Op 19 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), uitgevaardigd door de Onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven, België. De opgeëiste persoon, geboren in Paraguay en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in een Belgische detentie-instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB in behandeling genomen, waarbij de detentieomstandigheden in België centraal stonden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een algemeen gevaar bestaat voor onmenselijke behandeling van gedetineerden in België, maar dat dit gevaar voor de specifieke opgeëiste persoon is weggenomen door de detentiegarantie die door de Belgische autoriteiten is verstrekt. Deze garantie houdt in dat de opgeëiste persoon zal worden gedetineerd in een instelling die voldoet aan de internationale standaarden voor detentieomstandigheden, met voldoende leefruimte en toegang tot basisvoorzieningen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan en de afgifte van in beslag genomen voorwerpen bevolen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.