Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Kielce(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak 19 april 2019
4.Strafbaarheid; feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
the Local Court in Starachowicevan 7 juli 2017 (met kenmerk II K 81/17) en het feit dat ten grondslag ligt aan het vonnis van
the Local Court in Starachowicevan 9 augustus 2016 (met kenmerk: II K 390/16).
the Local Court in Starachowicevan 7 juli 2017 (met kenmerk II K 81/17) leveren naar Nederlands recht op:
the Local Court in Starachowicevan 9 augustus 2016 (met kenmerk: II K 390/16) levert naar Nederlands recht op:
the Local Court in Starachowicevan 20 maart 2017 (met kenmerk: II K 69/17), omschreven als ‘het niet betalen van kinderalimentatie’, niet ook naar Nederlands recht strafbaar is. Uit het EAB en de aanvullende informatie volgt namelijk niet dat de opgeëiste persoon (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het in een hulpeloze toestand brengen of laten van zijn kind. De rechtbank verwijst in dit kader naar overweging 6.2 van haar uitspraak van 15 april 2021. [3] De rechtbank zal echter geen gebruik maken van haar bevoegdheid om op grond van het ontbreken van de dubbele strafbaarheid de overlevering te weigeren, omdat het in dit geval de voorkeur verdient de overlevering ten aanzien van het executiedeel van het EAB te weigeren op grond van artikel 6a OLW onder overname van de straf, zoals ook de officier van justitie en de raadsman de rechtbank hebben verzocht te doen. In het navolgende zal dit nader worden toegelicht.
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the Local Court in Starachowicevan respectievelijk 16 december 2016 en 22 november 2017 is de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraffen bevolen.
triggerend) strafbaar feit die ten grondslag ligt aan de beslissing tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf ook onderworpen dient te worden aan de toets van artikel 12 OLW.
triggerendstrafbaar feit.
[adres 2], en dat de oproepingen ook daadwerkelijk naar dat adres zijn gestuurd. Ook heeft hij in beide zaken een schriftelijke adresinstructie ontvangen. Deze omstandigheden tonen aan dat de opgeëiste persoon wist van welke strafbare feiten hij werd verdacht en dat hij redelijkerwijs officiële correspondentie over beide strafzaken op het door hem opgegeven adres kon en moest verwachten. Voor zover de opgeëiste persoon heeft bedoeld te stellen dat hij de oproepingen niet heeft ontvangen, lag het op zijn weg om te informeren naar het verloop van de procedure. Zo al niet kan worden geconcludeerd dat de opgeëiste persoon stilzwijgend afstand heeft gedaan van zijn verdedigingsrechten, is hij dus minst genomen kennelijk onzorgvuldig geweest met betrekking tot de ontvangst van officiële correspondentie. Gelet op een en ander ziet de rechtbank aanleiding om af te zien van haar bevoegdheid om de overlevering te weigeren, omdat overlevering naar haar oordeel geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon inhoudt.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
the Local Court in Starachowicevan 20 maart 2017 (met kenmerk: II K 69/17) naar Nederlands recht niet strafbaar is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overlevering voor dit feit niet wordt geweigerd op grond van artikel 7, eerste lid, OLW. Het feit heeft namelijk onvoldoende aanknopingspunten met de Nederlandse rechtsorde. Het feit is namelijk begaan door een onderdaan van Polen tegen een andere onderdaan van Polen. Een weigering van de overlevering op grond van artikel 7, eerste lid, OLW betekent bovendien niet dat de opgeëiste persoon de hem voor dit feit opgelegde straf niet meer zou hoeven te ondergaan. Zolang die vrijheidsstraf naar het recht van Polen voor tenuitvoerlegging vatbaar is, zal - bij weigering van de overlevering op grond van artikel 7, eerste lid, OLW - de opgeëiste persoon, wanneer hij gebruik maakt van zijn vrije verkeersrechten, rekening moeten houden met de mogelijkheid van overlevering ter tenuitvoerlegging van die straf vanuit een andere lidstaat. Een dergelijke overlevering en de daarop volgende tenuitvoerlegging in Polen zouden de met de tenuitvoerlegging in Nederland nagestreefde sociale re-integratie kunnen doorkruisen.
the Local Court in Starachowice(met kenmerk: II K 390/16) opgelegde vrijheidsstraf niet het toepasselijke Nederlandse wettelijke strafmaximum overstijgt, zodat deze straf niet mag worden aangepast overeenkomstig artikel 6a, derde lid, OLW.
the Local Court in Starachowice(met kenmerk: II K 69/17) opgelegde vrijheidsstraf, omdat het feit waarvoor die straf is opgelegd niet strafbaar is naar Nederlands recht.
7.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
8.Slotsom
the Local Court in Starachowicevan 9 augustus 2016 (met kenmerk: II K 390/16) van 20 maart 2017 (met kenmerk: II K 69/17)) te worden geweigerd. De tenuitvoerlegging van die vrijheidsstraffen in Nederland zal worden bevolen.
the Local Court in Starachowicevan 7 juli 2017, met kenmerk II K 81/17) te worden geweigerd.
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Kielce(Polen).