ECLI:NL:RBAMS:2023:7327

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
13/069269-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over Brits overleveringsverzoek en detentieomstandigheden in HMP Winchester

Op 21 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Brits overleveringsverzoek voor de executie van een vrijheidsstraf. De rechtbank heeft de detentieomstandigheden in HMP Winchester beoordeeld en geconcludeerd dat de verstrekte detentiegarantie niet voldoende is om het reële gevaar van een vernederende of onmenselijke behandeling van de opgeëiste persoon weg te nemen. De rechtbank heeft eerder al zorgen geuit over de detentieomstandigheden, waaronder het aantal uren dat gedetineerden op cel doorbrengen, de hygiëne en het geweldsniveau in de gevangenis. Ondanks enkele verbeteringen zijn de omstandigheden nog steeds onvoldoende om overlevering te rechtvaardigen. De rechtbank heeft de beslissing over de overlevering aangehouden in afwachting van eventuele wijzigingen in de omstandigheden en de termijn voor uitspraak verlengd met 60 dagen. De gevangenhouding van de opgeëiste persoon is eveneens met 60 dagen verlengd. De rechtbank heeft de zaak heropend en voor onbepaalde tijd geschorst, met de verplichting om de zaak opnieuw aan te brengen voor een zitting vóór 15 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/069269-23
Datum uitspraak: 21 november 2023
TUSSEN-
UITSPRAAK
op de vordering op grond van artikel 3 Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid (Uitvoeringswet) jo. artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 8 mei 2023 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (hierna: EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 20 november 2020 door
the Southampton Crown Court(Verenigd Koninkrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedag 1] 1983,
alias:
[alias opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedag 2] 1989,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieadres],
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

Zitting 27 juni 2023
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 27 juni 2023. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver, advocaat in Utrecht en door een tolk in de Engelse taal.
Op grond van artikel 3 Uitvoeringswet in verbinding met artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen. De rechtbank heeft op grond van artikel 3 Uitvoeringswet jo. artikel 27, tweede lid, OLW tevens de gevangenhouding bevolen.
Tussenuitspraak 11 juli 2023
De rechtbank heeft op 11 juli 2023 een tussenuitspraak gewezen waarbij het onderzoek is heropend en voor onbepaalde tijd geschorst, om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de uitvaardigende justitiële autoriteit om een detentiegarantie te vragen dat de opgeëiste persoon niet in HMP Bedford zal worden geplaatst. [1]
Zitting 26 juli 2023
De behandeling van de vordering is met instemming van partijen in gewijzigde samenstelling voortgezet op de zitting van 26 juli 2023, in aanwezigheid van mr. G.P. Sholeh, officier van justitie. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver en door een tolk in de Engelse taal.
De rechtbank heeft de beslistermijn op grond van artikel 3 Uitvoeringswet in verbinding met artikel 22, vijfde lid, OLW voor 30 dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om onderzoek te doen naar een reëel gevaar op schending van de grondrechten van de opgeëiste persoon in HMP Winchester en zij daarom nog niet over de verzochte overlevering kan beslissen. De rechtbank heeft de gevangenhouding op grond van artikel 3 Uitvoeringswet jo. artikel 27, derde lid, OLW ambtshalve met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting voor bepaalde tijd geschorst om onderzoek te kunnen doen naar het bestaan van een reëel gevaar voor schending van grondrechten in HMP Winchester.
Zitting 24 augustus 2023
De behandeling van de vordering is met instemming van partijen in gewijzigde samenstelling voortgezet op de zitting van 24 augustus 2023, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver en door een tolk in de Engelse taal.
De rechtbank heeft de beslistermijn op grond van artikel 3 Uitvoeringswet in verbinding met artikel 22, vijfde lid, OLW opnieuw voor 30 dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft voor haar onderzoek naar een reëel gevaar op schending van de grondrechten van de opgeëiste persoon in HMP Winchester en zij daarom nog niet over de verzochte overlevering kan beslissen. De rechtbank heeft de gevangenhouding wederom ambtshalve met 30 dagen verlengd.
Tussenuitspraak van 7 september 2023
De rechtbank heeft op 7 september 2023 een tussenuitspraak gewezen waarbij het onderzoek is heropend en voor onbepaalde tijd geschorst, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de in de tussenuitspraak genoemde vragen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit voor te leggen. [2]
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 3 Uitvoeringswet in verbinding met artikel 22, vijfde lid, OLW uitspraak moet doen weer voor 30 dagen verlengd De rechtbank heeft de gevangenhouding ambtshalve met 30 dagen verlengd.
Zitting van 5 oktober 2023
De behandeling van de vordering is met instemming van partijen in gewijzigde samenstelling voortgezet op de zitting van 5 oktober 2023, in aanwezigheid van mr. S. Wirken, officier van justitie. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver en door een tolk in de Engelse taal.
Tussenuitspraak 19 oktober 2023
De rechtbank heeft op 19 oktober 2023 een tussenuitspraak gewezen waarbij het onderzoek is heropend en voor onbepaalde tijd geschorst in afwachting van een eventuele wijziging in de detentieomstandigheden in HMP Winchester. [3]
De rechtbank heeft de beslistermijn op grond van artikel 3 Uitvoeringswet in verbinding met artikel 22, zesde lid, OLW daarom voor 60 dagen verlengd. De rechtbank heeft de gevangenhouding ambtshalve met 60 dagen verlengd.
Zitting van 7 november 2023
De behandeling van de vordering is met instemming van partijen in gewijzigde samenstelling voortgezet op de zitting van 7 november 2023, in aanwezigheid van mr. M. al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Zilver en door een tolk in de Engelse taal.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat hij hier bekend is als [opgeëiste persoon] en is geboren op
[geboortedag 1] 1983 in [geboorteplaats] (Somalië) en dat hij de Somalische en Britse nationaliteit heeft.

3.Tussenuitspraak 11 juli 2023

De rechtbank verwijst naar haar tussenuitspraak van 11 juli 2023. Hierin heeft de rechtbank onder andere geoordeeld over het toetsingskader (de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (HSO) en de Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU - VK Justitie en Veiligheid (Uitvoeringswet). Ook heeft de rechtbank in deze tussenuitspraak de grondslag van het AB, de inhoud van het AB, de strafbaarheid van de feiten en de weigeringsgrond van artikel 601, eerste lid, aanhef en onder i), HSO al beoordeeld. Deze overwegingen dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.

4.Detentieomstandigheden

De rechtbank verwijst in dit kader allereerst naar haar overwegingen onder punt 4 van de tussenuitspraak van 7 september 2023 en onder punt 4 van de tussenuitspraak van 19 oktober 2023; ook deze overwegingen dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft betoogd dat de detentiegarantie ook met de aanvulling van 3 november 2023 onvoldoende waarborgen biedt. Er zijn veel voornemens om de detentieomstandigheden te verbeteren, maar concrete verbeteringen zijn tot nog toe uitgebleven. Er is nog steeds veel ongedierte en het geweldsniveau tussen gedetineerden is nog steeds erg hoog. Evenmin is uitgesloten dat de opgeëiste persoon 23 uur per dag op cel zal verblijven. De raadsman merkt in dit verband op dat nog steeds sprake is van grote personeelstekorten. Bovendien wordt in voornoemde brief van 3 november 2023 gesproken van een aangekondigd proces van de opgeëiste persoon, terwijl de overlevering voor de executie van een straf wordt gevraagd. Dit bevestigt de indruk dat de brief niet zozeer specifiek op de opgeëiste persoon is geschreven. De overlevering moet worden geweigerd.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de detentiegarantie met de aanvulling van 3 november 2023 afdoende is. In de aanvulling staat welke maatregelen zijn genomen en nog zullen worden genomen om de detentieomstandigheden te verbeteren. Zo is de tijd dat een gedetineerde buiten de cel doorbrengt nu minimaal 2,5 uur en dat wordt uitgebouwd naar minimaal vier uur vanaf februari 2024. Een gedetineerde brengt alleen in uitzonderlijke situaties 23 uur op cel door. Ten aanzien van het geweldsniveau tussen gedetineerden zijn acties ondernomen die kunnen leiden tot sancties en zelfs tot een langere gevangenisstraf. Daarbij heeft het hoge geweldsniveau de aandacht en zullen nog meer stappen worden ondernomen om het geweld te verminderen. Ten aanzien van de hygiëne hebben aanzienlijke verbeteringen plaatsgevonden. De ongediertebestrijding is ingeschakeld om de situatie onder controle te houden. Gelet hierop vormen de detentieomstandigheden geen beletsel meer voor overlevering.
Oordeel van de rechtbank
In de tussenuitspraak van 7 september 2023 [4] heeft de rechtbank een algemeen gevaar aangenomen voor schending van de grondrechten voor gedetineerden die terecht komen in HMP Winchester vanwege – kort gezegd – vier punten, te weten het aantal vierkante meters persoonlijke leefruimte, het aantal uren dat een gedetineerde op cel zit, de hygiëne en het geweldsniveau in de gevangenis.
In de tussenuitspraak van 19 oktober 2023 heeft de rechtbank geoordeeld dat met de detentiegarantie van 29 september 2023 de zorgen over het aantal vierkante meters persoonlijke leefruimte zijn weggenomen, nu daarin is gegarandeerd dat de opgeëiste persoon over minimaal 4 m2 aan persoonlijke leefruimte zal beschikken. Ten aanzien van de overige punten heeft de rechtbank geoordeeld dat deze garantie niet afdoende is.
In de aanvulling op de detentiegarantie van 3 november 2023 staat het volgende over de overige door de rechtbank genoemde punten waarop het algemeen gevaar is aangenomen.
Prisoners spending 23 hours a day in their cells
(…)
As regards the staged milestone plan to increase time out of cell, in January 2023 a new way of working was introduced (the “profile” referenced in the letter to HMIP). This ensured that HMP Winchester would consistently deliver a regime where prisoners spent aminimumof 2.5 hours out of cell per day. In May 2023 a further milestone was completed whereby free flow (unescorted access to and from activities) was introduced increasing the time spent by prisoners and consolidating time spent out of cell. In February 2024 we will move to the final milestone which will introduce a revised set of shift patterns to accommodate a newminimumof 4 hours per day out of cell.
(…)
Prison hygiene
(…)
As regards vermin, I would refer the court to the August 2023 IMB report. This demonstrates that the position is much improved; it explains that whilst rats are still to be seen in the prison (the wider city of Winchester itself has a rodent problem so this is not because of prison conditions), regular pest control procedures have been introduced and have reduced the prevalence (see paragraph 5.1). It remains the case that the prison makes provision for regular visits from pest control companies in order to keep on top of this issue.
Prisoner violence
(…)
HMPPS takes violence in prisons extremely seriously. In the last year we had 411 incidences of violence, involving 473 prisoners, which are all written up and reported. We have a robust system in place to manage these incidences: of the 473 involved, 430 were placed on report and their cases heard in an adjudication. Adjudications are the internal prisoner discipline procedures whereby offences alleged to have been committed against the Prison and YOI Rules are dealt with. Governors inquire impartially into the facts of the case, weighing up the available evidence and deciding whether or not the charge has been proven beyond reasonable doubt. If a prisoner is found guilty, punishments can include loss of privileges or stoppage of earnings for example. In serious cases, a Governor can refer to an Independent Adjudicator who can add days to the custodial element of a prisoner’s sentence, and governors can also refer cases to the Police to investigate, via the Crime in Prison Referral Agreement 2022.
At HMP Winchester we have identified that young adults (YAs aged 18-25) were disproportionately involved in violence in the prison. HMP Winchester has started YA forums designed to improve relations between the young adults and staff, for which we have seen a reduction in prisoner-staff violence (as reported in the August 2023 IMB report).
De rechtbank is van oordeel dat met de gegeven aanvulling op de detentiegarantie van
3 november 2023 het algemene gevaar van een onmenselijke behandeling in HMP Winchester voor de opgeëiste persoon onvoldoende is weggenomen. De rechtbank ziet dat er ten aanzien van haar zorgen over de tijd die gedetineerden op cel doorbrengen concrete verbeteringen zijn en dat ten aanzien van de overlast door ratten (resulterend in slechte hygiëne-omstandigheden) stappen zijn gezet. De rechtbank merkt op dat ten aanzien van de tijd die gedetineerden op cel doorbrengen nog steeds het voorbehoud van personeelsgebrek wordt gemaakt en uit de brief kan worden opgemaakt dat dat probleem (nog) niet is opgelost. Voorts ziet de rechtbank onvoldoende verbetering ten aanzien van het terugdringen van het geweldsniveau. In de brief van 3 november 2023 staat dat het geweldsniveau in HMP Winchester nog steeds hoger is dan in de gemiddelde gevangenis in het Verenigd Koninkrijk. De autoriteiten nemen het hoge geweldsniveau serieus en noemen maatregelen die zij hebben genomen om het geweldsniveau terug te dringen. Zo worden alle incidenten gerapporteerd en eventueel volgen er sancties. Uit voornoemde brief blijkt echter onvoldoende dat er op dit moment op dit gebied voldoende concrete verbeteringen zijn. Daarbij neemt de rechtbank allereerst in aanmerking dat uit het jaarrapport van de Independent Monitoring Board (de IMB) over HMP Winchester [5] volgt dat hoewel het geweld tussen gedetineerden en personeel iets is afgenomen, het onderlinge geweld tussen gedetineerden is toegenomen. [6] De rechtbank deelt daarom de zorgen van de IMB op dit onderdeel. Daarnaast ziet de rechtbank dit hoge geweldsniveau in samenhang met de personeelstekorten, die op dit moment ook nog niet lijken te zijn opgelost.
De verstrekte detentiegarantie heeft daarom het reële gevaar om te worden onderworpen aan een vernederende of onmenselijke behandeling ten aanzien van de opgeëiste persoon nog niet weggenomen. De detentieomstandigheden vormen daarom nog steeds een beletsel voor overlevering.
De mogelijkheid bestaat echter dat bij wijziging van de omstandigheden dit gevaar alsnog kan worden uitgesloten. Hoewel het in deze fase niet aan de rechtbank is om vragen te formuleren (maar aan de uitvaardigende justitiële autoriteit om informatie te verstrekken waaruit een wijziging van de omstandigheden blijkt), acht rechtbank het niet ondenkbaar dat aanvullende informatie met betrekking tot de hierboven genoemde zorgelijke aspecten mogelijk een dergelijke wijziging zou kunnen opleveren.
De rechtbank zal de beslissing over de overlevering daarom opnieuw aanhouden in afwachting van een eventuele wijziging in de omstandigheden. De rechtbank verwijst in dit verband naar het in de Uitvoeringswet van overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 22 OLW, in samenhang bezien met de artikelen 604, aanhef en onder c, en 615 HSO.
Op basis van artikel 3, eerste lid, Uitvoeringswet in samenhang bezien met artikel 22, zesde lid, OLW, verlengt de rechtbank de termijn waarbinnen zij uitspraak moet doen op grond van artikel 22, eerste en derde lid, OLW, met 60 dagen. Op basis van artikel 3, eerste lid, Uitvoeringswet in samenhang bezien met artikel 27, derde lid, OLW verlengt de rechtbank de gevangenhouding van de opgeëiste persoon met zestig dagen.

5.Beslissing

HEROPENTen
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de zaak
vóór 15 februari 2024 op zittingmoet worden aangebracht.
VERLENGTde beslistermijn op grond van artikel 3, eerste lid, Uitvoeringswet jo. artikel 22, zesde lid, OLW met 60 dagen onder gelijktijdige verlenging van de overleveringsdetentie met 60 dagen op grond van artikel 3, eerste lid, Uitvoeringswet jo. artikel 27, derde lid, OLW.
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen dag en tijdstip (
vóór 15 februari 2024)met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman.
BEVEELTde oproeping van een tolk in de Engelse taal tegen voornoemde nader te bepalen datum en tijdstip.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. E. Biçer en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Hoek, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 21 november 2023.

Voetnoten

1.Ter publicatie aangeboden.
3.Ter publicatie aangeboden.
5.
6.Rapport van IMD ‘Annual Report of the Independent Monitoring Board at HMP Winchester (1 June 2022-31 May 2023)’ van 31 augustus 2023, p.7-8