Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiseres]
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- antwoord in conventie, eis in reconventie met producties;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen, [eiseres] en [gedaagde], die sinds 1 januari 2018 samen een huurwoning bewonen. De affectieve relatie tussen hen is in juni 2022 beëindigd, waarna [eiseres] de woning heeft verlaten en bij haar ouders is gaan wonen. [gedaagde] blijft in de woning en vordert het exclusieve gebruik ervan. [eiseres] vordert daarentegen dat [gedaagde] de huur niet meer voortzet en dat zij het exclusieve gebruik van de woning krijgt, met het argument dat het niet meer mogelijk is om de woning gezamenlijk te bewonen. De kantonrechter heeft op 17 oktober 2023 vonnis gewezen, waarbij de belangen van de minderjarige dochter van partijen, [minderjarige], zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De kantonrechter oordeelt dat de belangen van [eiseres] bij voortzetting van de huur zwaarder wegen dan die van [gedaagde]. De vordering van [eiseres] wordt toegewezen, en [gedaagde] moet de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis verlaten. De proceskosten worden gecompenseerd, en de vorderingen in het incident worden afgewezen.