In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, een particulier, en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Eiser had op 22 juli 2021 verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot [bedrijf 1], een Israëlisch defensiebedrijf. Het verzoek werd deels ingewilligd, maar een groot aantal documenten werd geweigerd op grond van de Wet open overheid (Woo) en de veiligheid van de staat. Eiser was het niet eens met de gedeeltelijke weigering en stelde dat er meer documenten onder verweerder berustten dan openbaar gemaakt waren. De rechtbank beoordeelde of verweerder het verzoek op juiste wijze had behandeld en of de zoekslag zorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat de door verweerder uitgevoerde zoekslag voldoende was en dat de mededeling dat er geen verdere documenten waren, niet ongeloofwaardig was. Eiser had niet voldoende onderbouwd dat er meer documenten bestonden. De rechtbank oordeelde verder dat de weigeringsgronden die door verweerder waren toegepast, terecht waren, met uitzondering van enkele documenten waarvoor een motiveringsgebrek bestond. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit voor deze documenten en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Eiser kreeg het griffierecht vergoed, maar er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.