Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
Inleiding
Conclusie
Totstandkoming van het besluit
11 oktober 2020 een recensie is geplaatst op Airbnb.
€ 3.000,-.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. A.D. Belcheva, leden, in aanwezigheid van mr.E. Mulder, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 september 2023.
Informatie over hoger beroep
Huisvestingswet 2014
Huisvestingsverordening Amsterdam 2020
b. alle zelfstandige woonruimten tot en met 200 huurpunten;
c. alle zelfstandige woonruimten met meer dan 200 huurpunten; en,
d. alle onzelfstandige woonruimten tot 750 huurpunten.
d. tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden (woningvorming).
b. de woonruimte waar de aanvraag betrekking op heeft, is niet in eigendom van een woningcorporatie;
c. de woonruimte waar de aanvraag betrekking op heeft is niet gelegen in een gebied waar een verbod op vakantieverhuur geldt;
d. de vergunning is geldig gedurende het kalenderjaar waarin deze is verleend en de eerste drie maanden van het daaropvolgende kalenderjaar; en
e. de vergunning is persoons- en woonruimtegebonden.
2. Aan een vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
a. degene die de woonruimte in gebruik geeft voor vakantieverhuur heeft de betreffende woonruimte als hoofdverblijf en staat op het adres van de woonruimte ingeschreven in de basisregistratie personen;
b. er wordt niet aan meer dan vier personen per nacht onderdak verleend;
c. de woonruimte wordt maximaal dertig nachten per kalenderjaar verhuurd;
d. er wordt een zelfstandige woonruimte exclusief in gebruik gegeven;
e. de exploitant, of een andere bewoner die hoofdverblijf heeft, en staat ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres van de woonruimte, meldt het aantal nachten van iedere verhuring elektronisch bij burgemeester en wethouders op een door burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze;
f. er treedt geen onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de betreffende woonruimte op. Er is sprake van een onaanvaardbare inbreuk als bedoeld in de vorige volzin, indien:
II. de overlastveroorzaker en bewoner(s) vooraf door de klager(s) en door burgemeester en wethouders op de overlast zijn gewezen en dit niet tot beëindiging van de overlast heeft geleid.