Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
1.De procedure
2.De feiten
(..) 13. Geschillen, toepasselijk recht (..)
(..) IX. Beëindiging Aansluitingsovereenkomst en gevolgen van de beëindiging
Artikel 3. Doel
(…)
(…)
(…)
2. Partneraangelegenheden
3.Rondvraag en sluiting
BESLUIT VAN HET BESTUUR VAN HOUTHOFF (..) DE DATO 28 JANUARI 2020
(…)
3.Het geschil
4.De beoordeling
(i) het Bestuursbesluit OL,
(ii) het Bestuursbesluit BA,
(iii) het AV-besluit tot goedkeuring van het Bestuursbesluit OL,
Bij deze stand van zaken kunnen de argumenten van [eisers] voor zover die er op neerkomen dat er onvoldoende gronden waren om de samenwerking tussen [eiser 1] en Houthoff te beëindigen in dit geding niet aan de orde komen, omdat dat er op neer zou komen dat met voorbijgaan aan het tussen partijen overeengekomen arbitragebeding door de burgerlijke rechter een eigen oordeel zou moeten worden gegeven over de vraag of de beëindiging van de samenwerking tussen [eiser 1] en Houthoff gegrond was. Als de rechtbank daarover tot een ander oordeel zou komen dan het Scheidsgerecht zou sprake zijn van tegenstrijdige beslissingen. De rechtbank neemt daarom het oordeel van het Scheidsgerecht als uitgangspunt bij haar beoordeling van de gevorderde vernietiging van de bestuursbesluiten. Dit leidt tot het oordeel dat de handelwijze van [eisers] voldoende grond was om de samenwerking te beëindigen. Daarover is door het Scheidsgerecht geoordeeld in het kader van de AOK, maar gezien de nauwe samenhang tussen lidmaatschap en aansluitovereenkomst heeft dit oordeel tot gevolg dat het bestuur evenmin in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld bij haar besluit het lidmaatschap op te zeggen, zodat beide bestuursbesluiten niet vernietigbaar zijn op de voet van artikel 2:15 lid 1, aanhef en letter b BW.
maar ik hoop dat je begrijpt wat voor situatie ik zit. Ik vind het allemaal mega kut voor jou en iedereen die erbij betrokken is en slaap er al weken slecht van.’
1.126,00(2,0 punten × tarief € 563,00)