Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het verzoek tot aanvulling
In de eerste plaats klopt de optelsom van de berekening van rechtsoverweging 3.80 (op pagina 20) van het eindvonnis niet. Wanneer de daarin genoemde bedragen bij elkaar worden opgeteld, is het totaalbedrag niet € 38.963,38, maar € 40.612,01.
Uit rechtsoverweging 4.1.1.3 van (pagina 3 van het) tussenvonnis d.d. 22 februari 2022 volgt dat [gedaagde] onder meer in reconventie een vervangende schadevergoeding terzake de nog steeds te herstellen gebreken heeft gevorderd.
De Bouwhorst heeft zich bevoegdelijk beroepen op haar opschortingsrecht. Behalve in de akte na tussenvonnis d.d. 17 juli 2023, heeft De Bouwhorst ook ter zitting d.d. 17 juli 2023 toegelicht dat [gedaagde] haar per saldo nog diende te betalen. Dit is - met inachtneming van de rekenfouten - bevestigd in het vonnis van uw rechtbank d.d. 27 september 2023. Zolang [gedaagde] niet had betaald, hetgeen hij aan De Bouwhorst verschuldigd was, kon hij ook niet van de aannemer verlangen dat deze haar verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst zou nakomen.
2.De beoordeling
In conventie en in reconventie
2.3. De gebreken waar het om gaat zijn in het tussenvonnis van 22 februari 2023 genoemd (telkens wordt eerst de rechtsoverweging genoemd, dan het gebrek):
6.5: schade aan de screens
6.40: deuren afstellen berging
deuren afstellen berging