ECLI:NL:RBAMS:2023:7044

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 november 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
10550158 EA VERZ 23-568
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om toekenning van billijke vergoeding, transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding na ontslag op staande voet

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek op grond van artikel 7:681 BW. De verzoeker, Dronq Personeel B.V., heeft op 9 juni 2023 een verzoek ingediend na een ontslag op staande voet dat op 11 april 2023 had plaatsgevonden. De verweerster, Dronq, is niet verschenen in de procedure en heeft geen verweerschrift ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker op de juiste wijze op de hoogte is gebracht van de behandeling van de zaak en dat er geen dringende reden voor het ontslag op staande voet aanwezig was. De verzoeker heeft betwist dat hij de agressor was tijdens het gesprek dat leidde tot zijn ontslag en heeft bewijs overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag onregelmatig was en heeft de verzoeker een billijke vergoeding van € 1.000,00 toegekend, evenals een transitievergoeding van € 712,00 en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 12.607,37. Daarnaast is Dronq veroordeeld om binnen veertien dagen een deugdelijke eindafrekening te verstrekken, op straffe van een dwangsom. De proceskosten zijn eveneens aan Dronq opgelegd. De beschikking is openbaar uitgesproken en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10550158 EA VERZ 23-568
beschikking van: 2 november 2023
func.: 57327

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoeker]

wonende te [woonplaats]
verzoeker
nader te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. E.J. Overwater
t e g e n

de besloten vennootschap Dronq Personeel B.V.

gevestigd te Amsterdam
verweerster
nader te noemen: Dronq
niet verschenen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoeker] heeft op 9 juni 2023 een verzoek gedaan op grond van artikel 7:681 BW.
Dronq heeft geen verweerschrift ingediend. Dronq is door de griffier per gewone post voor de mondelinge behandeling opgeroepen aan het door [verzoeker] opgegeven adres.
Het onderzoek ter zitting is aangevangen op 15 september 2023. [verzoeker] is in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Dronq is niet verschenen. Vervolgens is de zaak aangehouden om [verzoeker] in de gelegenheid te stellen Dronq bij exploot of aangetekende post op te roepen voor de zitting van 5 oktober 2023 om 15.00 uur, aan het adres zoals vermeld in het uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
De zitting is op die datum voortgezet. [verzoeker] heeft bewijs overgelegd van de door hem verzonden aangetekende brief, met handtekening voor ontvangst. Dronq is ondanks deze oproeping, wederom niet verschenen.

GRONDEN VAN DE BESLISSINGFeiten

1. Als gesteld en niet weersproken staat het volgende vast.
1.1.
[verzoeker] is op 1 januari 2023 voor de bepaalde tijd van zeven maanden in dienst getreden bij Dronq als chauffeur CE voor 40 uur per week. Het salaris bedraagt € 3.068,25 bruto per maand. In de arbeidsovereenkomst is geen mogelijkheid voor tussentijdse opzegging opgenomen.
1.2.
Per brief van 11 april 2023 is [verzoeker] op staande voet ontslagen. In de brief staat:
‘Gisterenavond, 11 april j.l., heeft u in een gesprek op kantoor met de Heer [naam] uw eerste waarschuwing ontvangen in verband met werkweigering. (…)
Tijdens dit gesprek heeft u de heer [naam] uitgescholden, belaagd en aangevallen. Hierbij is o.a. schade ontstaan aan een toetsenbord en muis. Naar aanleiding hiervan bent u herhaaldelijk gesommeerd het kantoor te verlaten. Omdat u hieraan geen gehoor heeft willen geven, heeft de heer [naam] moeten besluiten de Politie in te schakelen. Na tussenkomst van de gearriveerde politie hebben u en uw echtgenote het pand uiteindelijk verlaten.
(…)
op basis van dit incident zijn we genoodzaakt de arbeidsovereenkomst met u met directe ingang en op staande voet te beëindigen.
(…)’

Verzoek en verweer

2. [verzoeker] verzoekt om voor recht te verklaren dat het ontslag op staande voet niet voldoet aan de eisen van de wet en onregelmatig heeft plaatsgevonden. Hij betwist de reden voor het ontslag op staande voet en heeft daartoe aangevoerd dat niet hij, maar [naam] de agressor was tijdens het gesprek op 11 april 2023. Hij heeft dit onderbouwd met een opname van het gesprek. Hij berust in het ontslag en verzoekt om toekenning van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, de transitievergoeding en een billijke vergoeding ten laste van Dronq.
3. Dronq is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

Beoordeling

4. De kantonrechter is van oordeel dat Dronq op de juiste wijze op de hoogte is gebracht van de behandeling van de zaak.
5. Naar de kantonrechter begrijpt, voert [verzoeker] aan dat een dringende reden voor ontslag op staande voet ontbreekt. Omdat Dronq dit onweersproken heeft gelaten, zal hiervan worden uitgegaan en is het verzoek toewijsbaar als volgt.
6. Op grond van artikel 7:681 BW kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever vernietigen of een billijke vergoeding toekennen. Om een verklaring voor recht kan niet worden verzocht. Dit verzoek zal dan ook worden afgewezen wegens gebrek aan belang.
7. Omdat [verzoeker] berust in het ontslag en omdat vast is komen te staan dat Dronq de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW – er ontbreekt immers een dringende reden – kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer een billijke vergoeding toekennen.
8. Uitgaande van de vaste rechtspraak van de Hoge Raad hierover, acht de kantonrechter de vergoeding van € 1.000,00 die [verzoeker] verzoekt, billijk.
9. Omdat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker] , heeft hij recht op toekenning van de transitievergoeding, welke is berekend op € 712,00 bruto.
10. Ook de gevorderde vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal worden toegewezen. Op grond van artikel 7:672 lid 11 BW is Dronq die vergoeding verschuldigd aan [verzoeker] , omdat is opgezegd tegen een eerdere dag dan die tussen partijen geldt. In de arbeidsovereenkomst is geen mogelijkheid opgenomen om deze tussentijds op te zeggen. Deze zou pas van rechtswege eindigen op 31 juli 2023. De vergoeding is daarom gelijk aan het bedrag van het loon dat Dronq had moeten betalen tot en met 31 juli 2023, te weten € 12.607,37 bruto.
10. De gevraagde wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen zal worden toegewezen zoals hierna vermeld.
10. Dronq zal aan [verzoeker] een deugdelijke eindafrekening moeten verstrekken binnen veertien dagen na het geven van deze beschikking, op straffe van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte hiervan dat Dronq hiermee in gebreke blijft. De kantonrechter ziet aanleiding om deze te maximeren tot € 2.500,00.
10. Omdat Dronq in het ongelijk is gesteld, moet zij de proceskosten betalen.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt Dronq om aan [verzoeker] een billijke vergoeding te betalen van € 1.000,00 bruto, binnen 14 dagen na heden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 november 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
veroordeelt Dronq om aan [verzoeker] een transitievergoeding te betalen van € 712,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 12 mei 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
veroordeelt Dronq om aan [verzoeker] een vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 12.607,37 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 11 april 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
veroordeelt Dronq om een deugdelijke eindafrekening op te maken binnen 14 dagen na het geven van deze beschikking, onder oplegging van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte hiervan dat Dronq in gebreke blijft om aan de afgifte te voldoen, met een maximum van € 2.500,00;
veroordeelt Dronq in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [verzoeker] begroot op:
salaris € 529,00
griffierecht € 693,00
-----------------
totaal € 1222,00
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Dronq in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter, bijgestaan door mr. D.C. Vink, griffier, en op 2 november 2023 in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter