ECLI:NL:RBAMS:2023:7440

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
13.233848.20 (2023)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met bipolaire stoornis en verslavingsproblematiek

Op 11 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/233848-20, waarin de officier van justitie een vordering heeft ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar. De betrokkene, geboren in 1977, verblijft sinds 19 november 2021 in een kliniek en is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis, een licht verstandelijke beperking en een verslaving aan verschillende middelen. De rechtbank heeft de stukken in de zaak bestudeerd, waaronder een advies van de kliniek van 18 april 2023, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen. Tijdens de openbare zitting zijn de officier van justitie, de betrokkene, zijn raadsvrouw en een deskundige gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico hoog is en dat de behandeling van de betrokkene nog in een beginstadium verkeert. De rechtbank overweegt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De vordering van de officier van justitie is dan ook toegewezen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/233848-20
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 30 mei 2023 in de zaak tegen:

[Betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1977,
thans verpleegd in [kliniek] , [locatie] te [plaats] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 12 mei 2021 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 18 april 2023 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv) uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen.
De rechtbank heeft op 11 juli 2023 de officier van justitie mr. M. Modder, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. C.W. Dirkzwager, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige [naam] , verbonden aan [kliniek] , [locatie] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [kliniek] [locatie] van 18 april 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene verblijft sinds 19 november 2021 in [locatie] . Hij is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis, een licht verstandelijke beperking en een stoornis in het gebruik van cocaïne, opioïde, cannabis en alcohol.
Behandelverloop en risicotaxatie
Aanvankelijk worden met name manische symptomen waargenomen. Betrokkene denkt versneld en is breedsprakig en heeft ook grootheidsideeën. In de periode na zijn opname wordt de focus gelegd op het wennen aan het verblijf binnen De [locatie] en op psychiatrische stabilisatie. Zijn manische symptomen nemen geleidelijk af.
Betrokkene is psychiatrisch stabiel. Hij kan nog wel eens dwingend en commanderend gedrag vertonen, maar hij accepteert begrenzing. Hij heeft beperkt probleem inzicht, maar wel probleem besef. Hij zet zich gemotiveerd in voor zijn behandeltraject. Hij volgt verschillende therapieën waar hij actief aan deelneemt.
Het recidiverisico in geval van beëindiging toezicht of maatregel is hoog en in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging hoog.
Koers en advies
Het traject van betrokkene is nog niet concreet vormgegeven. Op basis van de behandel-ontwikkeling die in de komende periode verwacht wordt, zal het specifieke benodigde risicomanagement, het traject en het uitstroomdoel bepaald worden. In het verleden was er sprake van schending van voorwaarden, zoals het niet houden aan gebiedsverboden. De kliniek geeft het resocialisatietraject daarom stapsgewijs vorm, zodat bij iedere stap getoetst kan worden hoeveel vrijheden betrokkene aan kan. Indien de behandelontwikkeling zich op
gelijke voet voortzet, wordt gedacht aan uitstroom naar een (F)RIBW met verblijf op een FPA als tussenstap. Bij de FPA kan getoetst worden of betrokkene zich daadwerkelijk staande zal kunnen houden op een lager beveiligings- en zorgniveau, zoals noodzakelijk voor doorstroom naar een instelling voor begeleid wonen.
De verwachting is dat de behandeling van betrokkene nog enkele jaren in beslag zal nemen en dat er langdurig toezicht noodzakelijk is. Geadviseerd wordt om de maatregel met twee jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
De rechtbank overweegt, naar aanleiding van het door de verdediging gevoerde verweer, ten aanzien van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vordering als volgt.
Uit de zich in het dossier bevindende termijnenbrief blijkt onweersproken dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling had moeten worden ingediend tussen 30 april 2023 en 30 mei 2023. De vordering is ingediend op 30 mei 2023, dus niet in voornoemde periode, maar één dag later. De rechtbank stelt vast dat de vordering niet kon worden ingediend op 29 mei 2023 omdat die dag Tweede Pinksterdag, een algemeen erkende feestdag, is. Indien de Algemene termijnenwet (ATW) van toepassing is, wordt de termijn met één dag verlengd en is geen sprake van een termijnoverschrijding en kan het Openbaar Ministerie in zijn vordering worden ontvangen.
De rechtbank overweegt voorts dat ook als de ATW niet van toepassing zou zijn, toepassing gegeven kan worden aan artikel 6:6:11, derde lid Sv nu de vordering binnen een redelijke termijn is ingediend en waarbij de rechtbank overweegt dat in het onderhavig geval het belang van de algemene veiligheid zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de terbeschikkinggestelde, en de vordering om die reden ontvankelijk is. Het verweer van de verdediging wordt dan ook verworpen.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en gelet op artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat nog sprake is van een stoornis en recidivegevaar en de behandeling nog in een beginstadium verkeert.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[Betrokkene]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H.G. Loyson, voorzitter,
mrs. H.E. Hoogendijk en A.A. Spoel, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juli 2023.