Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 oktober 2021 (hierna: het tussenvonnis),
- het vonnis in incidenten van 30 november 2022 (hierna: het vonnis in incident)
- de akte houdende producties van de [eisers] ,
- de akte uitlating getuigen, tevens akte overlegging nadere productie, van [gedaagde] ,
- de brief van de [eisers] van 11 januari 2023
- de brief van [gedaagde] van 12 januari 2023.
2.Het verzoek van [gedaagde] en het verweer daartegen
3.De beoordeling van het verzoek van [gedaagde]
willenreizen (“they communicated that (…) they do not want to travel to Amsterdam”). Verder is over het merendeel van de andere tien getuigen die [gedaagde] als eerste zou willen horen, in voornoemde verklaring opgenomen dat zij
weigerenom een getuigenverhoor in Nederland bij te wonen (“they communicated that they refuse to attend witness hearings in the Netherlands”). Ten slotte hebben de overige getuigen blijkens genoemde verklaring laten weten dat zij niets van doen willen hebben met de procedure bij de rechtbank Amsterdam (“they communicated that they do not want to have anything to do with the court process stated above”).
4.De beslissing
22 februari 2023voor uitlating door [gedaagde] als bedoeld in artikel 2.14 van het procesreglement.