentelijk beleid vastgelegd en staat in artikel 3 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) dat bij het nemen van maatregelen over kinderen door de overheid de belangen van kinderen voorop staan. Aan de andere kant moet rekening worden gehouden met het belang van buurtbewoners die dichtbij de voetbalkooi wonen en geluidsoverlast ervaren, ook als dit een kleine groep is. Deze groep is overigens niet zo klein als Buurtleven zegt, het zijn namelijk niet maximaal vier klagers maar enkele tientallen (maximaal 40 volgens de Gemeente), die niet willen laten blijken wie zij zijn (de Gemeente kent deze klagers wel).
4.8.
De voorzieningenrechter kan niet tot het oordeel komen dat de Gemeente in redelijkheid niet heeft kunnen besluiten om de voetbalkooi te verkleinen. Uit de feiten zoals weergegeven in 2.5 tot en met 2.20 volgt dat de Gemeente overleg heeft gevoerd met alle betrokkenen, een geluidsdeskundige heeft ingeschakeld, voorstellen heeft gedaan en uiteindelijk de leden van de stadsdeelcommissie, via een stemming, hierover een advies heeft laten uitbrengen. De Gemeente is niet over een nacht ijs gegaan. Omdat de Gemeente twijfelde over wat zij moest doen, heeft zij steeds geprobeerd meer informatie te verkrijgen en onder andere een geluidsdeskundige ingeschakeld. Dat, zoals Buurtleven stelt, de Gemeente in het besluitvormingsproces (in het bijzonder bij de uitvoering van het geluidsonderzoek) meer aan de kant van de klagers stond, is niet gebleken. Toegegeven moet worden dat de Gemeente eerst meer geluisterd heeft naar de klagende buurtbewoners. Zij kwamen namelijk met klachten. Daarna heeft de Gemeente echter ook naar de andere buurtbewoners geluisterd (zij konden ook input geven voor het geluidsonderzoek, zie onder 2.12) en heeft zij een enquête gehouden. Schijn van partijdigheid is dan ook niet gewekt en onvoldoende is gebleken dat de Gemeente niet objectief was. Dat de Gemeente na belangenafweging uiteindelijk gedeeltelijk in het voordeel van de klagers heeft beslist, kan niet als kennelijk onredelijk worden gezien. Het is niet zo dat, zoals Buurtleven stelt, het belang van kinderen altijd het zwaarst weegt, maar dat het altijd zwaar weegt. Dat komt in het Besluit ook tot uitdrukking (zie hierboven 2.20, onder andere het uitgangpunt dat de speelplek zoveel mogelijk in stand moet blijven en de derde bullet). Bovendien is niet gekozen voor de meest vérgaande maatregel (verwijdering van de voetbalkooi), kunnen kinderen in de voetbalkooi blijven spelen en worden er ter compensatie van het inleveren van meters voetbalkooi andere speelvoorzieningen geplaatst. In deze zaak heeft de Gemeente kennelijk de geluidsoverlast te ernstig geacht om de klagers daarmee onverminderd te laten zitten. Gelet hierop is geen sprake geweest van schending van het evenredigheidsbeginsel.
4.9.
De voorzieningen rechter is van oordeel dat al met al sprake is geweest van een zorgvuldig besluitvormingsproces. Op één onderdeel bestaat wel twijfel. Het gaat om het Peutz rapport van 3 oktober 2022 en het juridisch kader dat daarin is geschetst. Partijen zijn het erover eens dat de voetbalkooi geen inrichting is in het kader van de Wet Milieubeheer en dat het Activiteitenbesluit en de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening 1999 (de Handreiking) niet van toepassing zijn. Als kader voor de beoordeling van geluidhinder geldt de open norm van artikel 5.5 APV 2008. Daarnaast geldt de algemene norm van artikel 5:37 BW. Dit betekent dat er geen bindend beoordelingskader is met specifieke normen voor geluidsgrenzen van in een voetbalkooi spelende kinderen. Het Peutz rapport van 3 oktober 2022 refereert echter aan jurisprudentie (met name ECLI:NL:RBNHO:2022:1764), waarin is geoordeeld dat bij gebreke van een specifiek beoordelingskader vrijwel altijd wordt aangesloten bij een bestaand beoordelingskader zoals de Handreiking. Dat moge zo zijn, maar dat betekent niet dat daarmee die normen bindend zijn. De indruk die de formulering van het Peutz rapport (2.15 hierboven) kan geven, dat er sprake is van ‘ontoelaatbare geluidhinder’ op grond van jurisprudentie is dan ook onjuist. De gemeente behoudt daarin beoordelingsvrijheid. Gezien het standpunt ter zitting van de Gemeente heeft zij dat ook niet uit het oog verloren. Ook al zegt ze vervolgens dat zij ter invulling van het begrip geluidhinder een normering moet kiezen die bruikbaar is en recht doet aan de omstandigheden van het geval en heeft zij geoordeeld dat uit jurisprudentie volgt dat de Handreiking het meest geschikte beoordelingskader is voor de beoordeling van (piek)geluiden door voetbalkooien. De vraag is wel of de leden van de stadsdeelcommissie bij hun besluitvorming deze beslissingsvrijheid voldoende op het netvlies hadden. De Gemeente twijfelt daarnaast niet aan de zorgvuldigheid en conclusie van de geluidsrapportages van Peutz. Zij heeft onderbouwd waarom het laatste rapport een representatief beeld schetst en stemgeluid van kinderen kan worden gemeten. Integrale toetsing van het rapport aan de hand van de bezwaren van Buurtleven vergt nader onderzoek waarvoor dit kort geding zich niet leent, maar vooralsnog is niet gebleken dat er sprake is evidente onduidelijkheid of onjuistheid. Het lijkt erop dat de geluidmonitoring in een representatieve periode heeft plaatsgevonden en dat de meetpunten goed waren geplaatst, zoals gebruikelijk bij de gevel en niet binnen.
4.10.
Tot slot bestaan er bij Buurtleven terecht vragen over de effectiviteit van de maatregel tot verkleining van de voetbalkooi tegen geluidsoverlast. Vast staat immers dat de geluidsreductie als gevolg van de verkleining slechts beperkt zal zijn, misschien wel nauwelijks merkbaar, maar intussen wel tot duidelijke vermindering van speelgelegenheid zal leiden. Eerst bezien of geluiddempende maatregelen effect zouden sorteren was misschien best wel een goed idee geweest. Daar staat tegenover het standpunt van de Gemeente dat het om een pakket van maatregelen gaat, dat de geluidsoverlast moet verminderen. Het plan is om ook een geluiddempende ondergrond te plaatsen, tot vergroening van de vrijkomende ruimte over te gaan en een gebruiksduurbeperking vanaf 20:00 uur in te stellen. Of dit alles samen genoeg is en of het klankkasteffect verdwijnt, is niet zeker.
4.11.
De conclusie is dat de vragen over het juridisch uitgangspunt voor de rapportage en de effectiviteit van het besluit niet zoveel twijfel doen ontstaan, dat de voorzieningenrechter moet ingrijpen. Al met al kan niet vastgesteld worden dat de Gemeente in een zorgvuldig besluitvormingsproces, alle belangen tegen elkaar afwegend, in alle redelijkheid niet tot het Besluit kon komen dat de voetbalkooi moet worden verkleind naar 7 bij 14 meter.
De Gemeente is met dit Besluit tussen de voorstellen van de klagers (6 bij 12 meter) en Buurtleven (4 bij 18 meter) is gaan zitten.
Hoe nu verder?
4.12.
Een positief punt is dat de Gemeente gaat kijken of er ter compensatie van de verkleining andere speelvoorzieningen kunnen worden geplaatst. Het is zinvol dat de Gemeente samen met Buurtleven gaat kijken wat er mogelijk is. Daarnaast zou het voorkeur hebben dat er alsnog een mediationtraject wordt gestart waaraan Buurtleven en de klagers meedoen en waarin kan worden bekeken of er een oplossing mogelijk is waarvoor een groter draagvlak is. Ter zitting heeft de Gemeente aangevoerd dat zij daarvoor nog steeds openstaat, ook nu het Besluit al is genomen.
4.13.
Nu voorshands niet aannemelijk is geworden dat de Gemeente onrechtmatig jegens de achterban van Buurtleven heeft gehandeld of handelt, zal de vordering worden afgewezen.
4.14.
Buurtleven zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Gemeente worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.755,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Buurtleven in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente tot op heden begroot op € 1.755,00,
5.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: GHF