De kinderen vorderen - samengevat en uitvoerbaar bij voorraad - bij vonnis:
I. voor recht te verklaren dat het testament dat door [eiser] is overgelegd niet het originele en ook niet het enige testament is van erflater, zodat niet kan worden vastgesteld of het legaat aan haar moet worden uitgekeerd;
II. voor recht te verklaren dat in het testament een last is opgelegd aan [eiser] om de kinderen te verzorgen na het overlijden van erflater, dat zij deze last niet heeft uitgevoerd en daarom het legaat van [eiser] vervallen te verklaren;
III. het testament van erflater te vernietigen wegens onjuiste beweegredenen, namelijk dat [eiser] de kinderen zou verzorgen na het overlijden van erflater terwijl zij dat niet heeft gedaan, althans dat [eiser] zijn partner was ten tijde van zijn overlijden, terwijl zij dat niet meer was;
IV. de schuld uit het legaat te wijzigen althans geheel of gedeeltelijk op te heffen zodat het op nihil wordt bepaald;
V. voor recht te verklaren dat het testament nietig is zodat [eiser] geen recht heeft op een legaat;
VI. voor recht te verklaren dat de omvang van de nalatenschap van erflater negatief is, zodat het legaat niet aan [eiser] kan worden voldaan en het legaat te verminderen tot nihil;
VII. [eiser] te veroordelen opgave te doen van alle giften die zij heeft ontvangen van erflater op straffe van een dwangsom, en na beroep van de kinderen op de aanvullende legitieme de grootte hiervan te bepalen en nadat deze is vastgesteld te bepalen dat de omvang van de nalatenschap van erflater negatief is, zodat het legaat niet aan [eiser] kan worden voldaan en dit te verminderen tot nihil;
VIII. voor zover de rechtbank enig bedrag van het legaat toewijst, te bepalen dat de kinderen dit bedrag in termijnen mogen betalen, namelijk de eerste 10 jaar na het vonnis geen termijnen en vervolgens een bedrag van € 10.000,- per jaar;
IX. [eiser] te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.