Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
.Ook heeft zij eerder zelf seksueel getinte filmpjes gemaakt en gedeeld met anderen. Uit het dossier is niet naar voren gekomen dat verdachten al seksueel actief waren en zij hebben zelf verklaard dat het voor hen de eerste keer was. Zoals hiervoor is overwogen hadden verdachte, medeverdachte en [slachtoffer] op 19 november 2020 bij [slachtoffer] thuis afgesproken en is niet vastgesteld dat [slachtoffer] is gedwongen tot het hebben van seks. Een kleine twee weken later hebben zij nogmaals met elkaar afgesproken bij [slachtoffer] thuis en heeft er weer seks plaatsgevonden.
wraak. In de leidraad wordt weergegeven welke afdoeningen bij de verschillende categorieën voor de hand liggen. Voor de feiten die onder categorie III vallen is het strafrecht in beginsel niet bedoeld. Vervolging is in gevallen van deze categorie ofwel juridisch niet mogelijk vanwege het ontbreken van (voorwaardelijk) opzet, ofwel doorgaans niet in het belang van de minderjarigen, zo volgt uit die Leidraad. Ter zitting heeft de officier van justitie toegelicht dat de strafzaken van de medeverdachten zijn geseponeerd en/of - ten aanzien van meerdere personen die in het dossier naar voren komen en seksvideo’s van onder meer [slachtoffer] hebben gestuurd aan anderen - dat zij niet zijn vervolgd. Medeverdachte [medeverdachte] - die bekend heeft dat hij een (andere) seksvideo van [slachtoffer] heeft doorgestuurd aan anderen en hiervoor aan [slachtoffer] zijn excuses heeft aangeboden - is doorwezen naar het HALT-traject. De rechtbank begrijpt dat het OM in dit geval tot vervolging is overgegaan gelet op de suïcide van [slachtoffer] direct nadat haar moeder met de gemaakte beelden was geconfronteerd, maar de rechtbank is van oordeel dat het handelen van verdachten kwalificeert als “consensuele sexting onder minderjarigen” en dat dit in dit geval niet sociaal-ethisch onaanvaardbaar is. De door art 240b Wetboek van Strafrecht te beschermen belangen zijn niet door verdachte geschonden. Gelet hierop zal de rechtbank de verdachte, evenals zijn medeverdachte, vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde.
5.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
6.Beslag
7.Beslissing
mr. A.E. van Montfrans, voorzitter tevens kinderrechter,