2.14.Van dat onderzoek is een op ambtsbelofte opgemaakt verslag van 31 oktober 2022 opgesteld. Hierin verklaart de handhavingsspecialist van de gemeente Diemen onder meer over opgevraagde bankgegevens en over een huisbezoek.
Uit het verslag blijkt dat bij [gedaagde 1] bankgegevens zijn opgevraagd. De bankgegevens die [gedaagde 1] vervolgens had overgelegd, zijn van een ABN-Amrorekeningen. Die gegevens zijn niet volledig, want de uitdraai vermeldt dat deze uit 27 pagina’s bestaat, terwijl er zes zijn overgelegd, aldus de handhavingsspecialist. Daaruit blijkt dat tussen eind december 2021 en mei 2022 van de wel overgelegde transacties twee keer geld is gepind in Diemen, twee keer in Londen voor levensonderhoud. Verder is twee keer een bedrag aan [gedaagde 2] overgemaakt en zijn de overige betalingen niet voor levensonderhoud, zo blijkt uit het verslag.
Uit het verslag blijkt verder dat medewerkers van de gemeente daarna een huisbezoek aan de woning hebben afgelegd. Hier deed [gedaagde 2] open en hij weigerde de toegang. Uit het verslag blijkt dat de medewerkers van de gemeente daarbij wel zicht hadden in de woning en zagen dat een meisje op bed zat in een slaapkamer rechtsachter in de woning. Hierna is [gedaagde 1] opgebeld, maar er werd niet opgenomen. Wel belde [gedaagde 1] kort erop terug en vertelde hij dat hij in de Amsterdamse Poort was. Die middag zijn de medewerkers nogmaals naar de woning gegaan, waar niet werd opengedaan. Vervolgens is [gedaagde 1] uitgenodigd voor een gesprek twee dagen later op het gemeentehuis.
[gedaagde 1] is toen verschenen en verklaarde onder meer dat hij en [gedaagde 2] geen afspraak hebben over het betalen van de huur, maar dat [gedaagde 2] hem wel eens geld betaalt. Verder verklaarde hij dat zij samen koken maar apart eten en dat [gedaagde 2] boodschappen doet omdat hij rugproblemen heeft. Aansluitend hebben de medewerkers een huisbezoek aan de woning gebracht. Het verslag luidt, voor zover relevant, als volgt:
“
[ [gedaagde 1] ] toonde […]ons de rechterslaapkamer. Hierin stond een opgemaakt tweepersoonsbed. Deze oogde niet recent beslapen. In de laadjes van het nachtkastje naast het bed, lag een handknijper en was post die geadresseerd was aan [ [gedaagde 1] ].
Er stonden twee tweedeurskledingkasten in de kamer. Beide zeer marginaal gevuld. In de rechterkast lagen op de bovenste plank wat boeken, een bijbel, wat post dat geadresseerd was aan [ [gedaagde 1] ] en wat toiletartikelen zoals een herengeurtje Ook hing er een leren jasje. In de linkerkast […] was wat kleding te vinden: Vier of vijf stuks hangkleding, een viertal keurig gestreken overhemden en twee of drie pantalons. Opvallend genoeg zagen wij geen sokken en/of ondergoed in de kast. Wij vroegen [ [gedaagde 1] ] naar de oorzaak hiervan. [ [gedaagde 1] ] reageerde hier vaag op en gaf feitelijk geen antwoord. Na enig zoekwerk vond [ [gedaagde 1] ] in een rugzak één boxershort. Op de kasten stonden twee grote koffers. Hieruit haalde [ [gedaagde 1] ] een lege tas.
Verder opende hij de koffers niet.
In de hoek van de kamer, zag ik een schoenkastjes met daarin 6 paar schoenen. Dit waren nette schoen in tegenstelling dat de sneakers die [ [gedaagde 1] ] thans droeg. Wij zagen dat [ [gedaagde 1] ] sokdragend is. Ik gaf aan dat ik het opmerkelijk vond dat [ [gedaagde 1] ] zoveel paar schoenen heeft, terwijl hij geen sokken heeft, behalve het paar dat u nu droeg.
Ik vroeg [ [gedaagde 1] ] of hij vuile was in huis had. [ [gedaagde 1] ] vertelde mij dat er volgens hem geen vuile as in huis was. Voorts kon hij ons ook geen vuile was of een wasmand tonen.
Ik complimenteerde [ [gedaagde 1] ] over zijn mee gestreken overhemden en vroeg hem of hij zelf streek. [ [gedaagde 1] ] gaf aan dit zelf te doen. Ik vroeg hem waar de strijkbout en strijkplank zich in huis bevinden. Dit wist [ [gedaagde 1] ] niet te zeggen, maar na enige speurwerk vond hij deze terug in een inpandige kast in de gang. Daar zou [gedaagde 2] de strijkplank en strijkbout hebben neergelegd.
Inmiddels was [gedaagde 2] uit de linkerslaapkamer gekomen. Hij gaf aan ziek te zijn en de hele dag op bed te hebben gelegen. […] [gedaagde 2] bood zijn verontschuldigingen aan voor zijn gedrag van afgelopen maandag. Gelet het min of meer gelijke postuur van de heer [gedaagde 2] en [ [gedaagde 1] ], kan niet uitgesloten worden dat de kleding die wij gezien hebben aan [gedaagde 2] toebehoort.
Eenmaal in de keuken aangekomen opende [gedaagde 1] desgevraagd voor ons de koelkast. Deze had een inhoud die voldeed aan de beschrijving die hij op kantoor had gegeven.
Rond 10:45 uur hebben wij ons huisbezoek afgerond.”