ECLI:NL:RBAMS:2023:6219

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
C/13/727925 / HA ZA 23-30
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Disputen over distributieovereenkomst en betaling van facturen tussen leverancier en wederverkoper van chemische producten

In deze zaak vordert Jiangsu Maysta Chemical Co. Ltd. (hierna: Maysta) betaling van openstaande facturen van Innovo Chemicals B.V. (hierna: Innovo) voor geleverde chemische producten. Innovo erkent de schuld, maar stelt dat er een exclusieve distributieovereenkomst bestond, die door Maysta onrechtmatig is beëindigd. Innovo claimt schadevergoeding en wil de openstaande facturen verrekenen met haar schade. De rechtbank oordeelt dat er geen exclusieve distributieovereenkomst was, maar een bestendige handelsrelatie. Maysta heeft voldoende rekening gehouden met de belangen van Innovo en is niet schadeplichtig. Innovo moet de facturen betalen, inclusief rente en kosten. De rechtbank wijst de vorderingen van Innovo in reconventie af en veroordeelt Innovo in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/727925 / HA ZA 23-30
Vonnis van 11 oktober 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
JIANGSU MAYSTA CHEMICAL CO. LTD,
te Nanjing (China),
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Maysta,
advocaat: mr. D.F. Spoormans,
tegen
INNOVO CHEMICALS B.V.,
te Amstelveen,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Innovo,
advocaat: mr. H.E. Urlus.

1.Samenvatting van de zaak

1.1.
Maysta heeft in 2022 chemische producten aan Innovo geleverd en vordert betaling van de bijbehorende facturen. Innovo erkent dat zij die facturen nog verschuldigd is. Zij stelt echter dat tussen partijen een exclusieve distributieovereenkomst bestond. Maysta heeft in strijd met die distributieovereenkomst zelf rechtstreeks aan Innovo’s klanten geleverd en Maysta heeft die distributieovereenkomst opgezegd zonder rekening te houden met de opzegtermijn. Ook heeft Maysta Innovo oneerlijk beconcurreerd. Daardoor heeft Innovo schade geleden, die schade is zelfs meer dan de openstaande facturen. Innovo wil haar schade verrekenen met de facturen en de rest vordert zij van Maysta.
1.2.
De rechtbank oordeelt in dit vonnis dat er geen distributieovereenkomst was met exclusiviteit. Maysta heeft bovendien voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van Innovo. Maysta hoeft dus geen schadevergoeding aan Innovo te betalen. Dat betekent dat Innovo niets kan verrekenen met de openstaande facturen en dat zij die facturen gewoon moet betalen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van Maysta 30 december 2022 met producties,
- de akte vermeerdering van eis van Maysta,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van Innovo, met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie van Maysta, met producties,
- het tussenvonnis van 14 juni 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 augustus 2023, met de daarin genoemde stukken.
2.2.
De rechtbank heeft bepaald dat zij over voldoende informatie beschikt om haar beslissing te geven.

3.De feiten

3.1.
Maysta is een producent van chemische producten met een hoofdkantoor in China. Innovo is een wederverkoper op de Europese markt van onder meer de producten die Maysta produceert. Zij verkoopt ook chemische producten van andere producenten en leveranciers.
3.2.
In 2013 heeft Innovo voor het eerst producten van Maysta besteld. De omvang van de bestellingen liep in de jaren daarna op tot meer dan een half miljoen euro per jaar in 2018 en omstreeks een miljoen euro per jaar (of zelfs meer) in de jaren daarna.
3.3.
In elk geval in 2013 en in 2017 heeft Innovo een presentatie aan Maysta gegeven over marktontwikkelingen in Europa. Innovo en Maysta hadden in die periode ook rondom en tijdens grote beurzen in Europa contact met elkaar en met (potentiële) klanten.
3.4.
In oktober 2018 heeft Maysta dochtervennootschap Maysta International Ltd. (UK) (“Maysta UK”) opgericht om de verkopen van de producten van Maysta in Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA) uit te breiden.
3.5.
Na de Brexit in 2020 heeft Maysta in 2021 een nieuwe dochtervennootschap Maysta Germany GmbH (Germany) (“Maysta Germany”) opgericht, met hetzelfde doel als voorheen Maysta UK.
Het eerste contact tussen partijen over een schriftelijke distributieovereenkomst
3.6.
Vóór de oprichting van Maysta UK hebben partijen in september 2018 met elkaar van gedachten gewisseld over de gevolgen van Maysta’s uitbreiding in Europa. Innovo heeft Maysta vervolgens een concept distributieovereenkomst gestuurd. In de begeleidende e-mail heeft Innovo geschreven:
“Innovo and Maysta have been cooperating for more than five years, based on mutual trust and support, we have made achievements, and we are very grateful for the friendly cooperation in these years.
After the last phone call (…), we drafted a simple agreement to regulate the partnership and avoid future troubles. Considering that Maysta will have a comprehensive consideration in the future, we have not differentiated geographically, but have listed our developed clients separately.
Please take a look at it and let me know if you have any questions.
I have placed the start date of the agreement on October 1.”
In de bijlage bij deze overeenkomst heeft Innovo enkele klanten genoemd, waaronder Unilin en Huntsman.
3.7.
Maysta heeft hierop geantwoord dat zij het verstandig vond om voor het sluiten van een overeenkomst eerst de opzet van de strategische samenwerking te bespreken met de toekomstige
general managervan Maysta UK. Innovo heeft daarop vervolgens weer geantwoord:
“We would be happy to meet/ talk to [him], however, in our view, we believe that it would be clearer to have the agreement in position before the meeting.
The points are as following:
1. Innovo is Maysta’s distributor as a fact, with or without an agreement doesn't make any difference actually. The reason why we decided to have an agreement is to make it clear for [him] what he could do in Europe regarding the territory/ customers since we didn’t make that very clearly in the past. (…), we all have no problems with that of course, but when [he] is in position as a new comer, it would be helpful to have something in writing to give him a clear picture.
2. (…), [he] might have his own thinking on the marketing/ channels etc, we don’t want to fall into the discussion/ argument later about this with him directly, so we decided to step back to give him more room to play with in the European market.”
Contact tussen partijen over specifieke klanten
3.8.
Op 11 juni 2019 hebben Maysta UK en Innovo gesproken over de huidige en potentiële afnemers van Innovo. Naar aanleiding daarvan heeft Innovo Maysta UK geschreven:
“It was nice to discuss with you about the marketing channels and please find attached the spreadsheet which summarizes the main points we discussed”. Bij de e-mail heeft Innovo een exceloverzicht gevoegd, bestaande uit meerdere kolommen:
‘Account’,
‘Innovo’,
‘Maysta’,
‘TBD’en
‘Comments’. In de kolom
‘Account’heeft Innovo diverse klanten opgesomd. In de volgende drie kolommen heeft zij per klant een kruisje gezet bij Innovo, Maysta of TBD [
to be discussed,rb]. In de vijfde kolom heeft Innovo enkele opmerkingen gemaakt. De meeste klanten die waren opgesomd in de bijlage bij de conceptovereenkomst, waaronder Unilin en Huntsman (NL, DE, en UK) staan in de kolom van Innovo. Maysta UK heeft in reactie enkele opmerkingen gemaakt in een aanvullende kolom (
‘Comments Maysta’).
3.9.
Eind april 2020 hebben Innovo en Maysta UK contact gehad over de klant Nestaan. Maysta UK heeft Innovo gevraagd of zij al iets met Nestaan deed, waarop Innovo bevestigend heeft geantwoord. Later heeft Innovo daaraan toegevoegd dat zij aan Nestaan werkte en ook aan de klant IKO. Daarop heeft Maysta UK geantwoord dat zij dacht dat Innovo niet betrokken was bij IKO, omdat ze het daar in het verleden over hadden gehad. Maysta UK schrijft dat zij net zelf contact heeft opgenomen met IKO omdat ze wist dat eerdere activiteiten van Innovo niet succesvol waren geweest en Innovo daarna niet meer geïnteresseerd was. Na een uitgebreide e-mailwisseling met verschillende standpunten over verschillende klanten hebben Innovo en Maysta UK in mei 2020 afgesproken om elkaar elke drie maanden op de hoogte te houden van recente ontwikkelingen met klanten.
3.10.
In november 2020 hebben Innovo en Maysta UK contact gehad met en over de klant Unilin. Innovo heeft Unilin laten weten:
“It has been confirmed by Maysta that Innovo is the official distributor of their surfactants in (…) Unilin plants. Thus we will take the lead in both commercial and technical discussions, with close involvement by our colleagues in Maysta”. Enkele dagen later heeft Maysta UK Innovo gemaild dat Unilin heeft laten weten dat zij op het Europese vasteland geen zaken wil doen met Innovo, maar rechtstreeks met de leverancier (Maysta). Daarop heeft Innovo Maysta gevraagd om ervoor te zorgen dat Maysta UK stopt met het rechtstreeks leveren aan klanten van Innovo.
Het tweede contact tussen partijen over een schriftelijke distributieovereenkomst
3.11.
In de periode voordat Maysta Germany werd opgericht, heeft Innovo Maysta in februari 2021 opnieuw een concept distributieovereenkomst gestuurd. In de begeleidende email heeft Innovo geschreven:
“The attached distributor agreement is actually the same as the previous one sent in 2018, except that (…) the customer attachment has been modified at the end. It provides a more specific description of the customer Unilin and the work of our new product promotion team to better regulate our behavior. In Europe, it is common to separate product promotion and sales, and our proposal is based on this idea, in order to take advantage of the strengths and advantages of both parties.
The terms of the distributor agreement itself are very broad and general, not complex.
The customer section only lists eight customers, including those we are currently working with, and a few of our core customers. If you (…) would like us to take care of more customers in the future, we can always add to this list.”
De klanten die Innovo in de bijlage bij deze overeenkomst heeft genoemd stonden vrijwel allemaal ook al in de bijlage bij de eerste conceptovereenkomst. Daaronder zijn in elk geval Unilin en Huntsman. Een deel van de klanten die wel bij de eerste conceptovereenkomst was genoemd, ontbreekt echter. Eén nieuwe klant is toegevoegd.
3.12.
In haar antwoord heeft Maysta enkele wijzigingen in de overeenkomst voorgesteld. Zo heeft zij onder andere
‘sole distributor’gewijzigd in
‘preferred distributor’en een aantal verplichtingen toegevoegd aan de verplichtingen van de distributeur. Innovo heeft daarop vervolgens geantwoord:
“After internal discussions, we found that the modified version from you are not acceptable for us. It’s against the intention of this agreement and forces Innovo to waive the entitled right.”
De ontwikkelingen in 2022
3.13.
In 2022 heeft Innovo de volgende bestellingen gedaan bij Maysta:
Datum
Purchase Order
Bedrag
07-01-22
PO 4310
€ 79.380
27-01-22
PO 4210
€ 90.720
PO 4236
€ 90.720
22-02-22
PO 4206
€ 79.380
23-02-22
PO 4354
€ 90.720
07-03-22
PO 4426
€ 79.380
PO 4427
€ 79.380
PO 4428
€ 90.720
PO 4429
€ 90.720
15-03-22
PO 4431
€ 79.380
PO 4432
€ 79.380
PO 4433
€ 90.720
Deze bestellingen zijn allemaal in het voorjaar van 2022 aan Innovo geleverd.
3.14.
In mei 2022 heeft Innovo Maysta twee e-mails gestuurd waarin zij Maysta verwijt dat Maysta’s Europese team rechtstreeks aan Innovo’s klanten verkoopt. Naar aanleiding hiervan hebben partijen op 7 juni 2022 een gesprek gevoerd.
3.15.
Innovo heeft een verslag gemaakt van dit gesprek. Zij heeft dit verslag ook aan Maysta gestuurd. In het verslag staat:
“It was a pleasure to have a frank conversation with you today.
To briefly summarize the key points of our meeting today:
1. Maysta has contacted all our customers and started direct sales to Huntsman and Unilin.
2. Soudal and Plixxent have not yet sold directly, but have informed the customers that Maysta will sell directly and send samples,
3. we were not aware of this until your company took the above actions.
4. your company proposes to renegotiate the agency agreement and pay Innovo a commission for your direct sales to Huntsman and Unilin and other companies for a period and percentage to be further negotiated between the parties.
5. as a result of the above actions, the products we previously purchased could not be sold to our customers and therefore need to be re-sold to Maysta Europe.
6. in view of what we know, and the situation mentioned in this meeting, we will take the necessary preservation measures to reduce our losses, so we will freeze part of the orders payable. We will inform you of the exact amount and the order after consulting with the law firm.
7. Innovo will inform your company of our decision as soon as possible.
Please inform us if there are any omissions in the above.”
3.16.
Ook Maysta heeft een intern verslag gemaakt van dit gesprek. Daarin staat:
“1. Maysta expressed the willingness to continue business cooperation with Innovo.
2. Huntsman and Unilin are global companies, and they hope that the manufacturer Maysta can supply directly.
3. Maysta proposes to make appropriate adjustments to the current cooperation method and content between the two parties. The plan is as follows: Except for Unilin and Huntsman, continue to maintain Innovo’s direct sales of Maysta products to original customers.
4. Considering that Innovo has provided supply services for Unilin and Huntsman in the past, Maysta will give Innovo a certain commission while directly supplying the above two companies. In the future, Maysta will no longer give Innovo commissions for the innovative products directly supplied by Maysta to these two companies
5. Regarding Plixxent and Soudal, Innovo complained about MI's strategy of going to customers to express direct sales, which was cleared by MI after internal verification.
6. For the products that Innovo has already purchased, if Innovo has difficulties in selling them, Maysta said it can repurchase them.
7. In view of the direct supply request from Unilin and Huntsman, Maysta decided to cooperate. Innovo deeply did not understand and did not accept this, and even offered to refuse to pay part of the payment as a response.”
3.17.
Hierna hebben de advocaten van partijen nog met elkaar gecorrespondeerd. Dat heeft niet tot een oplossing geleid.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Maysta heeft haar eis gewijzigd. Zij vordert dat Innovo de twaalf openstaande facturen aan haar betaalt. Het gaat in totaal om een bedrag van € 1.020.600, met rente en kosten. Maysta vordert dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal zijn.
4.2.
Maysta stelt dat Innovo in 2022 diverse producten van haar heeft gekocht. Maysta heeft die producten aan Innovo geleverd en zij heeft daarvoor facturen gestuurd die ten onrechte onbetaald zijn gebleven.
4.3.
Innovo erkent dat zij de facturen moet betalen, maar doet als verweer een beroep op opschorting en verrekening omdat zij zelf nog een tegenvordering op Maysta heeft. Dat is de vordering die zij in reconventie heeft ingesteld.
in reconventie
4.4.
De tegenvordering van Innovo kan, enigszins samengevat, als volgt worden weergegeven.
Primair vordert Innovo dat de rechtbank:
( i) voor recht verklaart dat Innovo de facturen mocht verrekenen met haar vordering op Maysta en
(ii) Maysta veroordeelt om aan Innovo te vergoeden alle schade die Innovo heeft geleden, lijdt of nog zal lijden als gevolg van de tekortkoming dan wel het onrechtmatig handelen van Maysta, na verrekening in totaal begroot op € 759.132,30.
Indien en voor zover de rechtbank tot het oordeel komt dat Innovo haar vordering op Maysta niet mocht verrekenen, vordert Innovo subsidiair dat de rechtbank:
( i) Maysta veroordeelt om aan Innovo te vergoeden alle schade van Innovo als gevolg van de tekortkoming dan wel het onrechtmatig handelen van Maysta, in totaal begroot op € 1.779.732,30 en
ii) voor recht verklaart dat het aan Innovo toe te wijzen bedrag wordt verrekend met het aan Maysta toe te wijzen bedrag.
Ook Innovo vordert rente en kosten, zowel bij de primaire als bij de subsidiaire vordering. In beide gevallen vordert Innovo bovendien dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
4.5.
Innovo stelt dat tussen partijen een distributieovereenkomst met exclusiviteit gold. In elk geval mocht Innovo daarvan uitgaan. Op grond van deze distributieovereenkomst was Innovo exclusief bevoegd om aan bepaalde klanten te leveren. Maysta is tekortgeschoten in de nakoming van deze overeenkomst door zelf klanten van Innovo te gaan benaderen en door de overeenkomst op 7 juni 2022 zonder opzegtermijn op te zeggen. Ook als het geen distributieovereenkomst was, maar een gewone duurovereenkomst, had Maysta rekening moeten houden met een opzegtermijn. Een redelijke opzegtermijn is volgens Innovo in dit geval 18 maanden.
Bovendien heeft Maysta Innovo oneerlijk beconcurreerd. Zij heeft klanten van Innovo gepikt zonder Innovo de kans gegeven haar bedrijfsstrategie aan te passen of in elk geval de vooruitbestelde producten te verkopen. Maysta heeft misbruik gemaakt van de vele inspanningen die Innovo al in de klanten had gestoken en van de informatie die zij over de jaren van Innovo had ontvangen. Dat alles maakt dat de oneerlijke concurrentie onrechtmatig is jegens Innovo.
De schade van Innovo bestaat uit de gederfde winst over 18 maanden (€ 777.813), het geleden verlies omdat zij de bestelde producten niet meer kan verkopen (€ 589.981,09) en diverse kosten (advocaatkosten, kosten om de voorraad te (laten) verwijderen, in totaal € 411.938,21).
4.6.
Maysta betwist dat zij met Innovo een distributieovereenkomst heeft gesloten. Er waren ook geen exclusiviteitsafspraken. Maysta betwist ook dat zij de samenwerking op 7 juni 2022 heeft beëindigd en dat zij Innovo onrechtmatig heeft beconcurreerd. Bovendien betwist Maysta dat Innovo schade heeft geleden. Maysta voert ook nog als verweer dat een distributieovereenkomst met exclusiviteit in strijd zou zijn met het mededingingsrecht.

5.De beoordeling

De rechtbank is bevoegd om over de zaak te beslissen aan de hand van Nederlands recht
5.1.
Maysta is gevestigd in China. De rechtbank moet dus eerst toetsen of zij bevoegd is om over de zaak te beslissen. Dat doet de rechtbank aan de hand van de Verordening Brussel I-bis [1] . Maysta erkent dat Innovo op alle bestellingen haar algemene voorwaarden van toepassing heeft verklaard. In die algemene voorwaarden staat dat de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd is om te beslissen over alle geschillen tussen partijen. Zo’n schriftelijk forumkeuzebeding is toegestaan en voldoet aan de eisen van artikel 25 van Verordening Brussel I-bis. Dat betekent dat deze rechtbank bevoegd is om over de zaak te beslissen.
5.2.
Ook moet de rechtbank vaststellen welk recht van toepassing is. Dat moet aan de hand van de Verordening Rome I [2] . Maysta erkent dat in de algemene voorwaarden van Innovo ook een rechtskeuzebeding staat. Daarin staat dat de juridische verhouding tussen koper en verkoper, en alle andere overeenkomsten die daarmee samenhangen, worden beheerst door Nederlands recht. Dat betekent dat de rechtbank op grond van artikel 3 van Verordening Rome I de zaak moet beslissen aan de hand van Nederlands recht.
De vordering van Maysta is niet betwist en kan dus in beginsel worden toegewezen
5.3.
Innovo erkent dat zij de producten bij Maysta heeft besteld en dat zij de facturen daarvoor nog moet betalen. Dat betekent dat de vordering van Maysta in beginsel toewijsbaar is. De kern van de zaak is dan ook de tegenvordering van Innovo. Die zal de rechtbank daarom eerst beoordelen.
Tussen partijen gold geen distributieovereenkomst
5.4.
Volgens Innovo volgt uit verschillende omstandigheden dat er tussen partijen een distributieovereenkomst met exclusiviteit was. Zij deden al jarenlang zaken met elkaar. Innovo heeft Maysta regelmatig presentaties gegeven over ontwikkelingen op de Europese markt en is daarvoor zelfs een keer naar China gereisd. Ook hebben zij samen op beurzen gestaan om (potentiële) klanten te spreken. Innovo is al jarenlang Maysta’s exclusieve distributeur voor de klanten die zij heeft genoemd in de bijlagen bij de concept distributieovereenkomsten. Die overeenkomsten waren een vastlegging van de feitelijke situatie. In het gesprek in mei 2019 en in het exceloverzicht van juni 2019 (zie 3.8) hebben partijen nogmaals vastgelegd welke klanten exclusief door Innovo werden bediend. Ook in de e-mailcorrespondentie in april/mei 2020 zijn concrete afspraken gemaakt die duiden op een distributieovereenkomst. Als uit dit alles al niet volgt dat er daadwerkelijk sprake was van een distributieovereenkomst met exclusiviteit, dan mocht Innovo er in elk geval wel op vertrouwen dat die overeenkomst bestond.
5.5.
Maysta betwist dat sprake is van een distributieovereenkomst met exclusiviteit. Zij heeft in 2012 en 2015 met twee andere partijen in Europa distributieovereenkomsten gesloten, dat is steeds schriftelijk gegaan. De relatie met Innovo was anders. Innovo kreeg geen training van Maysta, die andere distributeurs wel kregen. Met Innovo waren ook geen leverings- of afnameverplichtingen afgesproken. Bovendien leverde Innovo de producten onder haar eigen naam en met eigen labels, niet met labels op naam van Maysta. Innovo deelde ook haar prijzen niet met Maysta. De bestellingen van Innovo waren ook maar gering, zeker in het begin. Er is niet een moment geweest waarop de relatie is veranderd van verkoper en koper naar leverancier en exclusieve distributeur. Het gesprek in 2019 en het exceloverzicht waren in elk geval niet dat moment. Dat gesprek was niet met Maysta, maar met Maysta UK en ging alleen over het verdelen van marketingkanalen en het voorkomen van dubbele inspanningen. Hetzelfde geldt voor de e-mailcorrespondentie in april/mei 2020 en de afspraak om elkaar driemaandelijks op de hoogte te houden.
5.6.
De rechtbank oordeelt dat Innovo onvoldoende heeft gesteld dat partijen een distributieovereenkomst hebben gesloten. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Innovo heeft echter niet concreet gemaakt wanneer een voorstel door de ene partij is gedaan, dat door de andere partij is aanvaard. In elk geval in de periode tot 2018 is dat niet gebleken. De twee conceptovereenkomsten die Innovo in 2018 en 2021 aan Maysta heeft gestuurd zijn door Maysta juist niet aanvaard. Ook daarmee is dus geen overeenkomst tot stand gekomen.
5.7.
Een duurovereenkomst zoals een distributieovereenkomst kan ook tot stand komen door hoe de partijen zich in de loop der tijd hebben gedragen en wat zij uit elkaars verklaringen en gedrag mochten afleiden. Innovo heeft echter ook onvoldoende concreet gemaakt dat de distributieovereenkomst op deze manier tot stand is gekomen. Daarvoor is allereerst van belang dat de omvang van de jaarlijkse bestellingen pas na 2018 substantieel werd. Tot die tijd was de omvang nog te gering om te zeggen dat er meer was dan een opvolging van losse koopovereenkomsten. Verder is van belang dat Innovo de producten van Maysta vanaf het begin met haar eigen label verkocht, dat over en weer geen afname- en leveringsverplichtingen bestonden en dat Innovo haar prijzen niet met Maysta deelde. Dat zijn allemaal aanwijzingen dat geen sprake was van een distributieovereenkomst. Dat uit het gesprek in mei 2019 en het exceloverzicht van juni 2019 volgt dat tussen partijen een distributieovereenkomst gold, is evenmin gebleken. Volgens Maysta ging het in dat gesprek en dat overzicht over de verdeling van marketingkanalen. Innovo heeft niet concreet gemaakt dat in dat gesprek daadwerkelijk is afgesproken dat zij Maysta’s exclusieve distributeur zou zijn. Ook uit de emailcorrespondentie in april/mei 2020 volgt ten slotte niet dat partijen op dat moment een distributieovereenkomst met exclusiviteit sloten. Het contact in 2019 en 2020 was bovendien niet met Maysta zelf, maar met Maysta UK. Tussen partijen is dus geen distributievereenkomst met exclusiviteit gesloten, en ook niet een algemene duurovereenkomst of raamovereenkomst.
5.8.
Als die overeenkomst dan niet daadwerkelijk is gesloten, stelt Innovo dat zij er in elk geval op mocht vertrouwen dat zij met Maysta een distributieovereenkomst met exclusiviteit had. Dat is echter ook niet gebleken. Er is wel veel contact geweest tussen partijen en het is begrijpelijk dat Innovo daaraan meer waarde wil hechten dan Maysta wellicht deed. Maar als Innovo zegt dat zij erop mocht vertrouwen dat zij met Maysta een distributieovereenkomst met exclusiviteit had, moeten er concrete verklaringen of gedragingen van Maysta zelf zijn waaruit Innovo dat heeft mogen afleiden. Die zijn er niet.
5.9.
Ook als geen sprake is van een distributieovereenkomst of andere duurovereenkomst, kan het onder omstandigheden nog steeds onrechtmatig zijn als Maysta een bestendige handelsrelatie eenzijdig verbreekt of wijzigt zonder rekening te houden met de belangen van Innovo of als Maysta oneerlijk met Innovo concurreert. De rechtbank zal eerst de bestendige handelsrelatie bespreken en daarna de oneerlijke concurrentie.
Er was wel een bestendige handelsrelatie tussen partijen, maar niet met exclusiviteit
5.10.
Uit de feiten volgt wel dat er in de loop der jaren een bestendige handelsrelatie is ontstaan tussen partijen. Zo was Innovo niet alleen een afnemer die zo nu en dan producten bestelde, maar gaf zij ook presentaties aan Maysta over ontwikkelingen in de Europese markt. Bovendien was er regelmatig afstemming tussen Innovo en de lokale dochter van Maysta, Maysta UK, over Europese klanten.
5.11.
Dat die handelsrelatie ook inhield dat alleen Innovo aan bepaalde klanten (zoals Unilin en Huntsman) mocht leveren, is echter niet gebleken. De omstandigheden waarnaar Innovo in dit verband verwijst zijn dezelfde als die zij heeft aangehaald om te onderbouwen dat er sprake was van een distributieovereenkomst met exclusiviteit. Uit deze stukken leidt de rechtbank wel af dat er afstemming heeft plaatsgevonden over wie welke klant zou benaderen, maar niet dat Maysta haar mogelijkheden om de klanten zelf te benaderen heeft prijsgegeven.
Maysta heeft de handelsrelatie niet beëindigd en zij heeft voldoende rekening gehouden met de belangen van Innovo
5.12.
Maysta is in 2022 zelf producten gaan leveren aan sommige klanten die eerder door Innovo werden bediend. Omdat er echter geen exclusiviteit gold, kan niet worden gezegd dat Maysta daarmee de bestendige handelsrelatie tussen partijen heeft beëindigd. De handelsrelatie is daarmee wel gewijzigd. Zulk handelen kan onrechtmatig zijn als Maysta daarbij onvoldoende rekening houdt met de belangen van Innovo. Maysta heeft zich die belangen echter voldoende aangetrokken. Ten eerste was dit een proces dat al enkele jaren speelde, zo blijkt uit mailcorrespondentie uit 2020 (zie 3.9 en 3.10). Maysta heeft dus niet van het ene op het andere moment in 2022 haar koers gewijzigd. Ten tweede heeft Maysta in het gesprek op 7 juni 2022 aangeboden om Innovo een commissie te betalen, zo blijkt uit beide gespreksverslagen. Ook heeft Maysta aangeboden om de producten terug te kopen die Innovo in 2022 al had besteld. Dat de hoogte van de commissie of de prijs voor de terug te kopen producten nog niet vast stonden, maakt niet uit. Innovo heeft het aanbod van Maysta immers direct volledig van de hand gewezen, zodat het aan haar te wijten is dat dergelijke percentages en bedragen niet tussen partijen zijn besproken. De rechtbank oordeelt dan ook Maysta bij haar koerswijziging voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van Innovo. Zij heeft daarmee dus niet onrechtmatig gehandeld jegens Innovo.
Er is geen sprake van oneerlijke concurrentie door Maysta
5.13.
Innovo baseert deze vordering op rechtspraak over oneerlijke concurrentie door oud-werknemers die informatie van hun oud-werkgevers gebruiken om klanten in te pikken [3] . De rechtspraak komt erop neer dat concurrentie onrechtmatig is als de oud-werknemer het duurzame bedrijfsdebiet van zijn voormalig werkgever stelselmatig en substantieel afbreekt, en daarbij gebruik maakt van kennis en gegevens die hij bij zijn voormalig werkgever vertrouwelijk heeft verkregen. Die rechtspraak kan ook worden toegepast in de situatie van partijen die op een andere manier dan als werknemer en werkgever hebben samengewerkt.
5.14.
Uit de stellingen van Innovo volgt echter niet dat Maysta Innovo onrechtmatig heeft beconcurreerd. Het is juist dat Innovo Maysta op de hoogte hield van ontwikkelingen bij haar klanten, maar dat was grotendeels op initiatief van Innovo. Het is ook niet gebleken dat die informatie vertrouwelijk was en dat die zo specifiek was dat Maysta die kon gebruiken bij het benaderen van die klanten. Daarbij hield Innovo bovendien bepaalde specifieke informatie voor zichzelf, bijvoorbeeld de prijzen die zij aan haar klanten berekende.
Conclusie: Innovo heeft geen tegenvordering op Maysta, Innovo moet de facturen betalen
5.15.
Uit de voorgaande overwegingen volgt dat er geen verplichting voor Maysta bestaat om enige schade aan Innovo te vergoeden. Innovo heeft dus geen tegenvordering op Maysta. Dit betekent dat de rechtbank de vordering in reconventie afwijst en dat het beroep op opschorting en verrekening van Innovo niet slaagt. Innovo moet dus de facturen van Maysta betalen.
Rente en kosten
5.16.
Omdat Innovo de betaling niet mocht opschorten is de wettelijke rente gewoon doorgelopen. De rente is op grond van de algemene voorwaarden van Innovo verschuldigd vanaf 90 dagen na de datum waarop de vrachtbrief wordt afgegeven. De data zijn tussen partijen niet in geschil. Partijen zijn het erover eens dat het hier een handelsovereenkomst betreft. De rechtbank wijst de wettelijke handelsrente dan ook toe zoals Maysta die heeft gevorderd.
Datum
Purchase Order
Bedrag
Rente vanaf
07-01-22
PO 4310
€ 79.380
24-05-22
27-01-22
PO 4210
€ 90.720
24-05-22
PO 4236
€ 90.720
24-05-22
22-02-22
PO 4206
€ 79.380
02-06-22
23-02-22
PO 4354
€ 90.720
16-06-22
07-03-22
PO 4426
€ 79.380
23-06-22
PO 4427
€ 79.380
27-06-22
PO 4428
€ 90.720
23-06-22
PO 4429
€ 90.720
23-06-22
15-03-22
PO 4431
€ 79.380
08-07-22
PO 4432
€ 79.380
12-07-22
PO 4433
€ 90.720
01-07-22
5.17.
De rechtbank wijst ook de buitengerechtelijke kosten toe zoals Maysta die heeft gevorderd. De vordering voldoet aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Maysta heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat haar advocaat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft verricht. Het gevorderde bedrag van € 6.775 komt overeen met het tarief dat is bepaald in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank wijst dit bedrag dan ook toe, met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding.
5.18.
Innovo krijgt in conventie en in reconventie ongelijk. Zij moet daarom de proceskosten van Maysta betalen. De rechtbank begroot de kosten in conventie als volgt:
- kosten dagvaarding: € 131,18
- griffierecht € 8.519,00
- salaris advocaat
€ 8.494,00 (2 punten x tarief € 4.247,00)
totaal € 17.144,18
In reconventie vermenigvuldigt de rechtbank de advocaatkosten met factor 0,5 omdat de tegenvordering voortvloeit uit het verweer in conventie. De rechtbank begroot de kosten in reconventie dan ook op € 4.247 (2 punten x tarief € 4.247,00 x factor 0,5).
5.19.
Innovo moet ook in conventie en in reconventie de kosten vergoeden die Maysta nog moet maken na dit vonnis. De rechtbank wijst deze nakosten toe op de wijze zoals dat hieronder in de beslissing staat.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt Innovo om aan Maysta te betalen een bedrag van € 1.020.600,00, met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over:
- € 260.820,00 vanaf 24 mei 2022;
- € 79.380,00 vanaf 2 juni 2022;
- € 90.720,00 vanaf 16 juni 2022;
- € 260.820,00 vanaf 23 juni 2022;
- € 79.380,00 vanaf 27 juni 2022;
- € 90.720,00 vanaf 1 juli 2022;
- € 79.380,00 vanaf 8 juli 2022;
- € 79.380,00 vanaf 12 juli 2022
tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Innovo om aan Maysta te betalen een bedrag van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dagvaarding tot de dag van volledige betaling,
6.3.
veroordeelt Innovo in de proceskosten, aan de zijde van Maysta tot dit vonnis vastgesteld op € 17.144,18, met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in reconventie
6.4.
wijst de vorderingen van Innovo af,
6.5.
veroordeelt Innovo in de proceskosten, aan de zijde van Maysta tot dit vonnis vastgesteld op € 4.247,00, met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in conventie en in reconventie
6.6.
veroordeelt Innovo in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 271,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als Innovo niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, mr. H.J. Schaberg en mr. J.G. Molenaar en uitgesproken op 11 oktober 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012
2.Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
3.Deze rechtspraak is begonnen met het arrest van de Hoge Raad van 9 december 1955, ECLI:NL:HR:1955:47 (Boogaard/Vesta) en daarna doorontwikkeld.