4.4Het oordeel van de rechtbank
Zaak A feit 1 t/m 3: Seksueel binnendringen en ontucht met [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 1] ) is meerdere keren gehoord door de politie. Zij heeft verklaard dat haar stiefopa, te weten verdachte, jarenlang seksuele handelingen bij/met haar heeft verricht.
De verdachte zou haar vanaf haar zesde of zevende hebben betast bij haar billen en borsten als zij bij verdachte en oma kwam of bleef logeren in hun woning in Amsterdam. Verdachte zou dan naar boven gaan als [slachtoffer 1] op zolder of op de slaapkamer lag te slapen waarna verdachte bij haar in bed ging liggen en haar dan betastte bij haar billen en borsten. Verdachte zou ook vanaf dat zij zes of zeven jaar was elke keer met zijn vingers op en in haar vagina zijn geweest.Elke keer dat hij dronken was en zij alleen met hem was ging hij haar vingeren. Verdachte vroeg of hij met haar mocht spelenen bood haar geld aan in ruil voor seksuele handelingen of zei juist tegen haar dat ze geen leuke uitstapjes gingen maken als zij niet meewerkte. Hij vertelde dat het hun geheimpje was. En dat ze een mooi lichaam had en alles lekker is. Ook heeft hij gezegd “alsjeblieft popje, je kan het me wel geven. [koosnaam] (de rechtbank begrijpt : oma) wil het me niet geven ”.
Dit misbruik ging door tot ongeveer haar twaalfde jaar, toen [slachtoffer 1] twee jaar in [plaats] heeft gewoond. Vanaf de zomer van 2021 ( [slachtoffer 1] was toen 14 jaar oud) is het seksueel misbruik weer gestart. [slachtoffer 1] heeft verdachte toen moeten aftrekken en pijpen en zij heeft toen ook voor het eerst ‘echte’ seks met verdachte gehad, waarmee [slachtoffer 1] bedoelt dat verdachte met zijn penis in haar vagina is geweest.Tijdens het verhoor van [slachtoffer 1] heeft zij voorgedaan hoe zij verdachte moest pijpen. Verdachte gebruikte daarbij geen condoom. Zij pakte een tissue van de tafel en die hield zij bij haar mond om het sperma van verdachte in uit te spugen.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij op verschillende plekken seks met verdachte heeft gehad, waaronder één keer in het buurtcentrum [naam 1] waar verdachte als beheerder werkte.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] betrouwbaar zijn, nu zij duidelijk, gedetailleerd en consistent heeft verklaard over de seksuele handelingen door verdachte. Haar verklaringen zijn dan ook bruikbaar voor het bewijs.
Daarbij komt dat de verklaring van [slachtoffer 1] op verschillende punten wordt ondersteund door andere objectieve bewijsmiddelen. Zo is er sperma van verdachte gevonden in het buurthuis, precies op de plek waar [slachtoffer 1] verklaard heeft dat zij seks met verdachte heeft gehad.Verdachte heeft meerdere keren ontkend dat hij seks met [slachtoffer 1] heeft gehad en heeft in eerste instantie geen verklaring gegeven voor de aanwezigheid van zijn sperma in het buurthuis. Pas op de inhoudelijke zitting van 24 januari 2023 (ruim 14 maanden na de aangifte van [slachtoffer 1] ) heeft verdachte erkend dat hij daar seks met [slachtoffer 1] heeft gehad en dat daarom zijn sperma daar is gevonden.
Toen [slachtoffer 1] aan haar moeder vertelde dat zij seksueel misbruikt werd door verdachte, heeft [slachtoffer 1] verdachte gebeld terwijl haar moeder meeluisterde. Dit gesprek is opgenomen en in een proces-verbaal uitgewerkt. In dit gesprek geeft [slachtoffer 1] aan dat zij al enige tijd niet ongesteld is geworden en vraagt zij aan verdachte of het condoom gescheurd is. Verdachte antwoordt hierop dat hij denkt van niet en dat dat (de rechtbank begrijpt de ongesteldheid) binnenkort weer komt.Ook dit telefoongesprek (en met name de reactie van verdachte) is een ondersteuning van de verklaring van [slachtoffer 1] met betrekking tot het seksueel binnendringen. Verdachte heeft ontkend dat hij in dit telefoongesprek met [slachtoffer 1] over seks heeft gepraat en heeft verklaard dat hij het gesprek niet goed kon horen. Gelet echter op de specifieke bewoordingen die door de verdachte zijn geuit in dit telefoongesprek acht de rechtbank dit volstrekt ongeloofwaardig.
Ook zijn telefoongesprekken van verdachte, die hij in de penitentiaire inrichting heeft gevoerd, opgenomen. In een gesprek met zijn partner [persoon 3] en zus [persoon 4] op 24 november 2021 zegt verdachte dat zijn advocaat zegt dat [slachtoffer 1] zwanger is. Verdachte zegt: “Ik heb hem gezegd dat hij voor een test moet zorgen, want ik wil weten of ze van mij zwanger is of van wie. (..) En als ze zwanger van mij is, ik zorg met alles”.
Verder is er op de telefoon van verdachte een foto aangetroffen van een meisje dat een man pijpt. Dit meisje is door haar moeder herkend als [slachtoffer 1] .
Verdachte heeft op de zitting van 30 juni 2022 voor het eerst erkend dat hij en [slachtoffer 1] op de betreffende foto staan, waarbij [slachtoffer 1] hem pijpt.Verdachte heeft in eerste instantie verklaard dat [slachtoffer 1] hem verleidde en dat zij ook de foto heeft gemaakt. Later heeft verdachte erkend dat hij zelf de foto heeft gemaakt.
Op de foto is bovendien te zien dat [slachtoffer 1] een zakdoekje in haar handen houdt. Dit komt overeen met de verklaring van [slachtoffer 1] dat zij een zakdoekje vast hield om het sperma van verdachte uit te spugen als zij hem moest pijpen.
Daarnaast is door een rechtspsycholoog onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] . Deze rechtspsycholoog concludeert dat de verklaringen van [slachtoffer 1] betrouwbaar zijn, in die zin dat de waarschijnlijkheid van haar verklaringen over het misbruikscenario aanzienlijk is, en tegelijk onwaarschijnlijk onder alternatieve scenario’s zonder het misbruik. De rechtbank zal deze conclusies betrekken bij haar bewijsoverweging, met name omdat zij aansluiten bij haar eigen conclusie dat de verklaringen van [slachtoffer 1] duidelijk, gedetailleerd en consistent zijn met betrekking tot de seksuele handelingen door verdachte. De conclusies van de rechtspsycholoog spelen een rol bij de bewijsoverwegingen van de rechtbank, maar is voor de rechtbank niet van doorslaggevend belang. Het is namelijk aan de rechtbank om te beoordelen of een verklaring al dan niet betrouwbaar is en gebruikt mag worden voor het bewijs.
Verdachte heeft vanaf het begin af aan alles ontkend. Sterker nog, uit tapgesprekken blijkt dat hij heeft geprobeerd de schuld naar anderen af te schuiven.
Dit alles maakt dat de rechtbank de verklaring van verdachte dat er – behalve de twee gevallen die hij bekend heeft – geen seksuele handelingen hebben plaatsgevonden volstrekt ongeloofwaardig. Het komt de rechtbank voor dat verdachte enkel dat deel van de seksuele handelingen bekent waarvoor objectief bewijs aanwezig is.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte seksuele handelingen heeft verricht met [slachtoffer 1] zoals [slachtoffer 1] heeft verklaard. De rechtbank zal dan ook haar verklaring volgen en alle drie de feiten (het seksueel binnendringen bij [slachtoffer 1] onder de 12 jaar, het seksueel binnendringen bij [slachtoffer 1] toen zij tussen de 12 en de 16 jaar oud was en ontucht met [slachtoffer 1] ) bewezen verklaren.
Dat niet voor alle onderdelen van de tenlastelegging steunbewijs is, zoals de verdediging heeft betoogd, doet daaraan niet af. De regel van het bewijsminimum (artikel 342 lid 2 Sv) geldt voor de gehele tenlastelegging. Onderdelen van die tenlastelegging mogen wel degelijk steunen op één enkele getuigenverklaring, in dit geval de verklaring van [slachtoffer 1] .
Zaak A feit 4: Ontucht met [slachtoffer 2] .
[slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] ) heeft verklaard dat zij door verdachte is betast bij en geknepen in haar borsten, zowel onder als boven haar kleding, en dat deze handelingen begonnen toen ze jonger was dan acht jaar. Het gebeurde vijf keer op de zolder in de periode dat zij bij hun oma woonden maar meestal in de kleine slaapkamer, waar [slachtoffer 2] met [slachtoffer 1] sliep als zij kwamen logeren. Verdachte was vaak dronken als hij bij hen in de kamer kwam. [slachtoffer 2] verklaart: “Als je dan pech had, dan raakte hij je aan. Hij ging dan onder de dekens voelen.” Verdachte probeerde ook seks met haar te hebben. Dan ging hij met zijn handen in haar broek. Hij heeft toen over haar onderbroek over haar vagina gewreven.Hij heeft ook in haar vagina geknepen en op haar billen geslagen. Ook heeft verdachte geprobeerd haar te tongzoenen. Hij ging met zijn tong in haar mond, maar het lukte hem niet want ze stribbelde tegen. Toen verdachte haar gevraagd had hem te masseren in het donker onder de dekens, bleek dat ze aan zijn piemel zat. Verdachte vertelde [slachtoffer 2] wat ze moest doen en toen ging ze met haar hand omhoog en omlaag met zijn piemel. De seksuele handelingen zijn doorgegaan tot haar twaalfde jaar. Verdachte zei tegen [slachtoffer 2] dat het hun geheimpje was en dat ze het niet aan iemand mocht vertellen. Hij vertelde ook dat haar borsten wel gegroeid waren, dat het groot is geworden en dat als ze met hem ging spelen dat ze dan geld zou krijgen.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 1] betrouwbaar is, nu zij duidelijk, gedetailleerd en consistent heeft verklaard over de seksuele handelingen door verdachte en dat deze verklaring bruikbaar is voor het bewijs.
Bovendien wordt deze verklaring van [slachtoffer 2] ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier. De moeder van [slachtoffer 2] , [persoon 1] , heeft in haar aangifte verklaard dat [slachtoffer 1] haar vertelde dat verdachte ook aan [slachtoffer 2] heeft gezeten. [persoon 1] heeft [slachtoffer 2] toen wakker gemaakt en [slachtoffer 2] heeft huilend verteld dat verdachte haar betast heeft.
De verklaring van [slachtoffer 2] wordt ook ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze met [slachtoffer 2] heeft gepraat over wat verdachte met [slachtoffer 1] deed en dat [slachtoffer 2] toen zei dat zij ook bij haar vagina werd aangeraakt door verdachte en dat verdachte ook aan de billen en borsten van [slachtoffer 2] heeft gezeten.
Daarnaast is door een rechtspsycholoog onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 2] . Deze rechtspsycholoog concludeert dat de verklaringen van [slachtoffer 2] betrouwbaar zijn. In die zin dat de waarschijnlijkheid van haar verklaringen over het misbruikscenario aanzienlijk is, en tegelijk onwaarschijnlijk onder alternatieve scenario’s zonder het misbruik. De rechtbank overweegt daarbij – net als bij [slachtoffer 1] – dat deze conclusies overeenkomen met de eigen bevindingen van de rechtbank dat de verklaring van [slachtoffer 2] gedetailleerd en consistent is en betrouwbaar wordt geacht.
Verder is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van zogenaamd schakelbewijs. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad kan voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend worden geacht de - uit één of meer bewijsmiddelen blijkende - omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt.
Voor de redengevendheid van het schakelbewijs wijst de rechtbank op de modus operandi van verdachte bij het plegen van de seksuele handelingen bij [slachtoffer 1] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte vroeg of hij met haar mocht spelen en haar geld aanbood in ruil voor seksuele handelingen. Ook zei hij dat het hun geheimpje was en dat er niets gezegd mocht worden tegen oma dan wel andere familieleden. De seksuele handelingen vonden plaats als [slachtoffer 1] bij verdachte en haar oma bleef logeren, waarbij verdachte naar boven ging naar de slaapkamer van [slachtoffer 1] als zij al in bed lag.
[slachtoffer 2] heeft ook verklaard dat verdachte haar vroeg om met hem te spelen, haar geld aanbood in ruil voor seksuele handelingen en tegen haar zei dat het hun geheimpje was. Daarbij komt dat de seksuele handelingen – net als bij [slachtoffer 1] – plaatsvonden tijdens het logeren bij oma en verdachte en dat verdachte naar boven ging op het moment dat [slachtoffer 2] in bed lag. Zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] verklaren dat verdachte dronken was als hij bij hen in bed kwam liggen en seksuele handelingen bij hen verrichtte. Dit wordt overigens ondersteund door de verklaring van [persoon 3] , de partner van verdachte. Zij heeft verklaard “Hij gaat wel eens onder de dekens bij de kinderen liggen. Weet ik veel wat hij doet.”Ook verklaart zij “ik zag dat de zolderkamer open was en dat hij uit de slaapkamer kwam. (..) meestal als hij dronken is gaat hij naar de meisjes. Hij valt ze lastig en dat mag niet van mij”.
De rechtbank overweegt dat sprake is van soortgelijke feiten, waarbij de aard van de seksuele handelingen en de wijze waarop verdachte die bij [slachtoffer 2] heeft gepleegd op essentiële punten overeenkomen met de aard van de handelingen en wijze waarop die zijn gepleegd bij [slachtoffer 1] .
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde seksuele handelingen bij zijn stiefkleindochter [slachtoffer 2] . Deze beslissing is zowel gegrond op de verklaring van [slachtoffer 2] alsmede bovengenoemde ondersteunende bewijsmiddelen, als op het schakelbewijs bestaande uit de bewijsmiddelen die ten grondslag hebben gelegen aan het bewijs voor het seksueel misbruik van [slachtoffer 1] .
Zaak A feit 5: Seksueel binnendringen bij [slachtoffer 3] .
[persoon 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 2] haar vertelde dat [slachtoffer 3] een geheimpje had. Ze zat op enig moment met [slachtoffer 3] in de auto toen ze vroeg “wat is dat witte ding dat uit je tolly (de rechtbank begrijpt: penis) komt?” [slachtoffer 3] zei toen dat [naam 2] (de rechtbank begrijpt: opa/verdachte) een witte ding uit zijn tolly kreeg, dat ze het in haar mond moest houden en moest slikken want daar werd ze groot van. Ze vertelde toen ook dat hij met zijn vinger daaronder ging, dat hij vaak met een doekje ging vegen en het ook wel eens op het bed van oma is gevallen. Het deed pijn bij haar poenie en haar billen. [persoon 1] heeft vervolgens aangifte gedaan namens haar dochter.
[slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 3] ) heeft verklaard dat verdachte meerdere keren met zijn vinger in haar ‘poenie’ (de rechtbank begrijpt vagina) is geweest, dat verdachte aan haar vagina heeft gelikt en dat hij meerdere keren met zijn penis in haar vagina en anus is geweest. Ook heeft zij verdachte meerdere keren moeten pijpen. Als hij met zijn vinger in haar vagina ging deed dit veel pijn. Hij had een scherpe nagel. Bij het likken moest ze haar benen wijd en omhoog doen. Ze moest zijn tollie in haar mond nemen, waarbij er iets wits uit zijn tollie kwam. Dit moest ze doorslikken van [naam 2] , daar zou ze groot van worden en dan was hij trots op haar. Hij had olie op zijn tollie gedaan en daarna zijn tollie in haar poenie en haar billen gedaan.
De verbalisant ziet hierbij dat [slachtoffer 3] voordoet op een bankje dat ze meermalen snel gaat staan en weer zitten. Hij deed dit als [koosnaam] (rechtbank begrijpt: oma) sliep. [naam 2] liet haar een foto zien waarop zij [slachtoffer 1] herkende die een tollie in haar mond had. [naam 2] zei dat [slachtoffer 1] het ook lekker vond en had doorgeslikt. Dit misbruik vond plaats in de woning van oma en verdachte in Amsterdam.Volgens [persoon 1] zal dat in oktober (de rechtbank begrijpt: in 2021) zijn geweest. [slachtoffer 3] was daar toen vaak.Op 30 oktober 2021 bleef [slachtoffer 3] bij de moeder van [persoon 1] slapen. [verdachte] zei dat hij [slachtoffer 3] naar bed zou brengen en zou gaan douchen, maar hij bleef heel lang weg.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 3] over de seksuele handelingen door verdachte betrouwbaar is. Haar verklaring is gedetailleerd en consistent. De rechtbank wijst daarbij op specifieke details in haar verklaring. Zo heeft [slachtoffer 3] , een nog zeer jong meisje van 7 jaar oud, verklaard dat verdachte haar pijn deed bij het vingeren omdat verdachte een scherpe nagel had. Verder heeft zij verklaard dat verdachte zijn penis ging insmeren met olie. Zij moest de ‘tollie’ van verdachte in haar mond nemen en er kwam wit spul uit. Dit moest zij doorslikken van verdachte omdat zij daar groot en sterk van zou worden.Dat [slachtoffer 3] deze zeer specifieke details in haar geheel eigen bewoordingen benoemt maakt dat deze verklaring op de rechtbank authentiek overkomt.
De rechtbank overweegt daarbij dat de verklaring ondersteund wordt door het feit dat er op de telefoon van verdachte inderdaad een foto is aangetroffen waarop is te zien dat [slachtoffer 1] verdachte pijpt. Bij een eerste onderzoek door de politie in de telefoon van verdachte was deze foto nog niet aangetroffen. [slachtoffer 1] heeft bij haar verhoor bij de politie in november 2021 niet verklaard over deze foto. [slachtoffer 3] is vervolgens door de politie gehoord op 19 december 2021 en zij heeft verklaard dat verdachte haar een foto heeft laten zien waarbij [slachtoffer 1] de ‘tollie’ van verdachte in haar mond zou hebben. Verdachte zou daarbij gezegd hebben dat [slachtoffer 1] het ook lekker vond en dat zij het ook had doorgeslikt.
Naar aanleiding hiervan is de politie nogmaals gaan zoeken in de telefoon van verdachte en is bij het terughalen van de verwijderde items in april 2022 een foto van [slachtoffer 1] op de telefoon van verdachte aangetroffen waarop is te zien dat [slachtoffer 1] verdachte pijpt.
Toen [slachtoffer 3] bij de politie over deze foto verklaarde (december 2021) kon niemand anders dus weten van het bestaan van deze foto. Dit maakt dat de rechtbank de verklaring van [slachtoffer 3] betrouwbaar en authentiek acht.
Door de verdediging is aangevoerd dat – in tegenstelling tot [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] – de deskundige de verklaringen van [slachtoffer 3] minder betrouwbaar acht. Deze verklaringen zijn in beperkte mate onderscheidend en kunnen beïnvloed zijn door anderen of doordat [slachtoffer 3] behoefte heeft aan dezelfde aandacht als haar zussen, aldus de deskundige.
De rechtbank ziet dit anders. De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer 3] wel degelijk betrouwbaar gelet op de specifieke details in haar verklaring (o.a. specifieke elementen waar haar zussen niet over verklaren) en omdat die verklaring ondersteund wordt door de foto die vervolgens gevonden is op de telefoon van verdachte. Dat zij pas over de seksuele handelingen door verdachte heeft verklaard nadat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] daarover hadden verklaard, maakt dit niet anders. Dat zij na hen een verklaring heeft afgelegd, maakt haar verklaring niet minder betrouwbaar. Het is niet ondenkbaar dat zij toen pas de vrijheid voelde om ook over haar misbruik te verklaren.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde seksueel binnendringen bij zijn stiefkleindochter [slachtoffer 3] . Deze beslissing is gegrond op de verklaring van [slachtoffer 3] alsmede bovengenoemde ondersteunende bewijsmiddelen.
Zaak B: Ontucht met [slachtoffer 4] .
[persoon 2] heeft verklaard dat [slachtoffer 4] , nadat verdachte was opgepakt, haar verteld heeft dat verdachte op de dag dat ze bij opa en oma moest logeren vanwege het theorie-examen van [persoon 2] in haar oor heeft gefluisterd of hij haar poenie mocht aanraken. [slachtoffer 4] had gezegd ‘ja doe maar’ en toen ging hij met zijn handen in haar onderbroek. Hij had haar alleen aangeraakt en was niet met zijn vinger naar binnen gegaan. Het was één keer gebeurd. Als [persoon 2] terugdenkt aan die dag, vond ze [slachtoffer 4] down en moe. School maakte zich al een tijdje zorgen, [slachtoffer 4] was aan het dromen in de klas.
[slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum 4] ) heeft verklaard dat zij logeerde bij oma en verdachte in Amsterdam en dat verdachte toen naar boven kwam en bij haar in bed kwam liggen en haar op bepaalde plekken had aangeraakt. Het was gebeurd in de kleine logeerkamer bij stiefopa en oma. Het was vaker gebeurd dat ze nog met haar broertje aan het praten was en dat verdachte dan kwam. De verdachte is vervolgens met zijn hand in haar onderbroek gegaan. Verdachte raakte haar dan aan op haar privé-stuk, haar onderkant van haar lichaam, haar ‘pipi’ waarmee je kan plassen. Dit was op de dag dat haar moeder rijexamen had. Opa had, in haar oor, gevraagd of hij er even mee mocht spelen en zij had ja gezegd. Daardoor dacht zij dat het haar schuld was. Een andere keer kwam verdachte bij haar liggen en wreef over haar been, in de richting van haar kruis. Het was toen zij 9 jaar oud was en nu is zij 10.
De verklaring van [slachtoffer 4] wordt ondersteund door de bevindingen van de rechtspsycholoog naar de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 4] . Het onderzoek wijst uit dat het aanzienlijk aannemelijker is dat [slachtoffer 4] ’s verklaringen zijn gebaseerd op ervaringen en daarmee steun geven aan het scenario dat het misbruik heeft plaatsgevonden, dan aan alternatieve scenario’s van de gebeurtenissen, zoals: beïnvloeding door gesprekken met haar nichtjes, invloed van de verhoormethode, beïnvloeding door de ouders, informatie over de eerste aangifte tegen [verdachte] , of eigen verzinsels.
Net als bij [slachtoffer 2] is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van schakelbewijs. De verklaring van [slachtoffer 4] met betrekking tot de modus operandi van verdachte vindt steun in de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Zo heeft [slachtoffer 4] verklaard dat het misbruik plaatsvond toen zij bij oma en verdachte aan het logeren was en dat verdachte naar boven ging naar de slaapkamer [slachtoffer 4] waarna verdachte bij haar en haar broertje in bed kwam liggen, vroeg of hij met haar kon spelen en haar betastte.
Zaak C: Verkrachting en/of aanranding van [slachtoffer 5] .
[slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum 5] ) heeft meerdere verklaringen afgelegd. Zij heeft verklaard dat verdachte wel meer dan negen keer geprobeerd heeft aan haar te zitten en dat het één keer echt is gebeurd. Elke keer als ze gingen verbouwen en zij hem moest helpen dan kwam verdachte aan haar rug en ging hij haar aanraken aan haar borsten en aan haar kruis beneden. Hij ging over haar kleren over haar borsten en billen. Ze was toen 17 jaar oud. Op zolder ging ze zich omkleden en verdachte zette haar toen op zijn schoot. Hij rook naar alcohol. Hij ging met zijn middelvinger in haar vagina. Ze was eerst verstijfd en in shock.[slachtoffer 5] is vervolgens gaan gillen en haar zus [naam 3] (de rechtbank begrijpt [persoon 1] ) is naar boven gekomen. [slachtoffer 5] heeft aan haar zus verteld dat verdachte haar had aangeraakt en haar zus heeft toen haar moeder erbij gehaald. Haar moeder zei dat ze [slachtoffer 5] niet geloofde. De volgende dag heeft [slachtoffer 5] een fles chloor gedronken en is zij opgenomen geweest in het ziekenhuis.
In haar aangifte heeft [slachtoffer 5] haar verklaring herhaald. Ze heeft aanvullend verklaard dat de eerste keer was toen ze 18 jaar oud was. Hij ging telkens met zijn hand op haar bil. Hij ging haar daar wrijven en wrijven bij haar kut. Ook raakte hij haar aan vanaf de schouder naar haar borst. Dat gebeurde na het werk in het winkelcentrum.
Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer 5] verklaard dat de aanrandingen op zolder hebben plaatsgevonden. Het klopt dat verdachte wel eens bij het klussen met zijn handen naar beneden langs haar vagina en over haar borsten ging. Als ze het tegen haar moeder zei, zei zij dat [slachtoffer 5] gek was. Verder heeft zij herhaald dat zij op zolder onder de douche uitkwam en verdachte haar op schoot zette, met zijn handen bij haar borsten kwam en haar daarna bijna ging vingeren. Hij was niet in haar vagina geweest, maar wel tussen haar schaamlippen. De aanrandingen waren tussen 2008 en in de periode van 2011 tot 2012. Ze heeft het aan [persoon 1] , haar moeder en tante [naam 4] verteld. In 2016 heeft verdachte haar nog een keer aangeraakt. Na een onderbreking van het verhoor heeft [slachtoffer 5] verklaard dat verdachte wel met een vinger in haar vagina is geweest en dat ze dat eerder moeilijk vond om te vertellen omdat de rechter-commissaris ook een man is.
[persoon 1] heeft verklaard dat [slachtoffer 5] haar destijds heeft verteld dat zij betast is door verdachte bij haar billen en borsten, maar dat zij het niet geloofde.
Bij de rechter-commissaris heeft [persoon 1] verteld dat [slachtoffer 5] haar had verteld dat verdachte aan haar borsten en aan haar vagina had gezeten. [slachtoffer 5] had gezegd: “ [verdachte] raakt mij aan, mama weet ervan af. Ik heb geschreeuwd, maar niemand kwam.” Ze had gezegd dat verdachte haar had aangeraakt aan haar onderkant en haar borsten. Zij geloofde [slachtoffer 5] destijds echter niet. Kort daarna kreeg zij bericht dat [slachtoffer 5] was opgenomen in het ziekenhuis omdat zij chloor had gedronken. Iedereen wist dat ze dit had gedaan door [verdachte] . Toen [persoon 1] [slachtoffer 5] had verteld wat er met haar dochters was gebeurd, zei [slachtoffer 5] ‘Ik zei het toch’ en werd ze emotioneel, ze heeft alleen maar gehuild. Ze was ook boos omdat [persoon 1] haar niet geloofd had. Wat [slachtoffer 5] zei was hetzelfde als eerder toen zij haar niet geloofde. [persoon 1] heeft verklaard dat [verdachte] heel kroelerig was en dat dat bij haar niet kon, omdat zij hem niet mocht.
[persoon 3] (partner van verdachte) heeft bij de rechter-commissaris bevestigd dat [slachtoffer 5] in bovengenoemde periode bij haar bleef slapen en ook dat [slachtoffer 5] op een gegeven moment chloor heeft gedronken en in het ziekenhuis terecht is gekomen.
Bovengenoemde omstandigheden acht de rechtbank ondersteunend aan de verklaring van [slachtoffer 5] met betrekking tot de seksuele handelingen door verdachte. Voorts is de rechtbank van oordeel dat [slachtoffer 5] in haar verklaringen consistent heeft verklaard. Weliswaar heeft zij bij de rechter-commissaris aanvankelijk anders verklaard over het binnendringen van de vagina met de vinger, maar zij heeft daarvoor desgevraagd een plausibele verklaring gegeven bij de rechter-commissaris. Ook [persoon 1] geeft aan dat [slachtoffer 5] in 2021 hetzelfde aan haar heeft verteld als destijds toen zij haar niet geloofde. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 5] over het seksueel binnendringen betrouwbaar zijn.
Bovendien is de rechtbank van oordeel dat er net als bij de andere slachtoffers sprake is van schakelbewijs. De verklaring van [slachtoffer 5] met betrekking tot de modus operandi van verdachte vindt steun in de verklaringen van [slachtoffer 1] (en ook in de verklaringen van [slachtoffer 2] , en [slachtoffer 4] ). Zo heeft [slachtoffer 5] verklaard dat het misbruik plaatsvond in de woning van haar moeder in de slaapkamer op zolder, dat verdachte onder invloed van alcohol was en dat dit -net als bij [slachtoffer 1] - ook plaatsvond tijdens het klussen.
De rechtbank overweegt dat sprake is van soortgelijke feiten, waarbij de verdachte bij het seksueel misbruik een bepaalde werkwijze hanteert bij [slachtoffer 5] die op essentiële punten overeenkomt met het seksueel misbruik van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
De rechtbank is derhalve van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 5] over het seksueel misbruik geloofwaardig en betrouwbaar is. De rechtbank zal dan ook het seksueel binnendringen van de vagina bewezen verklaren.
De rechtbank kwalificeert dit seksueel misbruik als een verkrachting. De rechtbank is van oordeel dat verdachte [slachtoffer 5] door een feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handelingen, waarbij verdachte met zijn vinger in de vagina van [slachtoffer 5] is gegaan. Daarbij heeft verdachte misbruik gemaakt van het overwicht dat hij had door het grote leeftijdsverschil en als stiefvader en als zodanig deel uitmakende van het gezin,door in de beslotenheid van een zolderkamer onverhoeds seksuele handelingen bij [slachtoffer 5] te verrichten, die bovendien een kwetsbare persoonlijkheidheeft. Verdachte heeft [slachtoffer 5] zodoende in een situatie gebracht waarin zij niet durfde te weigeren om de seksuele handelingen van verdachte te ondergaan.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting en aanranding.