ECLI:NL:RBAMS:2023:7441

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
13.090032.95 (2023)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man met schizofrenie en autismespectrumstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 juli 2023 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een 53-jarige man, die gediagnosticeerd is met schizofrenie en een stoornis in het autismespectrum. De man is sinds 2013 verpleegd in een kliniek en zijn terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 29 juni 2021. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling opnieuw beoordeeld op basis van een advies van 20 april 2023, waarin werd geadviseerd de termijn met twee jaar te verlengen. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en een deskundige gehoord tijdens een openbare zitting. De deskundige bevestigde het advies en gaf aan dat de man blijvend afhankelijk is van professionele ondersteuning en begeleiding. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, gezien de aanhoudende stoornis en het recidiverisico. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling verlengd.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/090032-95
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 16 mei 2023 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,
thans verpleegd in [kliniek 1] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 6 juni 1995 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 29 juni 2021 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 20 april 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de jaarlijkse risicotaxatie van 12 juni 2023.
De rechtbank heeft op 11 juli 2023 de officier van justitie mr. M. Modder, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. M. Rasterhoff, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige L.J.E. Oude Nijeweme, verbonden aan [kliniek 1] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van
[kliniek 1] van 20 april 2023wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een thans 53-jarige man gediagnosticeerd met schizofrenie (floride psychotisch toestandsbeeld) en een stoornis in het autisme spectrum.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene verblijft sinds juli 2013 in [kliniek 1] . Zijn dagelijks functioneren wordt grotendeels bepaald door zijn associatief denken en (neiging tot) dwanghandelingen. In zijn behandeling staan de volgende doelen centraal: het bewerkstelligen van psychiatrische stabiliteit, respecteren van territorium, verstevigen van copingmechanisme en het accepteren van begrenzing en daarbij gedragsalternatieven aanleren.
Perioden van relatieve stabiliteit waarin betrokkene zich aan afspraken conformeert en een gestructureerde dag invulling heeft wisselen zich af met perioden van psychiatrische decompensaties.
Betrokkene zet zich naar draagkracht in voor zijn dagprogramma, bestaande uit arbeidstraining, psychotherapie, creatieve vakken en sport. Hij oefent met het doorbreken van de dwanghandelingen en het vervangen hiervan door een andere activiteit. Het lukt betrokkene niet om het geleerde in de praktijk te generaliseren.
Middels rollenspel wordt geoefend met het contact maken met de ander, het afstemmen in contact, gepast en ongepast gedrag en afstand en nabijheid. De therapie wordt gestopt omdat betrokkene tijdens het oefenen van situaties in rollenspellen dit als echte realiteit ziet en niet als een “doen alsof situatie”, met als gevolg dat hij over de grenzen van de ander gaat en niet begrijpt dat dit niet kan.
Zeer geleidelijk wordt de bewegingsvrijheid van betrokkene uitgebreid middels een sterk gefaseerd verlofkader. Desondanks is het merkbaar dat wanneer de behandeldruk wordt verhoogd zijn psychiatrisch beeld destabiliseert. Na geruime tijd oefenen met semi-onbegeleide verloven start betrokkene met het ondernemen van onbegeleide terreinverloven. Voor deze verloven is een mobiele telefoon een vereiste, het oefenen hiermee geeft betrokkene een dermate hoeveelheid stress dat dit resulteert in een dagenlange associatie en onrust.
Vanaf mei 2022 is sprake van een verslechtering van het somatische en psychiatrische toestandsbeeld van betrokkene. Er worden meerdere epileptische insulten geconstateerd. Naarmate de toestand van betrokkene verslechtert, lijkt zijn grensoverschrijdende gedrag meer naar de achtergrond te treden. Voorts zijn er verdenkingen van cognitief verval, met name het korte termijn geheugen lijkt in toenemende mate te verslechteren.
Medio september 2021 is samen met het netwerk en betrokkene gezocht naar een passende vervolgplek waarbij de kwaliteit van leven op de voorgrond staat. Betrokken heeft met name
gestructureerde en duidelijke begeleiding nodig en een behandelingsteam dat expertise heeft over cliënten met een forensische maatregel. De [kliniek 2] kan dit bieden en besloten wordt een trajectwijziging richting [plaatsnaam] in te zetten.
Wegens psychiatrische instabiliteit en forse somatische achteruitgang van betrokkene wordt er met [kliniek 2] en zijn netwerk in gesprek gebracht in hoeverre een overplaatsing nog haalbaar en wenselijk is. Het netwerk meent dat een verhuizing betrokkene gaat ontregelen en zij gunnen hem de rust die hij op [kliniek 1] ervaart. Gelet hierop wordt onderzocht of [kliniek 3] , reguliere ouderenpsychiatrie met 24-uurszorg tevens op het terrein van [plaats] , een mogelijke vervolgvoorziening kan zijn. Gezien er bij [kliniek 3] twijfels bestaan of zij de benodigde begeleiding en begrenzing, die betrokkene nodig heeft, kunnen bieden, wordt beoogd te oefenen op de huidige afdeling met minder directe begeleiding om te toetsen of betrokkene hiervan ontregelt.
Het risicomanagement rondom verloven is passend voor betrokkene, met veel aandacht voor het voor- en nabespreken en het voorspellen van situaties die zich kunnen voordoen. Tevens wordt verwacht dat uitstroom naar de besloten psychiatrie met vergelijkbare intensieve begeleiding tot de mogelijkheden behoort. Dit zal in eerste instantie leiden tot een toename in onrust vanwege de ervaren onduidelijkheid hieromtrent, waardoor het risico tijdelijk iets zal oplopen.
Zonder professionele steun en toezicht is de verwachting dat betrokkene spanningen zal opbouwen, overspoeld raakt en daardoor na enige tijd psychiatrisch zal ontregelen.
Het risico op terugval in gewelddadig gedrag wordt bij transmuraal verblijf in [kliniek 1] met onbegeleide verloven als laag tot matig ingeschat.
Bij het wegvallen van de tbs-maatregel wordt de kans op terugval in gewelddadig gedrag als matig tot hoog ingeschat. Zonder de strakke kaders en begeleiding wordt verwacht dat betrokkene psychiatrisch op termijn zal ontregelen, van waaruit achterdocht en daarmee het risico op gewelddadig gedrag toeneemt.
Koers en advies
Gezien de ernst van de problematiek van betrokkene wordt verwacht dat hij blijvend afhankelijk is van professionele ondersteuning en begeleiding. Betrokkene raakt gemakkelijk achterdochtig, is associatief en gedesorganiseerd in denken en dwangmatig.
De prognose van de behandeling is bescheiden en vooralsnog niet direct gunstig. Betrokkene is een chronisch psychotisch, zeer kwetsbare man. Zijn schizofrenie en autismespectrumstoornis maken hem afhankelijk van intensieve begeleiding en een structurerend zorgklimaat.
Betrokkene zal op termijn met zijn tbs-maatregel verhuizen naar een vervolgvoorziening; de
kliniek [kliniek 1] blijft eindverantwoordelijk. Als het verblijf in de vervolgvoorziening voor alle betrokkenen goed verloopt wordt onderzocht of de tbs-maatregel nog nodig is.
Gelet op de kwetsbaarheid van betrokkene en het verder bewerkstelligen van een vervolgplek, zal de tbs-maatregel nog nodig zijn. Bij het wegvallen van de tbs-maatregel - en daarmee het huidige strakke risicomanagement - wordt de kans op terugval in (fysiek) gewelddadig gedrag thans als matig tot hoog ingeschat. Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling te verlengen met de termijn van twee jaren.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat nog sprake is van een stoornis en ook het recidiverisico is nog aanwezig. Conform de opdracht van de rechtbank op de vorige verlengingszitting heeft de kliniek onderzocht wat de doorstroommogelijkheden voor de terbeschikkinggestelde zijn. Thans wordt onderzocht of hij naar [kliniek 3] , een open afdeling voor ouderen-psychiatrie, kan worden overgeplaatst. Doordat nu ook sprake is van somatische klachten is het vinden van een geschikte vervolgplek ingewikkeld geworden. Naar het oordeel van de rechtbank is de kliniek adequaat op zoek naar de juiste koers voor de terbeschikkinggestelde. Een overweging ter aansporing van de kliniek is dan ook niet nodig.
De rechtbank denkt dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde in ieder geval langer zal duren dan één jaar en zal daarom de maatregel verlengen met twee jaar.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H.G. Loyson, voorzitter,
mrs. H.E. Hoogendijk en A.A. Spoel, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juli 2023.