ECLI:NL:RBAMS:2023:688

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
10 februari 2023
Zaaknummer
9803366 CV EXPL 22-5016
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurkorting en subsidies voor culturele instellingen in het kader van coronamaatregelen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Le Phare Amsterdam B.V. en Digital Art Museum B.V. over huurbetalingen en huurkortingen in het kader van de coronamaatregelen. De partijen hebben een huurovereenkomst gesloten voor een bedrijfsruimte in Amsterdam, waarbij Digital Art Museum tijdens de coronapandemie meerdere keren gesloten was. Digital Art Museum heeft huurkorting gevraagd, terwijl Le Phare stelt dat er geen recht op huurkorting bestaat en dat Digital Art Museum een huurachterstand heeft laten bestaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurkorting van 50% is overeengekomen voor de maand mei 2021, maar dat Digital Art Museum onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een huurkorting voor de daaropvolgende maanden. De rechter oordeelt dat de subsidie die Digital Art Museum heeft ontvangen, deels moet worden toegerekend aan de huurverplichtingen. Uiteindelijk wordt Le Phare veroordeeld tot betaling van een bedrag aan Digital Art Museum, inclusief teveel betaalde huur en openstaande facturen, terwijl de vorderingen van Le Phare in conventie worden afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9803366 CV EXPL 22-5016
vonnis van: 10 februari 2023
fno.: 8622

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Le Phare Amsterdam B.V.

gevestigd te Amsterdam
eiseres in conventie, verweerster in reconventie
nader te noemen: Le Phare
gemachtigde: mr. R.W. Nederveen
t e g e n

de besloten vennootschap Digital Art Museum B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
nader te noemen: Digital Art Museum
gemachtigde: mr. H.J. Hagemans

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende processtukken zijn ingediend:
- de dagvaarding van 31 maart 2022 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties, met daarbij een tegenvordering.
Vervolgens is tussenvonnis gewezen en een datum bepaald voor een mondelinge behandeling. Voorafgaand daaraan is door Le Phare nog een conclusie van antwoord in reconventie genomen, met bijlagen. Digital Art Museum heeft ook nog stukken in het geding gebracht. De mondelinge behandeling heeft plaats gevonden op 9 november 2022. Namens Le Phare is verschenen de heer [naam 1] , vergezeld door de gemachtigde. Namens Digital Art Museum is verschenen mevrouw [naam 2] met de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht. De gemachtigde van Digital Art Museum heeft spreekaantekeningen overgelegd. De zaak is aan het einde van de mondelinge behandeling naar de rol verwezen voor het nemen van akten over verstrekte noodhulp voor culturele instellingen. Partijen hebben vervolgens ieder een akte genomen. Nu staat de zaak voor vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en erkend of niet (voldoende) weersproken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
Partijen hebben met ingang van 3 januari 2020 een huurovereenkomst gesloten voor de bedrijfsruimte gelegen aan de Asterweg 22 in Amsterdam (verder: het gehuurde). De huurprijs bedraagt € 30.000,00 per maand, exclusief BTW. De eerste 4 maanden zijn huurvrij.
1.2.
Digital Art Museum heeft op 29 augustus 2020 een museum geopend in het gehuurde.
1.3.
Digital Art Museum was tijdens lockdowns vanwege de coronapandemie volledig gesloten van 5 tot en met 18 november 2020, van 15 december 2020 t/m 4 juni 2021, alsmede van 19 december 2021 tot en met 25 januari 2022.
1.4.
In januari 2021 heeft Digital Art Museum verzocht om huurkorting vanwege de coronapandemie. Op 9 april 2021 hielden partijen hierover een bespreking.
1.5.
Op 20 april 2021 schreef de gemachtigde van Digital Art Museum aan de gemachtigde van Le Phare onder meer:
Tussen partijen is overeengekomen dat cliënte over het jaar 2020 een definitieve huurkorting krijgt toegekend ten bedrage van € 18.500 exclusief BTW. (…)Voor het jaar 2021 kwamen partijen overeen dat aan cliënte een definitieve huurkorting wordt toegekend van 50% gedurende de periode waarin het museum vanwege de met de Coronaviruspandemie verband houdende overheidsmaatregelen geen bezoekers kan ontvangen. (…) Zodra het museum weer bezoekers zal mogen ontvangen (naar verwachting in beperkte vorm), zullen partijen in overleg treden over de dientengevolge toe te kennen huurkorting.
1.6.
Op 21 april 2021 schreef de gemachtigde van Le Phare in een reactie aan de gemachtigde van Digital Art Museum onder meer:
Tijdens de gezamenlijke bespreking zijn partijen inderdaad overeengekomen dat uw cliënte over het jaar 2020 nog een huurkorting krijgt ter hoogte van€ 18.500,00 (excl. BTW). Daarbij is afgesproken dat uw cliënte deze korting mag verrekenen met de openstaande huur over de eerste maanden van het jaar 2021. (…)Voor het overige is uw e-mail echter onjuist. Partijen zijn niet overeengekomen dat uw cliënte voor het gehele jaar 2021 een huurkorting krijgt van 50% zolang het gehuurde op last van de overheid vanwege de corona pandemie volledig gesloten is. Dat cliënte bereid is geweest om een dergelijk huurkortingspercentage te verstrekken over de afgelopen maanden betekent niet dat zij daartoe het gehele jaar de bereidheid zal hebben. Vooralsnog acht cliënte dit percentage redelijk, maar zij behoudt haar rechten voor om dit per maand te beoordelen.Zoals besproken, heeft cliënte er wel mee ingestemd dat uw cliënte vóór 1 mei a.s. in ieder geval 50% van de huur over mei betaalt, alsmede de resterende huurachterstand over de eerste maanden van 2021 ter hoogte van € 11.500 (excl. BTW).Voor de periode vanaf 1 mei 2021 hebben partijen vooralsnog geen (bindende) afspraken gemaakt. Partijen hebben uitgesproken dat wanneer het museum – al dan niet in beperkte vorm – weer haar deuren mag openen voor bezoekers, partijen in nader overleg zullen treden over een alsdan eventueel te verlenen huurkorting en zo ja, over de omvang daarvan.
1.7.
Op 7 mei 2021 stuurde Le Phare aan Digital Art Museum een creditfactuur met daarop vermeld 50% huurkorting voor de maanden januari tot en met mei 2021.
1.8.
Op een verzoek van Le Phare om financiële stukken schreef Digital Art Museum op 26 januari 2022 onder meer:
Ik heb telefonisch aangegeven dat ik je in algemene termen bij zou willen praten over hoe het – vooral in financieel opzicht – gaat met het museum in Coronatijd. Dat is iets anders dan jouw zeer gedetailleerde verzoek om informatie. (…)Ook 2021 zal met een negatief resultaat worden afgesloten, ondanks kostenreducties (o.a. mede mogelijk gemaakt door de huurkorting) en een (voorwaardelijke) subsidie van de Gemeente Amsterdam. Onderdeel van deze subsidie is dat we eerder ontvangen NOW en minimale TVL moeten terugstorten.
1.9.
Over het tweede kwartaal van 2021 ontving Digital Art Museum € 31.960,60 aan TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten).
1.10.
Over 2021 ontving Digital Art Museum een subsidie van de gemeente Amsterdam van in totaal € 875.126,00. In de bijbehorende beschikking staat onder meer:
U ontvangt deze eenmalige subsidie als gedeeltelijke compensatie van de verliezen die uw instelling lijdt als gevolg van de coronamaatregelen (…)
In de toepasselijke subsidieregeling staat onder meer het volgende:
Het doel van de subsidieregeling is om door middel van het verstrekken van een eenmalige subsidie, Amsterdamse culturele instellingen van algemeen nut en die als gevolg van de coronamaatregelen in hun voortbestaan worden bedreigd, te ondersteunen zodat ze hun (herziene) activiteiten kunnen voortzetten binnen de geldende coronamaatregelen. (…)Indien een instelling huurder is van de gemeente Amsterdam kan het college de subsidie of een deel van de subsidie in mindering brengen op de huurverplichting. (…)Het verlies is de som van:• de gemiste inkomsten als gevolg van de coronamaatregelen;• de extra kosten als gevolg van de coronamaatregelen;verminderd met:• de extra inkomsten als gevolg van de algemene en specifieke compensatieregelingen van het Rijk als mede van door andere overheden getroffen (coulance)regelingen;
1.11.
Op 1 mei 2022 is het gehuurde in eigendom overgedragen aan een derde, zodat Le Phare per die datum geen verhuurder meer is.
1.12.
Op 13 mei 2022 schreef Digital Art Museum aan Le Phare onder meer:
In juni 2021 en januari 2022 heeft de Gemeente Amsterdam aan Nxt uit het culturele fonds Corona steun toegekend van in totaal €875.126 om de grote verliezen op te vangen en het bedrijf financieel door een moeilijke periode heen te trekken. Deze subsidie is toegekend onder voorbehoud van goedkeuring en houdt in dat we van de geringe steun uit NOW (€149K) TOGS (€4K) en TVL (€43K) een bedrag van €168K terug moeten betalen in 2023, er blijft €28K steun over.

vordering en verweer in conventie

2. Le Phare vordert – na wijziging van eis en kort weergegeven – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
veroordeling van Digital Art Museum tot betaling van € 61.710,00 (inclusief BTW) aan huurachterstand;
veroordeling van Digital Art Museum tot betaling van € 19.800,00 aan boeterente van juni 2021 tot en met oktober 2022, te vermeerderen met de boeterente over de periode vanaf 1 november 2022, althans veroordeling van Digital Art Museum tot betaling van de wettelijke handelsrente over de verschuldigde huurbedragen;
veroordeling van Digital Art Museum tot betaling van € 7.650,00 althans
€ 1.542,75 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
veroordeling van Digital Art Museum in de proceskosten en de nakosten.
3. Aan de vorderingen legt Le Phare ten grondslag dat Digital Art Museum ondanks aanmaningen een huurachterstand heeft laten bestaan. Van de door Digital Art Museum gestelde afspraken over huurkorting is geen sprake en evenmin bestaat voor Digital Art Museum recht op huurkorting, nu zij geen inzicht geeft in haar financiën. Bovendien dient een door Digital Art Museum ontvangen subsidie in aanmerking te worden genomen.
4. Digital Art Museum voert verweer tegen de vorderingen. Op dat verweer zal bij de beoordeling, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

vordering en verweer in reconventie

5. In reconventie vordert Digital Art Museum – kort gezegd, na wijziging van eis – huurkorting, op grond van gemaakte afspraken, althans op grond van de uitspraak van de Hoge Raad over huurkorting. Op grond van deze huurkorting stelt Digital Art Museum per saldo nog een bedrag tegoed te hebben. Daarnaast moet Le Phare nog een bedrag van € 9.105,25 betalen in verband met de verbouwing van het gehuurde, aldus Digital Art Museum. Le Phare heeft verweer gevoerd tegen de tegenvorderingen. Haar verweer ten aanzien van de huurkorting valt samen met was in conventie naar voren is gebracht. Ten aanzien van het gevorderde bedrag in verband met de verbouwing beroept Le Phare zich op een opschortingsrecht. Gezien de samenhang met het debat in conventie zullen de standpunten van partijen in conventie en reconventie tegelijk besproken worden.

beoordeling in conventie en reconventie

6. De kern van het geschil is of Digital Art Museum vanwege de coronapandemie een deel van de huur niet hoeft te betalen. De kantonrechter oordeelt als volgt.
Huurkorting op grond van contractuele afspraken
7. Digital Art Museum heeft onvoldoende onderbouwd dat zij met Le Phare een afspraak heeft gemaakt waaruit volgt dat haar een huurkorting van 50% toekomt voor alle periodes waarin het museum volledig gesloten is. De e-mail van 20 april 2021 waarin volgens Digital Art Museum de afspraken zijn weergegeven, is een dag later door Le Phare weersproken. Een nadere onderbouwing van de gestelde afspraken ontbreekt, terwijl Le Phare onweersproken heeft aangevoerd dat Digital Art Museum na april 2021 nog meermalen heeft gevraagd een korting van 50% af te spreken voor periodes waarin het museum gesloten was. Dat verdraagt zich niet met het standpunt van Digital Art Museum dat een dergelijke afspraak al was gemaakt.
8. Dit neemt niet weg dat uit de e-mail van 21 april 2021 van Le Phare volgt dat ook zij op dat moment een korting van 50% tijdens sluiting van het museum “vooralsnog” redelijk vond. Daarbij past dat Le Phare voor de periode januari tot en met mei 2021 een creditfactuur heeft verzonden die er op neer komt dat voor die maanden 50% korting wordt gegeven. Dat deze factuur slechts een vergissing is acht de kantonrechter dan ook niet waarschijnlijk en bovendien is dat door Le Phare niet onderbouwd of toegelicht. Digital Art Museum heeft dan ook voldoende onderbouwd dat Le Phare voor mei 2021 met 50% huurkorting heeft ingestemd. Voor de maand mei 2021 wordt Le Phare daarom gehouden aan een huurkorting van 50%. Dat betekent dat de huurvordering van Le Phare met € 15.000,00 (exclusief BTW) zal worden verminderd.
9. Dan resteert het beroep van Digital Art Museum op huurkorting over de periode na mei 2021.
Huurkorting op grond van gewijzigde omstandigheden
10. Niet ter discussie staat dat Digital Art Museum tijdens de coronapandemie een aantal perioden geheel gesloten was op last van de overheid. Daarnaast zijn er perioden met beperkingen geweest. De omstandigheid dat een huurder die voor zijn omzet afhankelijk is van de komst van publiek, als gevolg van overheidsmaatregelen in verband met de coronapandemie de door hem gehuurde bedrijfsruimte niet of slechts in geringe mate kan exploiteren is een uitzonderlijke, de volksgezondheid betreffende omstandigheid van algemene aard (HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1974, naar het oordeel van de kantonrechter bestaat geen aanleiding deze uitspraak te beperken tot 290-bedrijfsruimte). De waardeverhouding tussen de wederzijdse prestaties van partijen is hierdoor in ernstige mate verstoord. De verstoring van de waardeverhouding tussen de wederzijdse prestaties wordt in beginsel het beste ondervangen door dit nadeel – voor zover niet al gecompenseerd door de financiële steun van de overheid aan de huurder in de vorm van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (hierna: TVL) – gelijk te verdelen over de verhuurder en de huurder.
11. De vraag die dan beantwoord moet worden is of de subsidie die Digital Art Museum heeft ontvangen (deels) gelijkgesteld moet worden met de TVL. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat het geval. Uit het feit dat Digital Art Museum de eerder aan haar toegekende TVL moest terugbetalen om voor de subsidie in aanmerking te komen, volgt reeds dat die subsidie (mede) dient ter derving van de vaste lasten. De subsidieregeling maakt ook expliciet een koppeling met de huurverplichtingen van de ontvanger, daar waar is bepaald dat de gemeente Amsterdam de subsidie rechtstreeks van de huur kan aftrekken in de gevallen waarin zij zelf de verhuurder is. Digital Art Museum heeft ook niet kunnen uitleggen waar de subsidie anders op zou zien. Volgens Digital Art Museum is de subsidie specifiek bedoeld om het voortbestaan van culturele instellingen te verzekeren, maar een basisvoorwaarde om te kunnen voortbestaan is betaling van vaste lasten.
12. Dan is vervolgens de vraag hoe te bepalen welk deel van de subsidie aan de huur moet worden toegerekend. Aangezien de subsidie niet enkel op de vaste lasten ziet, maar naar het oordeel van de kantonrechter geacht moet worden op alle lasten te zien, kan de gebruikelijke vastelastenmethode niet gehanteerd worden. Om tot een vergelijkbaar resultaat te komen zal de kantonrechter dus op een andere manier moeten vaststellen welk deel van de subsidie van de huur moet worden afgetrokken. Naar het oordeel van de kantonrechter is een passende methode in dit geval dat de huurlasten worden afgezet tegen de totale lasten en dat het resultaat daarvan wordt vermenigvuldigd met de ontvangen subsidie.
13. Door Digital Art Museum zijn jaarcijfers overgelegd met een verklaring van haar administrateur. Le Phare heeft onvoldoende aangevoerd om deze cijfers in twijfel te trekken, zodat de kantonrechter daar vanuit zal gaan. Volgens deze cijfers zijn de totale lasten over 2021 € 1.605.074,00 (profit and loss account 2021), maar daar is de contractuele huurkorting over januari tot en met april 2021 al in verwerkt. Deze korting van € 60.000,00 zal bij de lasten worden opgeteld, waarmee het totaal op € 1.665.074,00 komt. De jaarlijkse huur bedraagt € 360.000,00, wat neerkomt op (360.000/1.665.074) 21,6% van de totale lasten. Voor 2021 zal daarom 21,6% van € 875.126,00 subsidie =
€ 189.027,22 aan de huur worden toegerekend. Per maand is dat afgerond € 15.752,00. De voor de huurkorting relevante huur is dus (€ 30.000-/-€15.752,00=) € 14.248,00 (exclusief BTW). Voor 2022 is geen overheidssubsidie of – steun toegekend, zodat daar voor de over 2022 gevorderde korting geen rekening mee gehouden hoeft te worden.
14. Om vervolgens de huurkorting vanaf juni 2021 te berekenen zal de kantonrechter de omzet van Digital Art Museum vergelijken met de geprognotiseerde omzet. De administrateur van Digital Art Museum heeft bevestigd dat deze prognose onder meer is gebruikt om een financiering te verkrijgen bij de Rabobank en bovendien heeft Le Phare onvoldoende gemotiveerd weersproken dat inmiddels is gebleken dat de omzet na corona in lijn ligt met die prognose. De huurkorting eindigt op het moment dat de meeste overheidsmaatregelen op 25 februari 2022 zijn vervallen, waarbij de kantonrechter de maand februari nog geheel zal meewegen. Weliswaar kan Digital Art Museum worden gevolgd in haar standpunt dat de maatregelen ook nadien nog een tijd zullen doorwerken, maar naar het oordeel van de kantonrechter behoort dit tot het ondernemersrisisco.
15. Het voorgaande leidt tot de volgende berekening, aan de hand van de formule
(werkelijke omzet-prognose)/prognose*50%*restant huur na subsidie:
juni 2021 (107.350-489.942)/489.942 = -0,78*0,5*€ 14.248,00 = € 5.556,72;
juli 2021 (258.853-490.438)/490.438= -0,47*0,5*€ 14.248,00 = € 3.348,28;
augustus 2021 (311.525-538.904)/538.904= -0,42*0,5* € 14.248,00 = € 2.992,08;
september 2021 (213.904-521.655)/521.655)= -0,59*0,5* € 14.248,00 = € 4.203,16;
oktober 2021 (288.637-538.408)/538.408= -0,46*0,5* € 14.248,00 = € 3.277,04;
november 2021 (239.581-538.904)/538.904= -0,56*0,5* € 14.248,00 = € 3.989,44;
december 2021 (77.601-489.942)/489.942= -0,84*0,5* € 14.248,00 = € 5.984,16;
januari 2022 (20.563-473.189)/473.189= -0,96*0,5* € 30.000,00 = € 14.400,00;
februari 2022 (164.541-489.942)/489.942= -0,66*0,5* € 30.000,00 = € 9.900,00;
In totaal bedraagt de huurkorting vanaf juni 2021 dus € 53.650,88.
Conclusie
16. Uit het vorengaande volgt dat de door Le Phare gestelde huurachterstand, die door Digital Art Museum als uitgangspunt niet betwist is, moet worden verminderd met
€ 15.000,00 (korting mei 2021) en € 53.650,88 (korting vanaf juni 2021). Dat betekent dat Digital Art Museum per saldo nog € 51.000,00 -/- € 15.000,00 -/- € 53.650,88 =
€ 17.650,88 exclusief BTW tegoed heeft. Inclusief BTW gaat het dan om € 21.357,56.
17. Daarmee komt ook het beroep van Le Phare op een opschortingsrecht te vervallen, zodat zij daarnaast nog het door Digital Art Museum gevorderde bedrag van € 9.105,25 inclusief BTW moet voldoen.
18. Uit het voorgaande volgt ook dat de door Le Phare gevorderde nevenvorderingen worden afgewezen.
19. In conventie krijgt Le Phare ongelijk, zodat zij in de proceskosten wordt veroordeeld.
20. In reconventie zijn partijen over en weer gedeeltelijk in het (on)gelijk gesteld, zodat de proceskosten gecompenseerd worden.

BESLISSING

De kantonrechter:
in conventie:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Le Phare in de proceskosten, tot vandaag begroot op € 1.985,00 aan salaris gemachtigde;
veroordeelt Le Phare in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie:
veroordeelt Le Phare tot betaling aan Digital Art Museum van € 21.357,56 (inclusief BTW) aan teveel betaalde huur en € 9.105,25 (inclusief BTW) aan openstaande facturen;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
compenseert de proceskosten, wat betekent dat partijen de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2023.