Op 15 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Rechtbank Nykøbing Falster in Denemarken. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Roemenië, die gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Roemeense nationaliteit heeft. De officier van justitie heeft op 13 september 2023 verzocht om de behandeling van het EAB, dat is uitgevaardigd op 28 juni 2023, en de rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met 30 dagen verlengd. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht om te worden gehoord tijdens de zitting op 1 november 2023, waar hij werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. L.J.H. Kortz.
De rechtbank heeft het EAB beoordeeld en vastgesteld dat het voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW). Het EAB betreft een strafbaar feit dat in Nederland op de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat, namelijk illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een onderzoek in te stellen naar de detentieomstandigheden in Denemarken, omdat er geen objectieve gegevens zijn die wijzen op een reëel gevaar voor schending van de grondrechten van de opgeëiste persoon na overlevering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen weigeringsgronden zijn en heeft de overlevering toegestaan.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. R. Godthelp, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29 van de OLW.