AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beroep tegen gedeeltelijke afwijzing Wob-verzoek inzake EU-Turkije-deal
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 23 november 2023, in de zaak tussen Stichting Fred Foundation en de minister van Buitenlandse Zaken, wordt het beroep van eiseres tegen de gedeeltelijke afwijzing van haar Wob-verzoek beoordeeld. Eiseres had op 24 november 2020 verzocht om openbaarmaking van informatie over de betrokkenheid van Nederland bij de EU-Turkije-deal, met name in relatie tot Griekenland. De rechtbank constateert dat het bestreden besluit van 14 oktober 2022 en de aanvullende beslissing op bezwaar van 10 maart 2023 gebreken vertonen in de motivering en de volledigheid van de documenten. De rechtbank oordeelt dat de gedeeltelijke weigering van het Wob-verzoek niet juist is en dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde documenten niet openbaar gemaakt konden worden. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij ook een aanvullende zoekslag moet worden verricht naar ontbrekende documenten. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht en proceskosten vergoed.
Voetnoten
1.Een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.
2.Op 18 maart 2016 zijn tussen Turkije en de lidstaten van de Europese Unie afspraken gemaakt over migranten die via Turkije Griekenland binnenkomen. Deze gemaakte afspraken worden ook wel de EU-Turkije-deal genoemd.
3.Wet open overheid.
4.Het beroep heeft op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van rechtswege mede betrekking op het bestreden besluit II.
6.Zie de uitspraak van de Afdeling van 24 september 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BF2162. De Afdeling oordeelt dat het verstrekken van de informatie in een andere dan door verzoeker gewenste vorm aanvaardbaar kan zijn, mits dezelfde informatie wordt verstrekt als het geval zou zijn bij verstrekking in de door verzoeker gewenste vorm. 8.De uitzonderingsgrond uit artikel 5.1., tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo.
9.De uitzonderingsgrond uit artikel 5.1., tweede lid, aanhef en onder a, van de Woo.
10.Kamerstukken II, 2015/16, 33 328, nr. 22. Amendement van de leden Segers en Veldman ontvangen op 12 april 2016.
12.Kamerstukken II 1986-1987, 19 859, nr. 3, blz. 34.
13.Dit volgt uit artikel 5.1., derde lid, van de Woo.
14.Dit volgt uit artikel 5.3. van de Woo.
15.Kamerstukken I 2021/22, 33 328, nr. AB, p. 96.
16.Het besluit van 15 december 2020. Dit besluit en de (gedeeltelijk) openbaar gemaakte documenten zijn vindbaar op de website van verweerder.