Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- als [medeverdachte] en [naam] op 16 december 2022 schriftelijk worden uitgenodigd voor het afleggen van een verklaring op het politiebureau;
- als verdachte door de politie op 22 december 2022 wordt uitgenodigd voor een getuigenverhoor;
- als het verhoor van verdachte als getuige op 29 december 2022 niet doorgaat omdat hij inmiddels zelf als verdachte wordt gezien.
5.Bewezenverklaring
2.subsidiair
3.subsidiair
6.Het bewijs
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen en maatregelen
10.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
benadeelde partij [slachtoffer]vordert € 37.894,90 aan vergoeding van materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De materiële schade ziet op vergoeding van verdienvermogen, aanschaf van camera’s en een veiligheidsplan en herstelkosten van ramen en raamfolie. De immateriële schade ziet op vergoeding van de psychische gevolgen (gevoelens van angst en onveiligheid) die het gebeurde voor benadeelde en zijn gezin heeft gehad. Daarnaast is sprake van reputatieschade aangaande de tandartsenpraktijk van de benadeelde.
benadeelde partij [pand 1]vordert € 11.319,67 aan vergoeding van materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
12 (twaalf) maanden.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
benadeelde partij [slachtoffer]toe tot een bedrag van
€ 10.196,42 (tienduizendhonderdzesennegentig euro en tweeënveertig cent), waarvan € 7.696,42 (zevenduizendzeshonderdzesennegenentig euro en tweeënveertig cent) voor materiële schade en € 2.500,- (tweeduizendvijfhonderd euro) voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 mei 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
aan de Staat, ten behoeve van [slachtoffer] ,
€ 10.196,42 (tienduizendhonderdzesennegentig euro en tweeënveertig cent)te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (23 mei 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
85 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.