Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Artikel 11 OWL; detentieomstandigheden België
De opgeëiste persoon zal niet worden opgesloten in een cel met minder dan 3 m 2 individuele levensruimte. Dit geldt zowel indien de opgeëiste persoon in een eenpersoons- als in een meerpersoonscel zou worden opgesloten.
De gemiddelde minimum leefruimte van elke cel is 9 m 2 inclusief vast meubilair.
De sanitair blokken omvatten een wasbak en een toilet dat is afgescheiden van de rest van de cel door een muur of scherm;
Het vast meubilair omvat onder andere een tafel, kast, bed en bureau.
De opgeëiste persoon zal een bed ter beschikking hebben en zal bijgevolg niet op grond hoeven te slapen.
Er worden verschillende dagactiviteiten buiten de cel voorzien. Deze activiteiten omvatten in ieder geval regelmatige wandelingen in een open koer en familiebezoeken alsook toegang tot gemeenschappelijke ruimtes. Aanvullende activiteiten zoals sport en arbeid zijn onderhevig aan aanzienlijke wachtlijsten.
3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden
Als algemene regel, voorziet de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden in algemene rechten en plichten voor gedetineerden, o.a. het recht op dagelijkse persoonlijke hygiëne, het recht op toegang tot gezondheidszorg en -bescherming evenredig aan dewelke wordt voorzien buiten de gevangenismuren. In dit verband, is een penitentiaire gezondheidsraad opgericht bij wet die adviseert bij het verbeteren van de kwaliteit de gezondheidszorg binnen de gevangenismuren. De medische zorg binnen de gevangenismuren is van gelijke kwaliteit als de medische zorg die wordt verstrekt buiten de gevangenismuren.”
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het Nederlandse openbaar ministerie is met de Belgische autoriteiten overeengekomen dat de Belgische autoriteiten de opgeëiste persoon vervolgen;
- het bewijs bevindt zich in België;
- de medeverdachten worden vervolgd in België;
- de vervolging is in België gestart;
- de Belgische autoriteiten hebben door uitvaardiging van het EAB uitdrukkelijk de wens geuit om de opgeëiste persoon te vervolgen;
- het Nederlandse openbaar ministerie is niet voornemens zelf de opgeëiste persoon te vervolgen.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven (België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.