In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 2 februari 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een VRF-installatie beoordeeld. De vergunning is verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op 7 december 2020. Eiseres heeft eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaar, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet-ontvankelijk is, omdat verweerder inmiddels een besluit heeft genomen.
De rechtbank onderzoekt of verweerder in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen. Eiseres stelt dat verweerder voorbij is gegaan aan een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter. De rechtbank concludeert echter dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat er aantoonbare redenen zijn waarom de installatie niet inpandig kan worden gerealiseerd. De rechtbank verwijst naar de welstandsnota en de adviezen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, die bevestigen dat de vergunde variant voldoet aan de redelijke eisen van welstand.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en stelt vast dat de vergunninghouder geen strijdigheid met het bestemmingsplan heeft aangetoond. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden voor hoger beroep.