Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit veroordeelde
3.Toelaatbaarheid
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod;
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod;
4.Motivering van de strafoplegging
first offenderworden aangemerkt. Ten tijde van de invoer van de drugs in Noorwegen, op 30 september 2018, had hij geen veroordelingen op het gebied van verdovende middelen op zijn strafblad staan.
first offenderen een rol als koerier – zou sprake zijn van een gevangenisstraf van vier jaar en zes maanden voor de invoer van de harddrugs en een gevangenisstraf van twaalf tot zestien maanden voor de invoer van de softdrugs.
nadeze periode de in Noorwegen opgelegde gevangenisstraf moet ondergaan, weegt de rechtbank in strafmatigende zin mee.
welrekening met de veroordeling door de Zweedse rechter. Die veroordeling ziet op soortgelijke strafbare feiten die zijn gepleegd door veroordeelde ruim twee maanden
nahet plegen van de strafbare feiten in de Noorse zaak. Het ging daarbij om invoer van drugs in Zweden. De Noorse rechter heeft het Zweedse vonnis in strafmatigende zin meegewogen. Met dit gegeven zal de rechtbank, bij het bepalen van een passend en geboden straf, dan ook rekening houden.
5.Vordering gevangenneming afgewezen
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaar.
[veroordeelde]voornoemd in Noorwegen in